Keuzehendelstanden
D Drive
Keuzehendelstand voor normaal rijden. Alle
versnellingen voor het vooruitrijden worden
automatisch geschakeld.
R Achteruit
Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
N Neutraal, Stationair Bij keuzehendelstand N kan het voertuig rollen,
bijv. in wasstraten.
Bij Contact uit, zie pagina 73, wordt automa‐
tisch de keuzehendelstand P ingeschakeld.
P Parkeren
Alleen bij stilstaande auto inschakelen. De aan‐
gedreven wielen worden geblokkeerd.
De keuzehendelstand P wordt in de volgende
situaties automatisch ingeschakeld:▷Na het afzetten van de motor in standby-
modus van de radio, zie pagina 73, of con‐
tact uit, zie pagina 73, als keuzehendel‐
stand R of D ingeschakeld is.▷Bij contact uit, als de keuzehendelstand N
ingeschakeld is.▷Als tijdens stilstand bij geselecteerde keu‐
zehendelstand D of R de gordel van de be‐
stuurdersstoel wordt afgedaan, het be‐
stuurdersportier wordt geopend en de rem
niet ingedrukt wordt.
Kickdown
Met kickdown wordt een maximale rijprestatiebereikt. Gaspedaal tot voorbij de weerstand
van de volgasstand indrukken.
Keuzehendelstanden inschakelen
Algemeen
Het rempedaal ingedrukt houden tot wordt
weggereden, anders komt de auto bij een in‐
geschakelde versnelling in beweging.▷De keuzehendelstand P kan pas bij draai‐
ende motor en ingedrukt rempedaal wor‐
den verlaten.▷Bij stilstaande auto het rempedaal indruk‐
ken alvorens vanuit P of N te schakelen,
omdat anders de schakelblokkering niet
wordt gedeactiveerd en het schakelver‐
zoek niet wordt uitgevoerd.
Keuzehendelblokkering
Een blokkering verhindert het per ongeluk
schakelen naar keuzehendelstand R en het per
ongeluk schakelen uit keuzehendelstand P.
Vergrendeling opheffen: Unlock-toets indruk‐
ken, pijl.
Keuzehendelstand D, N, R inschakelen
Keuzehendel in de gewenste richting drukken,
resp. over drukpunt duwen.
Seite 85RijdenBediening85
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Voor het ontgrendelen van de transmissieblok‐
kering de parkeerrem aantrekken, om te ver‐
hinderen dat de auto wegrolt.
Keuzehendelstand N inschakelen1.De rem indrukken en ingedrukt houden.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet
hoorbaar aanslaan.3.De Unlock-toets op de keuzehendel in‐
drukken, zie pijl 1, en de keuzehendel naar
keuzehendelstand N drukken en vasthou‐
den, zie pijl N.
Desbetreffende Check-Control-melding
wordt weergegeven.4.Keuzehendel loslaten en binnen ca. 6 se‐
conden opnieuw in stand N zetten.
Stand N wordt op het instrumentenpaneel
weergegeven.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren
en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk Slepen
en wegslepen.
Steptronic Sport versnellingsbak:
Launch Control
Principe
Launch Control maakt bij het wegrijden op
stroef wegdek een optimale acceleratie moge‐
lijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroeg‐
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
functie een zeer hoge belasting voor de auto
vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie pa‐
gina 220, gebruiken.
In verband met een optimale stabiliteit DSC zo
spoedig mogelijk weer inschakelen.
Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.
Voorwaarden
Launch Control is beschikbaar bij bedrijfs‐
warme motor, dus na een ononderbroken rit
van minstens 10 km.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stu‐
ren.
Wegrijden met Launch Control
Bij draaiende motor:1. Toets indrukken of met de rijbele‐
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION
weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal
intrappen.4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van de
volgasstand intrappen en ingetrapt hou‐
den, kickdown.
Op het instrumentenpaneel verschijnt een
vlagsymbool.5.Het toerental wordt geregeld. Binnen 3 se‐
conden de rem loslaten.
Voordat Launch Control opnieuw wordt ge‐
bruikt de transmissie ca. 5 minuten laten af‐
koelen.
Seite 88BedieningRijden88
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Technische gegevens 292
Technische wijzigingen, zie Eigen veiligheid 7
Tekstmelding, aanvullend 97
Telefoonhoorn, claxon 12
Telefoon, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐
ment- en communicatiesys‐
teem
Temperatuur, automatische airconditioning 188, 191
Temperatuur, motorolie 98
Temperatuurweergave, bui‐ tentemperatuur 99
Thuiskomertje, zie Reserve‐ wiel 274
Thuiskomverlichting 112
Toegestaan totaalgewicht bij trekken van een aanhan‐
ger 295
Toegestane asbelasting 293
Toerenteller 98
Toeristenfunctie, zie Rechts-/ linksrijdend verkeer 116
Toestandweergave, ban‐ den 122
Toets AUTO H, zie Automatic Hold 78
Toetsen op het stuurwiel 12
Toets RES 162
Toevoegingen, olie 262
Top View 178
Totaalgewicht 293
Totaalgewicht, toege‐ staan 293
Touchpad 19
Tractiecontrole 153
TRACTION-programma, rij‐ dynamiek 157
TRACTION, rijdynamiek 153
Trekhaak 230
Trekken van een aanhan‐ ger 228
Trekken van een aanhanger, gegevens 295 U
Uitgebreide airconditio‐ ning 190
Uitgebreide BMW online diensten, zie Handleiding
over navigatie-, entertain‐
ment- en communicatiesys‐
teem
Uitgeklapte stand, ruitenwis‐ ser 83
Uitlaatsysteem 221
Uitrollen 237
Uitrollen bij stationair draaien 237
Uitrusting, interieur 201
Uitrusting van de auto 7
Uitvalmelding, zie "Check- Control" 94
Universele afstandsbedie‐ ning 201
Unlock-toets, Steptronic ver‐ snellingsbak 85
USB-aansluiting, algemene informatie 205
USB-aansluiting, zie USB- aansluiting 205
V Variabele besturing 155
Veiligheidsgordels 58
Veiligheidsgordels, onder‐ houd 288
Veiligheidspakket, zie Active Protection 148
Veiligheidsschakelaar, rui‐ ten 47
Veiligheidssystemen, air‐ bags 118
Veiligheidssystemen voor kinderen 66
Veilig remmen 222
Veilig zitten 51
Ventilatie 193 Ventilatie achterin, derde zit‐
rij 194
Ventilatie, derde zitrij 194
Ventilatierooster, zie Ventila‐ tie 193
Ventilator, zie Luchthoeveel‐ heid 188, 192
Ventileren, zie Interieurvoor‐ ventilatie-/verwarming 196
Ventileren, zie Ventilatie 193
Veranderingen, technische, zie Eigen veiligheid 7
Verbruik, zie Gemiddeld ver‐ bruik 105
Verchroomde delen, onder‐ houd 287
Verder rijden met een be‐ schadigde band 124, 127
Vergrendelen/ontgrendelen met afstandsbediening 36
Vergrendelen/ontgrendelen via portierslot 38
Vergrendelen, automa‐ tisch 44
Vergrendelen, instellingen 44
Verlichting 111
Verlichtingsregeling, automa‐ tisch 112
Verschuifbare zonneklep 203
Versnellingsbak, zie Steptro‐ nic versnellingsbak 84
Vertical Dynamic Control 155
Vervangen van banden 251
Vervangen van de accu, accu 276
Vervangen van lampen 269
Vervangen van onderde‐ len 268
Vervangen van wielen 251
Vervangen van wielen/ banden 251
Vervanging van de batterij, af‐ standsbediening auto 33
Vervoeren van kinderen 66
Verwarmen, zie Interieurvoor‐ verwarmen 196 Seite 311Alles van A tot ZOpzoeken311
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16