VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd
worden terwijl men goed rechtop, met
de rug tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A fig. 75 en steek deze in de
sluiting B fig. 75, totdat de klik van het
vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
Druk op knop C fig. 75 om de gordel
los te maken.
Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen, zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich
automatisch aan het lichaam van de
passagier aan, waarbij voldoende
bewegingsvrijheid wordt gelaten.
De oprolautomaat kan blokkeren als de
auto op een steile helling staat: dit is
normaal. Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als de gordel snel word
uitgetrokken of bij hard remmen,
botsingen en bij bochten die op hoge
snelheid worden genomen.
65) 66)
De achterbank is voorzien van
driepuntsveiligheidsgordels met
rolautomaat.
BELANGRIJK
65) Druk niet op knop C tijdens het
rijden.
66) Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel
dragen bij een ongeval
blootgesteld worden aan een
groot risico en bovendien een
gevaar opleveren voor de
inzittenden voorin.
S.B.R. SYSTEEM
(Seat Belt
Reminder)
IN HET KORT
Dit systeem bestaat uit een
akoestisch waarschuwingssignaal
dat, tegelijk met het knipperende
lampje
op het instrumentenpaneel,
de bestuurder waarschuwt wanneer
de veiligheidsgordel niet is omgelegd.
Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om het SBR-systeem
permanent te laten uitschakelen.
De zoemer kan te allen tijde via het
Setup-menu opnieuw worden
ingeschakeld (zie paragraaf
"Menuopties" in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”).
Het systeem waarschuwt de
bestuurder en de passagier op de
voorstoel als hun veiligheidsgordel niet
is vastgemaakt, als volgt:
❒waarschuwingslampje
brandt
permanent en er klinkt een continu
geluidssignaal gedurende de eerste 6
seconden;
75AB0A0059
100
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart"
van het voertuig: dan kunt u zien hoe u
het potentieel ervan optimaal kunt
benutten.
We zullen u laten zien hoe u het
voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echte "maatje"
voor u kan zijn, waarbij het comfort
en de portefeuille niet vergeten worden.DE MOTOR STARTEN ...................122
PARKEREN .....................................123
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK ......................124
BRANDSTOFBESPARING ...............125
AANHANGERS TREKKEN ..............127
WINTERBANDEN ............................128
SNEEUWKETTINGEN ....................128
LANGDURIGE STILSTAND VAN DE
AUTO ..............................................129
121
BELANGRIJK
100) Trap het koppelingspedaal
helemaal in om op juiste wijze te
schakelen. Om die reden mag
er niets op de vloer onder het
pedaalsamenstel liggen. Zorg dat
de vloerbekleding steeds vlak is
en dat hij de slag van de pedalen
niet hindert.
BELANGRIJK
21) Rijd niet met de hand op de
pookknop omdat de uitgeoefende
druk, hoe licht ook, na verloop
van tijd slijtage aan de interne
onderdelen van de
versnellingsbak kan veroorzaken.
BRANDSTOFBESPARING
ALGEMENE
OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Voer de controles en afstellingen uit die
in het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema“ zijn aangegeven
(zie hoofdstuk "Onderhoud en zorg").
Banden
Controleer minstens één keer per
maand de bandenspanning: als de
spanning te laag is, wordt de
weerstand groter en neemt het
brandstofverbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen
bagageruimte. Het gewicht van de auto
en de gewichtsverdeling beïnvloeden
in grote mate het brandstofverbruik en
de stabiliteit. Gebruik voor het vervoer
van grote voorwerpen een aanhanger,
indien mogelijk.Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of de skidrager
na gebruik. Deze accessoires
reduceren de aerodynamica van de
auto, waardoor het brandstofverbruik
toeneemt.
Elektrische apparatuur
Gebruik elektrische apparaten alleen
wanneer nodig. De
achterruitverwarming, de verstralers, de
ruitenwissers en de aanjager van het
ventilatie-/verwarmingssysteem nemen
veel stroom op, waardoor het
brandstofverbruik toeneemt (tot 25% in
stadsverkeer).
Klimaatregelsysteem
Het gebruik van de klimaatregeling doet
het brandstofverbruik toenemen:
gebruik bij voorkeur alleen de ventilatie
als de buitentemperatuur dit toestaat.
Aerodynamische
accessoires
Het gebruik van niet-gecertificeerde
aerodynamische accessoires kan
de aerodynamica en het
brandstofverbruik negatief beïnvloeden.
125
AANHANGERS
TREKKEN
BELANGRIJKE
INFORMATIE
Voor het trekken van aanhangers of
caravans moet de auto zijn voorzien
van een goedgekeurde trekhaak en een
geschikte elektrische installatie. De
trekhaak moet door gespecialiseerd
personeel worden gemonteerd die de
speciale documentatie voor het rijden
over wegen zal overhandigen.
Monteer eventuele speciale en/of extra
buitenspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van
de auto door het gewicht van een
aanhanger of caravan wordt
gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te
halen.
Schakel een lage versnelling in bij een
helling omlaag om een continu gebruik
van de rem te voorkomen.Op de trekhaak rust het gewicht van de
aanhanger waardoor het laadvermogen
van de auto proportioneel wordt
gereduceerd. Om er zeker van te zijn
dat het maximum toelaatbaar
getrokken gewicht (op de
typegoedkeuring vermeld) niet wordt
overschreden, dient men in acht te
nemen dat deze waarde betrekking
heeft op het toelaatbaar gewicht van
volgeladen aanhangwagen, inclusief
accessoires en bagage.
Respecteer de voor elk land specifieke
snelheidsbeperkingen voor auto’s
met aanhanger.
Rijd in geen geval harder dan 100
km/h.
101) 102)
BELANGRIJK
101) Het ABS waarmee de auto is
uitgerust heeft geen controle
over het remsysteem van de
aanhanger. Wees bijzonder
voorzichtig op gladde wegen.102) Probeer nooit de remwerking
van de aanhanger te beïnvloeden
door wijzigingen aan het
remsysteem van het voertuig uit
te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig
onafhankelijk zijn van het
hydraulisch systeem van de auto.
127
LANGDURIGE
STILSTAND VAN DE
AUTO
Tref de volgende voorzorgen als de
auto langer dan een maand niet
gebruikt zal worden:
❒zet de auto in een overdekte, droge
en indien mogelijk goed geventileerde
ruimte en zet de ruiten iets open;
❒controleer of de handrem niet is
aangetrokken;
❒schakel een versnelling in;
❒koppel de minpool van de accu los
en controleer de laadtoestand.
Gedurende de stilstand moet deze
controle iedere drie maanden worden
herhaald;
❒als de accu niet van de elektrische
installatie wordt losgekoppeld,
controleer dan elke maand de lading;
❒maak de met lak gespoten delen
schoon en behandel ze met een
beschermende was;
❒reinig en bescherm de glanzende
metalen delen met speciale middelen
die in de handel verkrijgbaar zijn;
❒bestrooi de wisserrubbers van de
ruitenwissers en achterruitwisser met
talkpoeder en til ze van de ruit op;❒dek de auto af met een doek of een
geperforeerde kunststof hoes.
Gebruik geen dichte plastic hoezen,
omdat het op de carrosserie
aanwezige vocht dan niet kan
verdampen;
❒pomp de banden 0,5 bar boven de
voorgeschreven spanning op en
controleer de spanning met
regelmatige tussenpozen;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af;
129
BELANGRIJK
117) Als de zekering weer doorbrandt, contact opnemen met het Abarth Servicenetwerk.
118) Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
119) Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een hogere stroomsterkte; BRANDGEVAAR.
120) Als een hoofdzekering (MEGA-ZEKERING, MIDI-ZEKERING, MAXI-ZEKERING) doorbrandt, contact opnemen met
het Abarth Servicenetwerk.
121) Alvorens een zekering te vervangen, moet gecontroleerd worden of de contactsleutel uit het slot is genomen en of
alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn uitgeschakeld.
122) Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motorsysteem,
transmissiesysteem) of stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK
27) Als de motorruimte moet worden schoongespoten, voorkom dan dat de waterstraal rechtstreeks op de
zekeringenkast in de motorruimte wordt gericht.
150
NOODGEVALLEN
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒remvloeistofniveau;
❒vloeistofniveau ruitensproeier;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, enz..);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS
LUBRICANTS producten wordt
aanbevolen, omdat deze speciaal voor
Abarth auto's zijn ontworpen en
geproduceerd (zie tabel “Inhouden” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”).
INTENSIEF GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of
caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden
bij lage snelheden of als de auto lang
niet wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);❒laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
161
133) Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir:
ruitensproeiers zijn van
fundamenteel belang voor een
goed zicht. Sommige in de handel
verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn
licht ontvlambaar. De motorruimte
omvat warme onderdelen die bij
contact met de vloeistof brand
kunnen veroorzaken.
134) Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als er per ongeluk
remvloeistof gemorst wordt,
moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen
met water en neutrale zeep.
Vervolgens met veel water
afspoelen. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
135) Het symbool
op het reservoir
geeft aan dat een synthetische
remvloeistof moet worden
gebruikt, dus geen minerale
remvloeistof. Het gebruik van
minerale vloeistoffen kan de
speciale rubberen pakkingen in
het remsysteem onherstelbaar
beschadigen.
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Neem voor het vervangen van de filters
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
ACCU
Het voertuig is voorzien van een
onderhoudsarme accu: onder normale
gebruiksomstandigheden hoeft er
niet bijgevuld te worden met elektrolyt
en gedestilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De werkzaamheden moeten uitgevoerd
worden zoals beschreven in dit
Instructieboek en uitsluitend door
gespecialiseerd personeel. Het bijvullen
mag uitsluitend door deskundig
personeel van het Abarth
Servicenetwerk worden verricht.
ACCU VERVANGEN
136) 137) 138) 139)
33)
4)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, dan
zijn de onderhoudsintervallen die in het
“Onderhoudsschema” van dit
hoofdstuk zijn vermeld, niet meer
geldig.
165