Instrumenten en bedieningsorganen99Graphic-Info-DisplayDruk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Tijd en datum .
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om het betref‐
fende submenu te openen.
Selecteer Auto In. onder in het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit
(handmatig) .
Als u Uit (handmatig) selecteert, kunt
u de uren en minuten instellen.
Druk op de schermtoets 12-24 uur on‐
der in het scherm tot u de gewenste
tijdnotatie vindt.
Als de 12-uurs modus wordt geselec‐ teerd, verschijnt er een derde kolom
voor AM en PM. Selecteer de gewen‐
ste optie.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om het be‐
treffende submenu te openen.
Selecteer Auto In. onder in het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit
(handmatig) .
Als u Uit (handmatig) selecteert, kunt
u de datum instellen.
7'' Colour-Info-Display
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Tijd en datum om het be‐
treffende submenu weer te geven.Tijdformaat instellen
Selecteer de gewenste tijdnotatie door op het scherm de toetsen 12 h
of 24 h aan te raken.
Datumformaat instellen
U selecteert de gewenste datumno‐
tatie door op Datumformaat instellen
te drukken en een van de beschik‐
bare opties te kiezen.
Automatisch
Selecteer Automatisch om aan te ge‐
ven of de datum en tijd automatisch
of handmatig worden ingesteld.
Selecteer Aan - RDS om de datum en
tijd automatisch in te stellen.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd handmatig in te stellen.
Als Automatisch op Uit -
Handbediend wordt ingesteld, zijn de
submenu-opties Tijd instellen en
Datum instellen beschikbaar.
Tijd en datum instellen
Selecteer Tijd instellen of Datum
instellen om de tijd en datum in te
stellen.
Instrumenten en bedieningsorganen117Brandt groenDe cruise control is actief. De inge‐
stelde snelheid wordt in het Driver In‐ formation Center aangegeven.
Cruise control 3 187.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen of geel.
Brandt groen
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.
Brandt geel
De afstand tot een voorligger wordt te kort of wanneer u een ander voertuig
te snel nadert.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 190.
Snelheidsbegrenzer L brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.Brandt groen
Snelheidsbegrenzer is actief. Inge‐
stelde snelheid wordt aangegeven bij
symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 189.
Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 207.
Portier open h brandt rood.
Een portier of de achterklep is ge‐ opend.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Center is on‐
dergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de in‐
strumentengroep is het Driver Infor‐
mation Center verkrijgbaar als Midle‐
vel-display of Uplevel-display.
De indicatie op het Driver Information Center is afhankelijk van de uitrus‐
ting:
● kilometerteller en dagteller
● voertuiginformatie
● informatiemenu dagteller/brand‐ stof
● informatie over zuinig rijden
● boord- en waarschuwingsinfor‐ matie
● audio- en Infotainmentinformatie
● telefooninformatie
● navigatie-informatie
● auto-instellingen
118Instrumenten en bedieningsorganenMidlevel-display
Hoofdmenu's zijn:● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door ;, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door ?, zie beschrijving
hieronder.
● Eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐
onder.
Enkele van de weergegeven functies zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies
zijn alleen actief als met de auto wordt gereden.
Menu’s en functies selecteren
U selecteert de menu’s en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐ zerhendel.
Druk op MENU om tussen de hoofd‐
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu van het hoofdmenu te selecte‐
ren of om een numerieke waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en on‐
derhoudsinformatie op het Driver In‐
formation Center. Bevestig berichten
door op SET/CLR te drukken. Boord‐
informatie 3 125.
Uplevel-display
Hoofdmenu's zijn: ● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door Info, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Audio-informatie, weergegeven door Audio , zie beschrijving hier‐
onder.
122Instrumenten en bedieningsorganenTegelijkertijd wordt de gemiddelde
verbruikswaarde weergegeven.
Menu Audio
In het menu Audio kunt u naar muziek
zoeken, uit favorieten selecteren of
van audiobron wisselen.
Zie handleiding bij het infotainment.
Menu Telefoon In het menu Telefoon kunt u telefoon‐
gesprekken beheren en voeren, door contactpersonen scrollen of hands‐
free telefoneren.
Zie handleiding bij het infotainment.
Menu Navigatie
In het menu Navigatie kunt u route‐
begeleiding inschakelen.
Zie handleiding bij het infotainment.
Menu Voertuiginformatie, ? of
Opties
De onderstaande lijst bevat alle mo‐gelijke pagina's van het Optiemenu.
Sommige zijn voor uw specifieke autowellicht niet beschikbaar. Afhankelijk
van het display zijn sommige functies weergegeven als symbool.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren en
volg de instructies in de submenu's op:
● Eenheden
● Infopagina's
● Snelheidswaarschuwing
● Band belasten
● Software-informatie
Eenheden
Druk tijdens het weergeven van Een‐ heden op SET/CLR of >. Selecteer
de gewenste eenheden door de ver‐ stelknop te draaien of op P te druk‐
ken. Bevestig met SET/CLR of 9.
Infopagina's Druk tijdens het weergeven van Info‐pagina's op >. Er verschijnt een lijst
met alle opties in het menu Info. Se‐ lecteer de functies die op de pagina
Info moeten worden weergegeven
door op 9 te drukken. Geselecteerde
pagina's hebben een 9 in een aan‐kruisvakje. Niet-zichtbare functies
hebben een leeg aankruisvakje. Zie
Menu Info bovenstaand.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR of > te drukken ter‐
wijl de pagina wordt weergegeven.
Verdraai het stelwiel of druk op Q of
P om de waarde te selecteren en
wijzigen. Druk op SET/CLR of 9 om
de snelheid in te stellen. Na het in‐
stellen van de snelheid kan deze
Instrumenten en bedieningsorganen137Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een ac‐
count waar alle gegevens in zijn op‐
geslagen. Druk op Z en spreek met
een adviseur of log in bij uw account als u accountinformatie wilt verande‐
ren.
Als de OnStar-service voor een an‐
dere auto moet worden gebruikt, druk
dan op Z en vraag of de account op
de nieuwe auto kan worden overge‐
dragen.
Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt af‐
gevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de On‐
Star-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Een be‐
richt op het Info-Display geeft door
dat deze informatie is verzonden.
Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j tot u een audiobericht
hoort.Het deactiveren wordt aangegeven
door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer
wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer be‐
schikbaar.
Let op
OnStar wordt in een noodsituatie al‐ tijd geïnformeerd over de voertuig‐
locatie.
Ga naar het document met het priva‐
cybeleid in uw account.
Software-updates
OnStar kan op afstand software-up‐
dates uitvoeren, zonder dat zij u daar‐ over van tevoren inlichten of om uw
toestemming vragen. Deze updates
verbeteren of behouden de veiligheid
en beveiliging of de werking van uw
voertuig.
Deze updates kunnen betrekking
hebben op privacykwesties. Ga naar
het document met het privacybeleid
in uw account.