136Rijden en bediening2. Afdekking met geschikte schroe‐vendraaier losmaken en verwijde‐
ren.
3. Schroef de beschermdop linksom
los van de vulpijp.
4. Steek het vulpistool geheel in de vulpijp en zet het open.
5. Breng de beschermdop na het bijtanken weer aan en schroef
deze rechtsom vast.
6. Kap weer aanbrengen.
AdBlue-jerrycan Let op
Tank AdBlue alleen bij vanuit de daarvoor bedoelde jerrycans om te
voorkomen dat er teveel AdBlue
wordt bijgetankt. Bovendien stro‐
men de dampen vanuit de tank dan
in de jerrycan en komen deze niet
vrij.
Let op
Controleer vóór het bijtanken van AdBlue de houdbaarheidsdatum er‐van, omdat het maar beperkt mee‐
gaat.
1. Schakel de motor uit en trek de sleutel uit het contactslot.
2. Afdekking met geschikte schroe‐ vendraaier losmaken en verwijde‐
ren.
3. Schroef de beschermdop linksom
los van de vulpijp.
4. Bevestig de adapter (in hand‐ schoenenkastje) op de vulpijp.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
Rijden en bediening1376. Sluit een uiteinde van de slangaan op de jerrycan en schroef hetandere uiteinde op de vulpijpa‐
dapter.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is.
8. Schroef de slang van de vulpijpa‐ dapter.
9. Verwijder de adapter en leg deze weer in het bakje in het hand‐
schoenenkastje.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
11. Kap weer aanbrengen.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan en -slang
volgens de lokale milieuregels af.
Let op
Blijf als het systeem niet herkent dat er AdBlue is bijgetankt continu ge‐
durende 10 minuten rijden met een
snelheid van meer dan 20 km/u.
Als de bijgetankte AdBlue herkend
is, verdwijnen de waarschuwingen m.b.t. het AdBlue-peil.Neem als de bijgetankte AdBlue na
enige tijd met draaiende motor niet
gedetecteerd is contact op met een
werkplaats.
Let op
Als er gedurende de laatste 2 jaar
minder dan 10 liter AdBlue is bijge‐
tankt, moet de resterende vloeistof
worden ververst, aangezien AdBlue
een beperkte levensduur heeft. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Bij niet opvolgen ervan kan het se‐
lectieve katalysatorreductiesysteem
beschadigd raken.
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐ pen. De AdBlue-tank heeft een spe‐
ciale tankdop.
Storing
Als het systeem een bedrijfsstoring
detecteert, licht controlelamp Y op en
klinkt er een geluidssignaal. Onmid‐
dellijk hulp van een werkplaats inroe‐
pen.
Er kan een betreffend bericht op het
Driver Information Center verschijnen
3 93.Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak
kunt u zowel automatisch (automati‐
sche modus) als handmatig schake‐
len (handmatige modus).
Versnellingsbakdisplay
Het versnellingsbakdisplay verschijnt op het Driver Information Center
3 93, in het midden van de instru‐
mentengroep.
208Service en onderhoudMotorolieviscositeit
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de betreffende viscositeits‐ index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 211.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Dezeconcentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐ oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 133.
212Technische gegevensMotorgegevensVerkoopaanduiding2.0 CDTI2.2 CDTI2.2 CDTIMotoraanduidingB 20 DTHA 22 DMA 22 DMHAantal cilinders444Cilinderinhoud [cm3
]195622312231Motorvermogen [kW]125120135bij 1/min375038003800Koppel [Nm]400350400bij 1/min1750-250020002000BrandstofsoortDieselDieselDiesel
AdBlue 3 133.
216Technische gegevensInhouden
MotorolieMotorB 20 DTHA 22 DMA 22 DMHinclusief filter [l]4,95,65,6tussen MIN en MAX [l]1,01,01,0
Brandstoftank
Diesel, nominale inhoud [l]65
AdBlue-tank
AdBlue, nominale inhoud [l]12,2
222Trefwoordenlijst12V-aansluiting............................. 59
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............207, 211
Aandrijving op alle wielen ............88
Aanduidingen op banden ..........186
Aanhangerstabilisatie ................158
Aanhanger trekken ....................155
Aansluitingen voor accessoires ....79
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 160
Accu...................................... 86, 166
Accu, starthulp gebruiken ...........199
Achterklep..................................... 23 Achterlichten .............................. 173
Achterruitverwarming ................... 32
Achteruitrijlichten .......................111
Actieve hoofdsteunen .............34, 35
AdBlue .................................. 90, 133
Afmetingen auto ........................214
Afstandsbediening ........................20
Airbag deactiveren ....................... 50 Airbag-deactivering ...................... 85
Airbag en gordelspanners ...........85
Airbaglabel.................................... 45
Airbagsysteem ............................. 45
Airconditioning ........................... 117
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 123
Alarmknipperlichten ...................109
Algemene informatie .................. 154Algemene richtlijnen voor het rijden ............................... 124, 125
All-wheel drive ........................... 142
Andere auto slepen ...................202
Antiblokkeersysteem .................144
Antiblokkeersysteem (ABS) .........87
Armsteun ................................ 39, 41
Armsteun met opbergruimte ........59
Autogegevens ............................ 211
Autokrik....................................... 184
Automatische dimfunctie .......29, 30
Automatische koplamphoogteregeling .............92
Automatische niveauregeling ....
........................................ 108, 149
Automatische verlichting ............ 108
Automatische versnellingsbak ...
.......................................... 86, 137
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 203
Auto slepen ................................ 201
Auto stallen ................................. 160
Autostop ..................................... 128
Auto wassen ............................... 203
B Bagageruimte ........................ 23, 69
Bagageruimte-afdekking .............69
Bagageruimteverlichting .............113
223Banden- en wielmaat,verwisselen ............................. 191
Bandenreparatieset ...................192
Bandenspanning ...............102, 186
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .......................... 90, 102, 187
Bandenspanningswaarden ........217
Banden verwisselen ...................195
Bedieningsorganen ......................74
Bekerhouders ............................... 58
Bekleding, reinigen .....................205
Beladingsinformatie .....................72
Beslagen lampglazen ................111
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 149
Beveiliging van de auto ................24
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............112, 174
BlueInjection ............................... 133
Board-Info-Display .......................93
Bolle vorm .................................... 28
Boordcomputer op Board-Info-Display ..................102
Boordcomputer op Graphic- Info-Display of Colour-Info-
Display ................................... 104
Boordgereedschap .....................184
Brandblusser ................................ 71
Brandstofbesparingsmodus ..........91
Brandstoffilter aftappen ...............91Brandstofmeter ............................ 81
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 154
Brandstof voor dieselmotoren ...152
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................77
Buitenverlichting .........................107
C Car Pass ...................................... 20
Cd-bak .......................................... 57
Centrale vergrendeling ................21
Check-Control............................. 102
Claxon ................................... 13, 74
Conformiteitsverklaring ...............218
Consolenet ................................... 57
Contactslotstanden ....................127
Controlelampen ......................80, 82
Controlelampje aanhanger ..........92
Controle levensduur motorolie .....90
Controle over de auto ................125
Controles .................................... 161
Cruise control ...................... 92, 149
D Dagrijlicht ................................... 109
Dagteller ...................................... 81
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 71
Dakdrager .................................... 71
Dakdragersysteem .......................72De belangrijkste informatie voor
uw eerste rit................................. 6
DEF ............................................ 133
Derde remlicht ....................111, 174
Detectiesystemen .......................151
Diefstalalarmsysteem ............25, 93
Dieselbrandstoffilter ...................168
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 168
Dieselpartikelfilter .........................86
Dieseluitlaatvloeistof ...................133
Dimlicht of grootlicht ...........107, 108
Draagsysteem achterzijde ............59
Driepuntsgordel ........................... 43
Driver Information Center .............93
E Economisch rijden ......................124
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............79
Elektrische handrem ............87, 145
Elektrische handrem defect ..........87
Elektrische stoelverstelling ...........38
Elektrische stuurbekrachtiging ...126
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 175
Elektronische rijprogramma's ....140
Elektronische stabiliteitsregeling ..88
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 147