2016.5 OPEL ASTRA K display

[x] Cancel search: display

Page 133 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen131Uitstapverlichting: Activeert of
deactiveert de uitstapverlichting
en wijzigt de duur ervan.
Links- of rechtsrijdend verkeer :
Schakelt om tussen verlichting
voor l

Page 137 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen135Noodhulpdiensten
Druk in een noodsituatie op  [ om een
adviseur te spreken. De adviseur
neemt vervolgens contact op met de
(nood)hulpdiensten en stuurt ze naar
uw l

Page 139 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen137Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een ac‐
count waar alle gegevens in zijn op‐
geslagen. Druk op  Z en spreek met
een adviseur of log in bij uw account a

Page 142 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 140VerlichtingKoplampverstellingHandmatige koplampverstelling 
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwiel‐
tje  ? in de gewenste stan

Page 143 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting141automatisch aan de situatie aan voor
een optimale lichtverdeling voor de bestuurder.
Sommige functies van de led-koplam‐
pen kunnen vanuit het menu Per‐
soonlijke instellingen worden

Page 148 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 146VerlichtingHet mistachterlicht is gedeactiveerd
wanneer er een aanhanger of een
stekker op het contact is aangesloten,
bijv. wanneer een fietsdrager is ge‐
plaatst.
Parkeerlichten
Bij het parkere

Page 150 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 148VerlichtingVerlichtingsfunctiesVerlichting middenconsole
De spot in de interieurverlichting gaat aan wanneer de koplampen worden
ingeschakeld.
Instapverlichting
Welkomstverlichting
De volgende verl

Page 151 of 307

OPEL ASTRA K 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting1493. Open het bestuurdersportier.
4. Richtingaanwijzerhendel naar u toe trekken.
5. Sluit het bestuurdersportier.
Wordt het bestuurdersportier niet ge‐
sloten, dan gaat de verlichting na