▷Grijs: reikwijdteIn het programma ECO PRO schakelt het in‐
strumentendisplay om naar de ECO PRO-
weergaven. Deze weergaven ondersteuneneen zuinige rijstijl door een duidelijkere voor‐
stelling van de efficiëntieweergave en verschil‐
lende ECO PRO-tips.
Sport-weergaven
1Snelheidsmeter2Toerenteller 943Transmissie-aanduiding4Shift Lights, bij overeenkomstige uitrusting5Vermogensweergave6Variabele weergavenIn de rijmodus Sport en Sport+ schakelt het in‐
strumentendisplay naar de sportweergaven.
Deze weergaven ondersteunen een sportieve
rijstijl door een duidelijkere weergave van de
toerenteller, de transmissie-aanduidingen en
de snelheid.
Shift Lights op het
instrumentenpaneel
Principe
Bij overeenkomstige uitrusting geven Shift
Lights het optimale schakeltijdstip in de toe‐renteller aan. Daarmee wordt bij sportieve rijst‐
ijl de best mogelijke acceleratie van de auto
behaald.
Algemeen
Steptronic Sport versnellingsbak: Shift Lights
worden weergegeven, als het rijprogramma
SPORT+ geactiveerd is.Seite 89WeergavenBediening89
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Shift Lights inschakelenSteptronic Sport versnellingsbak:1.SPORT+ selecteren via de rijbelevings‐
schakelaar.2.Handbediening M/S van de transmissie ac‐
tiveren.
Weergave op het instrumentendisplay
▷Het huidige toerental wordt op de toeren‐
teller weergegeven.▷Pijl 1: achter elkaar geel brandende velden
wijzen op de verhoging van het toerental.▷Pijl 2: achter elkaar oranje brandende
velden wijzen op het aanstaande schakel‐
tijdstip.▷Pijl 3: velden branden rood. Uiterlijk op dat
moment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave. Bij het
overschrijden van het maximale toerental
wordt ter bescherming van de motor de brand‐
stoftoevoer verminderd.
Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de auto
en geeft een melding als in de bewaakte syste‐ men een storing is opgetreden.
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up-Display wordt een Check-Control-melding
weergegeven als een combinatie van controle-
of waarschuwingslampjes en textuele meldin‐
gen.
Tevens klinkt er evt. een akoestisch signaal en
verschijnt er een tekstbericht op het Control
Display.
Controle- en waarschuwingslampjes
Algemeen Controle- en waarschuwingslampjes op het in‐
strumentenpaneel kunnen in verschillende
combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van
de motor of inschakelen van het contact de
werking gecontroleerd, waarbij deze even kort
branden.
Rode lampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuur‐
derszijde is niet omgedaan. Bij som‐
mige landuitvoeringen: passagiersgor‐
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Knipperen of continu brandend: veiligheids‐
gordel aan de bestuurders- of passagierszijde
is niet omgedaan. De gordelherinnering kan
ook in werking treden als er voorwerpen op de
passagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelherinnering voor de achterbank Rood: de veiligheidsgordel van de be‐
treffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: de veiligheidsgordel van de betreffende
zitplaats op de achterbank is vastgemaakt.Seite 90BedieningWeergaven90
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Profile, zie Personal Pro‐file 33
R
Raapoliemethylester RME 237
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 32
Radio, zie Handleiding over navigatie-, entertainment-
en communicatiesysteem
RDC bandenspanningscon‐ trole 117
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 111
Recycling 259
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 146
Regensensor 78
Reiniging displays 278
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 277
Reinigingsvloeistof 80
Reis-boordcomputer 102
Reisdoelafstand 101
Remassistent 146
Remassistent, adaptief 146
Remlicht, adaptief 143
Remlichten, dynamisch 143
Remmen, aanwijzingen 216
Remschijven inrijden 214
Remvoeringen inrijden 214
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 95
Reservewiel 265
Reservezekering 268
Reservoir voor sproeiervloei‐ stof 80
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 118
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 118
Resterende actieradius 95
RES-toets 157 RES-toets, zie Actieve snel‐
heidsregeling, ACC 154
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 165
Restwarmte, automatische airconditioning 187
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 77
Rijaanwijzing, ECO PRO 228
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 214
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 137
Rijbelevingsschakelaar 151
Rijden op slechte wegen 217
Rijmodus 151
Rijmodus ECO PRO 226
Rijstabiliteitsregelsyste‐ men 146
Rijstrookwisselmelding 139
Rijtips 214
Ritten op slechte wegen 217
RME raapoliemethyles‐ ter 237
Roetdeeltjesfilter 215
Roetfilter 215
Rokerspakket 197
RON, benzinekwaliteit 236
Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 120
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 244
Rubber, verzorging 277
Rugleuning achterbank kan‐ telen 203
Rugleuningbreedte 54
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 53
Ruitbediening 46
Ruitensproeiermonden 79
Ruitensproeiers, ruiten 79 Ruitenwisser 77
Ruitenwisserinstallatie 77
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 79
Ruitreinigingsinstallatie 77
Run Flat-banden 244
S
Schade, banden 242
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 151
Schakeling, zie Steptronic versnellingsbak 80
Schakelpaddels op het stuur‐ wiel 83
Schakelpuntindicator 98
Scherm tegen verblin‐ ding 197
Schminkspiegel 197
Schoudersteun 54
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 260
Schuif-/kanteldak 48
Sensoren, verzorging 278
Servicegeschiedenis 97
Sfeerverlichting 112
Shift Lights 89
Side View 175
Signalen bij het ontgrende‐ len 44
Ski- en snowboardzak 204
Slepen, zie Aan- en wegsle‐ pen 272
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 115
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 223
Slot, portier 38
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 36 Seite 297Alles van A tot ZOpzoeken297
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15