GroepGewicht van
het kindLeeftijd bij be‐
naderingPassagiers‐
stoelAchterbank,
buitenste zit‐
plaatsen – b)Achterbank,
middenIII22 – 36 kgVanaf 7 jaarUUXU: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.
X: niet geschikt voor kindveiligheidssystemen van de universele categorie, die voor toepassing
in deze gewichtsgroep geschikt zijn.
b) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank evt. de lengte-instelling van de voorstoel aan‐
passen en de hoofdsteun van de achterbank aanpassen of verwijderen.Kinderen altijd achterin
WAARSCHUWING
Personen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel zonder geschikte aanvul‐
lende veiligheidssystemen niet correct dragen.
De beschermende werking van de veiligheids‐
gordels kan beperkt zijn of wegvallen als deze
verkeerd worden gedragen. Een verkeerd ge‐
dragen veiligheidsgordel kan extra letsel ver‐
oorzaken, bijv. bij een ongeval of bij rem- en
uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. Personen kleiner dan 150 cm
vastzetten in geschikte veiligheidssystemen.◀
Ongevallenanalyse toont aan dat de achter‐
bank de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan
150 cm alleen achterin vervoeren in geschikte
kinderveiligheidssystemen die zijn afgestemd
op hun leeftijd, gewicht en lengte.
Kinderen op de bijrijdersstoel
Bij gebruik van een kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel erop letten dat front- en
zij-airbag aan passagierszijde uitgeschakeld
zijn. De deactivering van de passagiersairbag
kan alleen met de Spiegelomschakelaar sleu‐
telschakelaar voor de passagiersairbag, zie pa‐
gina 106, worden uitgevoerd.Opmerking
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een kin‐
derveiligheidssysteem verwonden. Er bestaat
kans op letsel. Zorg ervoor dat de passagiers‐
airbags uitgeschakeld zijn en het controle‐
lampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of on‐
juiste montage van het kinderzitje is de stabili‐
teit van het kinderveiligheidssysteem vermin‐
derd of volledig afwezig. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Erop letten dat het kin‐
derveiligheidssysteem strak tegen de leuning
aan ligt. Bij alle betreffende rugleuningen zo
mogelijk de rugleuninghoek aanpassen en de
stoelen correct instellen. Erop letten dat de
stoelen en de leuningen correct vergrendeld
zijn. Indien mogelijk de hoogte van de hoofd‐
steunen aanpassen of deze verwijderen.◀
Montage van
veiligheidssystemen voor
kinderen
Veiligheidssystemen voor kinderen Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner of een gekwalificeerdeSeite 62BedieningKinderen veilig vervoeren62
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
specialist geschikte veiligheidssystemen voor
kinderen verkrijgbaar.
Aanwijzingen Bij het kiezen, inbouwen en gebruiken van kin‐
derveiligheidssystemen de informatie van de
fabrikant van het kinderveiligheidssysteem in
acht nemen.
WAARSCHUWING
Bij beschadigde of door een ongeval
zwaarbelaste kinderveiligheidssystemen inclu‐
sief de bevestigingssystemen kan de bescher‐
mende werking daarvan verminderd of volledig
afwezig zijn. Een kind kan bijv. bij een ongeval of bij rem- en uitwijkmanoeuvres niet vol‐
doende worden opgevangen. Er bestaat kans
op letsel of levensgevaar. Beschadigde of bij
een ongeval zwaarbelaste kinderveiligheids‐
systemen inclusief de bevestigingssystemen
door de Service geautoriseerde werkplaats of
een gekwalificeerde werkplaats laten controle‐
ren en eventueel vervangen.◀
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of on‐
juiste montage van het kinderzitje is de stabili‐
teit van het kinderveiligheidssysteem vermin‐
derd of volledig afwezig. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Erop letten dat het kin‐
derveiligheidssysteem strak tegen de leuning
aan ligt. Bij alle betreffende rugleuningen zo
mogelijk de rugleuninghoek aanpassen en de
stoelen correct instellen. Erop letten dat de
stoelen en de leuningen correct vergrendeld
zijn. Indien mogelijk de hoogte van de hoofd‐
steunen aanpassen of deze verwijderen.◀
Op de bijrijdersstoel
Airbags deactiveren WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een kin‐
derveiligheidssysteem verwonden. Er bestaatkans op letsel. Zorg ervoor dat de passagiers‐
airbags uitgeschakeld zijn en het controle‐
lampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
Alvorens een veiligheidssysteem voor kinde‐
ren op de passagiersstoel te monteren, moe‐
ten de voor- en zij-airbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Passagiersairbags met sleutelschakelaar deac‐
tiveren, zie pagina 106.
Naar achteren gerichte
veiligheidssystemen voor kinderen
GEVAAR
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een naar
achteren gericht kinderveiligheidssysteem do‐
delijk verwonden. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. Zorg ervoor dat de passagiers‐
airbags uitgeschakeld zijn en het controle‐
lampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
De aanwijzing op de zonneklep aan de passa‐
gierszijde in acht nemen.
Stoelpositie en -hoogte Vóór montage van een universeel kinderveilig‐
heidssysteem de passagiersstoel indien mo‐
gelijk in de achterste en hoogste stand zetten,
om het beste verloop van de gordel en de
beste bescherming bij een ongeval te verkrij‐
gen.
Als het bovenste bevestigingspunt van de gor‐
del zich vóór de gordelgeleiding van het kin‐
derzitje bevindt, de passagiersstoel voorzichtig
Seite 63Kinderen veilig vervoerenBediening63
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Correcte werkingBij het inschakelen van het contact
gaat het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel kort branden; op
die wijze wordt weergegeven dat het volledige
airbagsysteem en de gordelspanners bedrijfs‐
klaar zijn.
Storing in airbagsysteem▷Waarschuwingslampje gaat niet branden
bij het inschakelen van de ontsteking.▷Waarschuwingslampje brandt permanent.
Sleutelschakelaar voor
passagiersairbag
Algemeen
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met de geïntegreerde sleutel uit de afstands‐
bediening worden gedeactiveerd en opnieuw
geactiveerd.
Passagiersairbags deactiveren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandruk‐
ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand OFF draaien. Aan de aanslag verwij‐
deren.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zodat
de airbags gedeactiveerd zijn.
De passagiersairbags zijn uitgeschakeld. De
bestuurdersairbags blijven actief.
Als op de passagiersstoel geen kinderzitje
meer is gemonteerd, dan de passagiersairbags
opnieuw activeren zodat deze bij een ongeval
zoals voorgeschreven in werking treden.
De status van de airbags wordt aangegeven
met het controlelampje aan de dakhemel, zie
pagina 106.
Passagiersairbags activeren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandruk‐
ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand ON draaien. Aan de aanslag verwij‐
deren.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zodat
de airbags geactiveerd zijn.
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en
treden in werking indien de situatie dit vereist.
Controlelampje passagiersairbags
Het controlelampje van de passagiersairbag
geeft de status van de passagiersairbags aan.
Seite 106BedieningVeiligheid106
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Alles van A tot Z
TrefwoordenregisterA
Aanbevolen bandenmer‐ ken 204
Aanbevolen brandstof 200
Aandrijfslipregeling, zie DSC 129
Aanhangergewicht 251
Aanhangerstabilisatierege‐ ling 184
Aanklempunt, starthulp 232
Aankomsttijd 93
Aanslaan van de motor 68
Aansluiting van elektrische apparaten 166
Aansteker 165
Aanvullende tekstmelding 85
Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting 7
Aanwijzing brandstofme‐ ter 86
ABS, anti-blokkeersys‐ teem 129
ACC, actieve gewenste rij‐ snelheid met Stop & Go 135
Acceleratie-assistent, zie Launch Control 79
Accessoires en onderdelen 7
Accu, auto 227
Accu, vervangen 227
Achterlichten 223
Achterlichtlampen 226
Achterruitverwar‐ ming 160, 163
Achteruitkijkspiegel 57
Achteruitrijcamera 147
Actief-koolstoffilter 163
Actieradius 87
Actieve gewenste rijsnelheid met Stop & Go, ACC 135
Active Protection 126 Activeren, airbags 106
Actualiteit van de handlei‐ ding 7
Adaptief remlicht, zie Dynami‐ sche remlichten 126
Adaptieve bochtverlich‐ ting 100
Afdalingen 180
Afdichtmiddel 206
Afmetingen 244
Afstandsbediening/sleutel 32
Afstandsbediening, sto‐ ring 37
Afstandswaarschuwing, zie PDC 144
Afstand tot bestemming 93
Afvalverwerking, koelvloei‐ stof 217
Afzetten van de motor 69
Airbags 104
Airbagschakelaar, zie Sleutel‐ schakelaar voor passagiers‐
airbags 106
Airbags, controle-/waarschu‐ wingslampjes 105
Airconditioning, automa‐ tisch 158
Alarminstallatie 43
Alarm, ongewild 44
Alternatieve oliesoorten 214
Anti-blokkeersysteem, ABS 129
Anticipeerhulp 191
Antivries, sproeiervloei‐ stof 75
Aquaplaning 179
Asbak 165
Asbelastingen, gewich‐ ten 245
AUC automatische luchtrecir‐ culatiefunctie 162 Auto buiten bedrijf stel‐
len 240
Auto, inrijden 178
AUTO-intensiteit 162
Autokrik 226
Autolak 238
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassistent 100
Automatische gewenste rij‐ snelheid met Stop & Go 135
Automatische luchtrecircula‐ tiefunctie AUC 162
Automatische start-stop- functie 69
Automatische verlichtingsre‐ geling 99
Automatische versnellings‐ bak, zie Steptronic versnel‐
lingsbak 76
Automatisch vergrende‐ len 42
Auto-onderhoud 238
AUTO-programma, aircondi‐ tioning 159, 161
AUTO-programma, intensi‐ teit 162
Autosleutel, zie Afstandsbe‐ diening 32
Autowasinstallaties 237
B Bagage 181
Bagagedrager, zie Dakdra‐ ger 182
Bagageruimte, opbergvak‐ ken 173
Bagageruimte vergroten 168
Bandbeschadiging 203
Bandenafdichtmiddel 206 Seite 260OpzoekenAlles van A tot Z260
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Condenswater onder deauto 180
Condition Based Service CBS 218
ConnectedDrive 6
ConnectedDrive Services 6
Contact aan 67
Contactdoos 166
Contactdoos achterin 167
Contactdoos, On-Board Dia‐ gnose OBD 219
Contactloos openen van het kofferdeksel 41
Contactsleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Contact uit 67
Control Display 16
Control Display, instellin‐ gen 94
Controle- en waarschuwings‐ lampjes, zie "Check-Con‐
trol" 82
Controlelampjes, zie "Check- Control" 82
Controller 17
Corrosie van de remschij‐ ven 180
Cosmeticaspiegel 165
Coverbanden 204
Cruise-control, zie Actieve gewenste rijsnelheid 135
Cruise-control, zie Snelheids‐ regeling 141
Cupholder, bekerhouder 172
D
Dagrijlicht 100
Dagteller 86
Dakbelasting 245
Dakdrager 182
Dakdrager, zie Dakdra‐ ger 182
Dakhemel 15
Dashboardkastje 170
Datum 87 Deactiveren, airbags 106
Defrost, zie Ruiten ont‐ dooien 162
Diefstalbeveiliging, wielbou‐ ten 227
Diefstalbeveiliging, zie Alarm‐ installatie 43
Diesel 201
Dieselroetfilter 179
Digitale klok 87
Dimlicht 98
Dimmende binnenspiegel 59
Dimmende buitenspiegel 58
Displays reinigen 240
Displayverlichting, zie Instru‐ mentenverlichting 102
Doorlaadsysteem 168
Door water rijden 179
Draaicirkel 244
Draai-drukregelaar, zie Con‐ troller 17
Driving Assistant, zie Intelli‐ gent Safety 113
DSC dynamische stabiliteits‐ controle 129
DTC dynamische tractiecon‐ trole 130
Dynamische remlichten 126
Dynamische schokdemper‐ controle 131
Dynamische stabiliteitscon‐ trole DSC 129
Dynamische tractiecontrole DTC 130
E
ECO PRO 188
ECO PRO, anticipeer‐ hulp 191
ECO PRO, bonusactiera‐ dius 190
ECO PRO-rijstijlanalyse 194
ECO PRO-tip 190
Edelhout, onderhoud 239
Eenheden, maten 95 Een wasstraat binnenrij‐
den 237
Eerstehulpset 231
EfficientDynamics 191
EHBO-tas 231
Eigen veiligheid 7
Elektrische glazen dak 46
Elektrische ruitbediening 44
Elektrische stuurwielvergren‐ deling 59
Elektronische weergaven, in‐ strumentenpaneel 81
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma ESP, zie DSC 129
Energieterugwinning 88
ESP elektronisch stabiliteits‐ programma, zie DSC 129
Externe start 231
F
Flessenhouder, zie Bekerhou‐ der 172
Foutmeldingen, zie "Check- Control" 82
Frontairbags 104
Frontlampen 221
G
Garantie 7
Gebruikte symbolen 6
Gedeeld scherm, split‐ screen 22
Gegevens, technische 244
Geïntegreerde gebruiksaan‐ wijzing in de auto 28
Geïntegreerde sleutel 32
Gemiddelde snelheid 93
Gemiddeld verbruik 93
Geparkeerde auto, condens‐ water 180
Gereedschap 220
Geschikte motoroliesoor‐ ten 214 Seite 262OpzoekenAlles van A tot Z262
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Juiste plaats voor kinde‐ren 61
K Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 179
Kenmerken van aanbevolen banden 204
Keuzehendel, Steptronic ver‐ snellingsbak 76
Keuzelijst op instrumenten‐ paneel 91
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 39
Key Memory, zie Personal Profile 34
Kick-down, Steptronic ver‐ snellingsbak 76
Kilometerteller 86
Kinderen veilig vervoeren 61
Kinderzitje 61
Kinderzitjes, montage 62
Klank 6
Klassen van kinderzitjes, ISO‐ FIX 64
Kleerhaken 173
Kleinste draaicirkel 244
Klimaatregeling 158, 160
Klok 87
Knipperlicht, bediening 72
Knop, start-/stop 67
Koelen, maximaal 161
Koelfunctie 159, 161
Koelmiddel 216
Koelsysteem 216
Koelvloeistof 216
Koelvloeistofpeil 216
Koelvloeistoftemperatuur 86
Kofferdeksel, contactloos openen 41
Kofferdeksel, noodontgren‐ deling 39
Kofferdeksel openen 39
Kofferdeksel sluiten 39 Kofferklep via afstandsbedie‐
ning 37
Kogeldruk 251
Koplampen 221
Koplampen instellen 102
Koplampen, onderhoud 238
Koplampreinigingsinstallatie, zie Ruitenwisserinstalla‐
tie 73
Kort knipperen 72
Koude start, zie Starten van de motor 68
Kriksteunpunten 226
Kunststof, onderhoud 239
L Lading 181
Lak, auto 238
Lampen 220
Lampen vervangen, ach‐ ter 223
Lampglazen 221
Lampje in de buitenspiegel, zie Rijstrookwisselmel‐
ding 123
Lamp, passagiersairbags 106
Lamp vervangen 223
Lamp vervangen, LED-kop‐ lampen 222
Lamp vervangen, voor‐ zijde 221
Lamp vervangen, xenonkop‐ lamp 221
Launch Control 79
Leder, verzorging 239
LED-lampen 221
LED-licht, lampvervan‐ ging 222
Leeftijd van de banden 203
Leeggewicht 245
Lendewervelsteun 51
Lengte, auto 244
Letters en cijfers invoeren 23
Licht 98 Lichtdioden, LED-lam‐
pen 221
Lichten vervangen, ach‐ ter 223
Lichtmetalen velgen, verzor‐ ging 239
Lichtschakelaar 98
Lichtsignaal 73
LIM-toets, zie Handmatige snelheidsbegrenzer 124
Linksrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 102
Loos alarm, zie Ongewild alarm 44
Lordosesteun 51
Luchtcirculatie, zie Luchtre‐ circulatiefunctie 159, 162
Lucht drogen, zie Koelfunc‐ tie 159 , 161
Luchthoeveelheid, aircosys‐ teem 159
Luchthoeveelheid, automati‐ sche airconditioning 162
Luchtrecirculatiefunc‐ tie 159 , 162
Luchtuitstroomopening, zie Ventilatie 163
Luchtverdeling, handma‐ tig 160 , 162
Luchtverdeling, individu‐ eel 160 , 162
M
Maateenheden 95
Make-upspiegel 165
Manoeuvreerlijnen, achteruit‐ rijcamera 149
Markering, banden met nood‐ loopeigenschappen 205
Maten 244
Maximaal koelen 161
Maximumsnelheid, weer‐ gave 90
Maximumsnelheid, winter‐ banden 204 Seite 264OpzoekenAlles van A tot Z264
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15