Achteruitrijlicht en mistachterlicht
vervangen1.De onderste bevestiging losmaken, pijl 1.2.De bovenste bevestiging losmaken, pijl 2.
Daartoe de middelste bevestigingen naar
binnen, en de twee buitenste bevestigin‐
gen naar buiten drukken.
De lampenhouder lostrekken, pijl 3.3.Defecte lamp voor achteruitrij- of mistach‐
terlicht linksom uit de fitting draaien.4.Nieuwe lamp plaatsen.
Lamphouder inbouwen
1.Daarbij de beide contacten, pijl 1, in de
aansluitingen, pijl 2, steken.2.De lampenhouder aandrukken, pijl 3. Erop
letten dat de twee bevestigingen aan de
buitenzijde vastklikken.3.De bekleding weer op het kofferdeksel
klappen en bevestigen.4.De scharnierbekleding over het scharnier
leggen en naar boven schuiven, tot de be‐
vestigingspin vastklikt. De clipverbindingen
sluiten.5.De draadkabel aan de handgreep van de
noodontgrendeling inbouwen en de hand‐
greep aan de bevestiging vastklikken.6.De houder voor de gevarendriehoek mon‐
teren.7.De gevarendriehoek aanbrengen.
Achterlichten,
kentekenplaatverlichting en middelste
remlicht
De lampen maken gebruik van LED-techniek.
Bij een defect contact opnemen met een Ser‐
vice Partner of een gekwalificeerde specialist.
Wiel verwisselen AanwijzingenBij runflat-banden of het gebruik van plakmid‐
delen is het niet noodzakelijk om het wiel direct
te wisselen bij spanningsverlies in het geval
van pech.
Daarom staat geen reservewiel ter beschik‐
king.
Het juiste gereedschap voor het verwisselen
van wielen vindt u als toebehoren bij een Ser‐
vice Partner of een gekwalificeerde specialist.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de aan‐
gegeven posities.
Seite 226MobiliteitVervangen van onderdelen226
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
RPA bandenpechwaarschu‐wing 110
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 205
Rubber, verzorging 239
Rugleuning achterbank om‐ klappen, zie doorlaadsys‐
teem 168
Rugleuningbreedte 51
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 51
Ruitbediening 44
Ruitensproeierinstallatie 73
Ruitensproeiermonden 75
Ruitensproeiers, ruiten 75
Ruitenwisserinstallatie 73
Ruitenwissers, zie Ruitenwis‐ serinstallatie 73
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 75
Run Flat-banden 205
S
Schade, banden 203
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 131
Schakeling, handmatige ver‐ snellingsbak 76
Schakelpaddels op het stuur‐ wiel 78
Schakelpuntindicator 89
Scherm tegen verblin‐ ding 165
Schminkspiegel 165
Schokdempercontrole, dyna‐ misch 131
Schroefdraad voor wegsleep‐ oog 235
Schroefdraad, zie Schroef‐ draad voor wegsleep‐
oog 235 Schroevendraaier, zie Boord‐
gereedschap 220
Schuif-/kanteldak 46
Sensoren, verzorging 240
Servicegeschiedenis 89
Services, ConnectedDrive 6
Servotronic 134
Sfeerverlichting 103
Side View 150
Sigarettenaansteker 165
Signalen bij het ontgrende‐ len 42
Sleepoog, zie "Sleep‐ oog" 235
Sleeptouw voor het slepen/ wegslepen 234
Slepen, zie Slepen/wegsle‐ pen 233
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 106
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 184
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 36
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 209
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 124
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 90
Snelheidslimietinfo 90
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 93
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 124
Snelheidsregeling 141
Snelheidsregeling, actief met Stop & Go 135
Snelheidswaarschuwing 94
SOS-toets 230
Spanning, banden 202 Spanningscontrole, ban‐
den 107
Spanningwaarschuwing RPA, banden 110
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 124
Spiegels 57
Spiegels, memory 56
Splitscreen 22
SPORT+ - programma, rijdy‐ namiek 132
Sportbesturing, variabel 131
Sportmeldingen, koppelweer‐ gave, vermogensweer‐
gave 94
SPORT-programma, rijdyna‐ miek 132
Sportprogramma, versnel‐ lingsbak 77
Spraakgestuurd systeem 25
Sproeiervloeistof 75
Stabiliteitsregelsyste‐ men 129
Stadslicht 98
Standby-modus van de radio 68
Standventilatie 163
Stang voor het slepen/aansle‐ pen 234
Start/stop-knop 67
Starten van de motor 68
Starten van de motor bij sto‐ ring 33
Starten, zie Starten van de motor 68
Startfunctie bij storing 33
Starthulp 231
Starthulp, zie DSC 129
Stationair draaien van de mo‐ tor tijdens het rijden, uitrol‐
len 192
Stationair uitrollen 192
Statusinformatie, iDrive 21 Seite 267Alles van A tot ZOpzoeken267
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15