Page 97 of 129

Inleiding976k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 105
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 112Bestuurdersinformatiecentrum:
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het In‐ fotainmentsysteem 3 94
● audioknoppen op het stuurwiel 3 94
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 101.
Page 98 of 129

98InleidingVoor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 101
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.
Bedieningsmodi
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 104.
CD-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 111.Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐
tern apparaat (bijv. USB-apparaat, iPod of smartphone) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 114.
Telefoon
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven.
Selecteer TEL. om een Bluetooth-
verbinding tussen het Infotainment‐ systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐ binding verschijnt het hoofdmenu van
de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 121.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen vaneen Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 118.
Page 99 of 129

Basisbediening99BasisbedieningBasisbediening............................ 99
Geluidsinstellingen ....................100
Volume-instellingen ...................101
Systeeminstellingen ...................101Basisbediening
Instrumentenpaneel
MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de me‐
nu's.Draaien: ● knop op het scherm of menuoptie
selecteren
● om door een lijst met menuopties
te bladeren
● om een instelwaarde te wijzigen
Let op
De geselecteerde optie is gemar‐
keerd.Indrukken: ● geselecteerde knop op het scherm of menuoptie activeren
● een gewijzigde instelwaarde be‐ vestigen
● naar een andere insteloptie over‐
schakelen
● het toepassingsspecifieke sub‐ menu weergeven
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie beschre‐ ven als "...selecteer
knop>/".
Home-toets
Druk op ; op het instrumentenpa‐
neel om het Startscherm te openen.
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's
op BACK om naar het naasthogere
menu terug te gaan.
Page 100 of 129

100BasisbedieningSoftkeys
Druk op een van de softkeys om de
favoriet of functieschermtoets direct
boven de betreffende softkey te acti‐
veren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie beschre‐ ven als "...selecteer
knop>/".
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Stelt u deze in een van de
menu's in, dan wordt dit automatisch
ook voor alle overige bronmodi over‐
genomen. Het menu is toegankelijk
vanuit elk specifiek hoofdmenu audio.
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Tooninstellingen .
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Laag , Mid. of Hoog te ac‐
tiveren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om fade te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Bal. te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en druk op
MENU om EQ (Equalizer) te active‐
ren.
Deze opties bieden voor de muziek‐ stijl geoptimaliseerde voorkeurinstel‐
lingen voor lage, midden en hoge to‐
nen.
Draai aan MENU om door de verschil‐
lende opties te bladeren.
Druk op MENU om de geselecteerde
optie te bevestigen.
Page 101 of 129

Basisbediening101Let op
Staat EQ ingesteld op Aangepast,
dan kunnen Laag, Mid. en Hoog
handmatig worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens
Maximumvolume bij starten .
Draai aan MENU om het volume te
regelen.
Automatische volumeaanpassing Het volume kan automatisch wordenafgestemd op de snelheid van de
auto.
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. . Blader door de lijst en se‐
lecteer Radio en vervolgens Volume
autom. .
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Volume autom. om de in‐
stelling vanuit een audio-hoofdmenu te benaderen.Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en
aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden ge‐
configureerd.Tijd
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Tijd.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer AUTOSET onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk 12-24 u. on‐
derin het scherm om een tijdmodus te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer Klokweergave om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
Page 102 of 129

102BasisbedieningTaalDruk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Taal.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus
Is de valetmodus geactiveerd, dan zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
Voertuigmeldingen blijven geacti‐
veerd.
Het systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Personeelsmodus . Er verschijnt een
toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en se‐ lecteer INVOEREN . Het toetsenblok
wordt opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer VERGREND. . Het systeem is
vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.Voer de betreffende viercijferige code
in en selecteer ONTGREND.. Het
systeem is ontgrendeld.
Pincode vergeten
Neem contact op met uw garage om
de pincode naar de standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Display .
Selecteer Display uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Page 103 of 129

Basisbediening103Druk op een knop in het instrumen‐
tenpaneel om het display weer te ac‐
tiveren.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstell. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om gekoppelde Bluetooth-apparaten, telefoonlijsten of favorieten te verwij‐
deren.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer WISSEN. De gegevens zijn
gewist.Radio-instellingen herstellen
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om Infotainmentinstellin‐
gen (bv. geluidsinstellingen) te reset‐
ten.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie Druk op ; en selecteer INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Dit menu bevat specifieke informatie
over de software.
Page 104 of 129

104RadioRadioGebruik...................................... 104
Zender zoeken ........................... 104
Favorietenlijst ............................. 105
Radio Data System (RDS) .........107
Digital Audio Broadcasting ........108Gebruik
De radiofunctie is geïntegreerd in de
AUDIO -toepassing.
Activeren van de radiofunctie
Druk op RADIO.
Frequentiebereik selecteren Druk herhaaldelijk op RADIO op het
instrumentenpaneel om tussen de
verschillende golfbereiken te wisse‐
len.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk op t of v om de vorige of vol‐
gende zender te beluisteren.
Handmatig zender zoeken Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los wanneer de vereiste fre‐
quentie bijna bereikt is.
Handmatig afstemmen
FM- en DAB-golfband
Druk op MENU om het golfbereik‐
menu te openen en selecteer vervol‐
gens Handmatig afstemmen .
Afhankelijk van de gekozen golfband,
wordt er een lijst met alle FM- of DAB- frequenties getoond.
Kies de gewenste frequentie.
AM-frequentiebereik
Draai aan MENU en stel de optimale
ontvangstfrequentie in.