wordt geaccelereerd of via de schakelpaddels
wordt geschakeld, wordt teruggeschakeld naar
automatische bediening.
Weergaven op het
instrumentenpaneel
De keuzehendelstand wordt ge‐toond, bijv.: P.
Noodontgrendeling elektronisch
ontgrendelen
Algemeen
Noodontgrendeling elektronisch ontgrendelen
om het voertuig uit de gevarenzone te ma‐
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de
starter de motor kan doordraaien.
Keuzehendelstand N inschakelen1.Rempedaal intrappen.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet
hoorbaar aanslaan.3.Keuzehendel in stand N zetten en zo laten
staan.
Desbetreffende Check-Control-melding
wordt weergegeven.4.Keuzehendel binnen ca. 6 seconden op‐
nieuw in stand N zetten.
Stand N wordt op het instrumentenpaneel
weergegeven.5.Remmen loslaten zodra de starter stopt.6.Manoeuvreer het voertuig uit de gevaren‐
zone en beveilig het vervolgens tegen
wegrollen.Steptronic Sport versnellingsbak:
Launch Control
Principe Launch Control maakt bij het wegrijden op
stroef wegdek een optimale acceleratie moge‐
lijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroeg‐
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
functie een zeer hoge belasting voor de auto
vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie pa‐
gina 178, gebruiken.
In verband met een optimale stabiliteit DSC zo
spoedig mogelijk weer inschakelen.
Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.
Voorwaarden
Launch Control is beschikbaar bij bedrijfs‐
warme motor, dus na een ononderbroken rit
van minstens 10 km.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stu‐
ren.
Wegrijden met Launch Control
Bij draaiende motor:1. Toets indrukken of met de rijbele‐
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION
weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal
intrappen.4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van de
volgasstand intrappen en ingetrapt hou‐
den, kickdown.Seite 79RijdenBediening79
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Dynamic Traction Control DTC
activeren/deactiveren
DTC activeren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRAC‐
TION weer en het controlelampje voor DSC
OFF gaat aan.
DTC deactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
DSC worden tractie en rijdynamiek verder ver‐
beterd. Het vierwielaandrijvingssysteem xDrive
verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk van
rijsituatie en gesteldheid van de weg variabel
over voor- en achteras.
Dynamische
schokdempercontrole
Principe
Het systeem reduceert ongewenste bewegin‐
gen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma
Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevings‐
schakelaar, zie pagina 131, worden geselec‐
teerd.SPORT
Consequent sportieve regeling van de schok‐
dempers voor een reactief rijgedrag.
SPORT+ Consequent sportieve regeling van de schok‐
dempers voor een reactief rijgedrag met be‐
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECO PRO Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Variabele sportbesturing
De variabele sportbesturing vergroot bij grote
stuurwieluitslag, bijv. bij scherpe bochten of bij
het inparkeren, de stuuruitslag van de voorwie‐
len. De besturing wordt directer.
Bovendien varieert afhankelijk van de snelheid
de bij het sturen benodigde kracht.
Zo wordt een sportief stuurgedrag mogelijk
gemaakt. Bovendien wordt het sturen bij het
inparkeren en maoeuvreren vergemakkelijkt.
Rijbelevingsschakelaar
Principe
Met de rijbelevingsschakelaar kunnen be‐
paalde eigenschappen van de auto worden
aangepast. Daarvoor staan verschillende pro‐
gramma's ter beschikking. Via de toets van de
rijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden ge‐
activeerd.Seite 131RijstabiliteitsregelsystemenBediening131
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Overzicht
Toets in de auto
Bediening van de programma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PRO
Automatisch wisselen van programma In de volgende situaties wordt zo nodig auto‐
matisch naar COMFORT gewisseld:
▷Bij uitval van de dynamische schokdem‐
percontrole.▷Bij uitval van de dynamische stabiliteits‐
controle DSC.▷Bij bandenpech.▷Bij inschakelen van de handmatige snel‐
heidsbegrenzer, zie pagina 124.▷Bij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSC OFF
Met DSC OFF, zie pagina 130, wordt de rijst‐
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in
een bocht niet beperkt.
TRACTION
Met TRACTION wordt maximale tractie gele‐
verd op een losse ondergrond. Dynamische
tractiecontrole DTC, zie pagina 131, is inge‐
schakeld. De koersstabiliteit is bij het accelere‐
ren en bij het rijden in bochten beperkt.
SPORT+ Sportief rijden met geoptimaliseerde onder‐
stelafstelling en aangepaste motorregeling bij
beperkte koersstabilisering.
Dynamische tractiecontrole is ingeschakeld.
De bestuurder neemt een deel van de stabili‐
satietaak over.
SPORT+ activeren Druk zo vaak op de knop tot in de toe‐
renteller SPORT+ en in het instru‐
mentenpaneel het controlelampje voor DSC
OFF gaat branden.
Automatisch wisselen van programma Bij activering van de snelheidsregeling wordt
automatisch naar de modus SPORT gewis‐
seld.
Controle- en waarschuwingslampjes
Op het instrumentenpaneel wordt SPORT+
weergegeven.
Controlelampje DSC OFF brandt: dy‐
namische tractiecontrole is geacti‐
veerd.
SPORT Afhankelijk van de uitvoering, consequent
sportieve afstemming tussen het chassis, de
besturing en de motoraansturing voor een gro‐
tere souplesse en maximale koersstabiliteit.
Het programma kan individueel worden gecon‐
figureerd. De configuratie wordt voor het mo‐
menteel gebruikte profiel opgeslagen.Seite 132BedieningRijstabiliteitsregelsystemen132
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
AanwijzingenUitrollen maakt deel uit van de rijmodus ECO
PRO, zie pagina 188.
Bij het inschakelen van de rijmodus ECO PRO
met de rijbelevingsschakelaar wordt de uitrol-
functie automatisch geactiveerd.
De functie is een bepaald snelheidsbereik be‐
schikbaar.
Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo
vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de
verbruiksverlagende werking van het uitrollen.
Veiligheidsfunctie
De functie is niet beschikbaar, als aan een van
de volgende voorwaarden is voldaan:▷DSC OFF of TRACTION geactiveerd.▷Rijden in het dynamische grensbereik als‐
mede op steile hellingen.▷Acculaadtoestand tijdelijk te laag of te
hoge stroombehoefte in het boordnet.▷Snelheidsregeling geactiveerd.▷Aanhangergebruik.
Voorwaarden voor een correcte
werking
De functie is in de rijmodus ECO PRO in het
snelheidsbereik van ca. 50 km/h tot 160 km/h
beschikbaar, als aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
▷Gaspedaal en rempedaal worden niet be‐
diend.▷Keuzehendel in keuzehendelstand D.▷Motor en transmissie op bedrijfstempera‐
tuur.
De rijtoestand uitrollen kan via de schakelpad‐
dels worden beïnvloed.
Weergave
Weergave op het instrumentenpaneel
De markering in de efficiëntieweergave is
blauw gemarkeerd en bevindt zich op het nul‐
punt. De toerenteller geeft ongeveer stationair
toerental aan.
De weergave van het zeilpunt wordt tijdens het
uitrollen verlicht in het nulpunt.
Weergave op het instrumentenpaneel met
uitgebreide omvang
De markering in de efficiëntie‐
weergave onder de toerenteller
heeft een blauwe achtergrond
en staat op nul. De toerenteller
geeft ongeveer stationair toe‐
rental aan.
De weergave van het zeilpunt wordt tijdens het
uitrollen verlicht in het nulpunt.
Weergaven op het Control Display
In het EfficientDynamics-venster wordt weer‐
gegeven als de uitrol-functie actief is.
Het afgelegde traject tijdens het uitrollen wordt
weergegeven door een teller.
Seite 193Brandstof besparenRijtips193
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Steptronic Sport-versnel‐lingsbak, zie Steptronic-ver‐
snellingsbak 76
Steptronic versnellings‐ bak 76
Stoelen 49
Stoel- en spiegelgeheu‐ gen 56
Stoelverwarming, voorin 52
Storingsmeldingen, zie "Check-Control" 82
Stroomonderbreking 227
Stuurondersteuning 134
Stuurwiel, verstellen 59
Stuurwielverwarming 60
Surround View 147
Symbolen 6
Symbolen in het status‐ veld 21
T Taal, op het Control Dis‐ play 95
Takelwagen 233
Tankdop 198
Tankdopklep 198
Tanken 198
Tapijt, onderhoud 240
Technische gegevens 244
Technische wijzigingen, zie Eigen veiligheid 7
Tekstmelding, aanvullend 85
Telefoon 6
Telefoonhoorn, claxon 12
Temperatuur, automatische airconditioning 159, 161
Temperatuur, motorolie 86
Temperatuurweergave, bui‐ tentemperatuur 86
Thuiskomverlichting 99
Toegestaan totaalgewicht bij trekken van een aanhan‐
ger 251
Toegestane asbelasting 245
Toerenteller 86 Toeristenfunctie, zie Rechts-/
linksrijdend verkeer 102
Toestandweergave, ban‐ den 107
Toetsen op het stuurwiel 12
Toets RES 138
Toevoegingen, olie 214
Top View 151
Totaalgewicht 245
Totaalgewicht, toege‐ staan 245
Touchpad 19
Tractiecontrole 130
TRACTION, rijdynamiek 130
Transmissieblokkering, elek‐ tronisch ontgrendelen 79
Trekhaak 185
Trekken van een aanhan‐ ger 183
Trekken van een aanhanger, gegevens 251
U
Uitgebreide airconditio‐ ning 160
Uitgebreide BMW Online diensten 6
Uitgeklapte stand, ruitenwis‐ ser 75
Uitlaatsysteem 179
Uitrollen 192
Uitrollen bij stationair draaien 192
Uitrusting van de auto 7
Uitvalmelding, zie "Check- Control" 82
Unlock-toets, Steptronic ver‐ snellingsbak 77
USB-aansluiting 167
V Variabele sportbesturing 131
Veiligheidsgordels 53 Veiligheidsgordels, onder‐
houd 240
Veiligheidspakket, zie Active Protection 126
Veiligheidssystemen, air‐ bags 104
Veiligheidssystemen voor kinderen 61
Veilig remmen 179
Veilig zitten 49
Ventilatie 163
Ventilator, zie Luchthoeveel‐ heid 159, 162
Ventileren, zie Interieurvoor‐ ventilatie 163
Ventileren, zie Ventilatie 163
Veranderingen, technische, zie Eigen veiligheid 7
Verbruik, zie Gemiddeld ver‐ bruik 93
Verchroomde delen, onder‐ houd 239
Verder rijden met een be‐ schadigde band 109, 112
Vergrendelen/ontgrendelen met afstandsbediening 36
Vergrendelen/ontgrendelen via portierslot 37
Vergrendelen, automa‐ tisch 42
Vergrendelen, instellingen 42
Vergrendelen via kofferdek‐ sel 39
Verlichting 98
Verlichtingsregeling, automa‐ tisch 99
Versnellingsbak, handge‐ schakelde versnellings‐
bak 76
Versnellingsbak, Steptronic versnellingsbak 76
Vervangen van banden 204
Vervangen van de accu, accu 227
Vervangen van lampen 220 Seite 268OpzoekenAlles van A tot Z268
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15