Page 97 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-21
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief wei-
nig grip totdat ze zijn “ingereden”.
Het is dan ook verstandig de eerste
100 km (60 mi) nadat een nieuwe
band is aangebracht rustig te blij-
ven rijden en pas daarna de rijsnel-
heid te verhogen.
Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.
Pas de bandspanning steeds aanvolgens de rijomstandigheden.
DAU66460
Magnesium gietwielenLet voor maximale prestaties, duurzaam-
heid en een veilige werking van uw motor-
fiets op de volgende punten met betrekking
tot deze wielen.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een band of wiel
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel kan re-
sulteren in slechte prestaties, slechte
rijeigenschappen en een kortere le-
vensduur van de band.
Deze wielen zijn gemaakt van magnesium
en vereisen speciale zorg.
Gebruik voor het uitbalanceren van
het wiel plakgewicht en om krassen op
het wiel te voorkomen.
Controleer het wiel regelmatig op inke-
pingen en krassen. Gebruik een lak-
stift of een ander afdekmiddel om
corrosie te voorkomen.
Volg voor reiniging de instructies op pagina 8-1.
2CR-9-DG.book 21 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 98 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-22
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU67341
Vrije slag van koppelingshendel
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
op de koppelingshendel richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting (b) voor minder
vrije slag van de koppelingshendel.OPMERKINGGa als volgt te werk als op de hierboven be-
schreven werkwijze de voorgeschreven
vrije slag van de koppelingshendel niet
wordt gehaald. 1. Draai de stelbout bij de koppelings- hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
2. Verwijder stroomlijnpaneel B. (Zie pagina 7-8.)
3. Stel de borgmoer losser verder naar
beneden op de koppelingskabel.
4. Draai de stelmoer van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
5. Draai de borgmoer aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU37914
Vrije slag van remhendel
controlerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsyste em inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzig gevoel in de rem-
hendel kan betekenen dat er lucht in het
hydraulisch systeem aanwezig is. Als er
lucht in het hydraulisch systeem zit, laat
dan het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine wordt
gebruikt. Lucht in het hydraulisch sy-
steem heeft een negatief effect op de
remwerking, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendel
1
2 (a)
(b)
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de
koppelingshendel
1 2
(a)(b)
1. Geen vrije slag remhendel
1
2CR-9-DG.book 22 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 99 of 128
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-23
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
ongeluk als gevolg.
DAU36504
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Laat
de remlichtschakelaars indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
DAU22393
Controleren van voor- en
achterremblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
blokslijtage te controleren. Wanneer een
remblok zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator de remschijf bijna raakt, vraag1. Slijtage-indicator remblok
1
2CR-9-DG.book 23 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 100 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-24
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
DAU48071
Remblokken achterrem
Elk achterremblok heeft een eigen slijta-
ge-indicatorgroef, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te de-
monteren. Let op de slijtage-indicatorgroef
om de remblokslijtage te controleren. Wan-
neer een remblok zover is afgesleten dat de
slijtage-indicatorgroef bijna zichtbaar is,
vraag dan een Yamaha-dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU22582
Controleren van
remvloeistofniveauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van het
reservoir horizontaal staat. Vul indien nodig
remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uitslui-
tend DOT 4 remvloeistof uit een on-
aangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
1
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveauAanbevolen remvloeistof:
DOT 4
1
2CR-9-DG.book 24 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 101 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-25
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-belvorming kan optreden.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders, de
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de intervalperioden of wanneer ze
lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU22762
Spanning aandrijfkettingDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22776
Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-wicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond.
Spanning aandrijfketting: 25.0–35.0 mm (0.98–1.38 in)
2CR-9-DG.book 25 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 102 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-26
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.
DAU34318
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.1. Draai de wielasmoer los en draai dan de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.
LET OP: Een onjuiste kettingspan- ning leidt tot overbelasting van de
motor en andere essentiële onder-
delen van de machine en kan resul-
teren in overslaan of breken van de
ketting. Houd om dit te voorkomen
de kettingspanning binnen de ge-
specificeerde waarden.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de ach-
terbrug om zeker te zijn dat beidekettingspanners dezelfde positie hebben.
3. Trek de asmoer en daarna de borg- moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
1. Spanning aandrijfketting
1
1. Wielasmoer
2. Aandrijfkettingspanner
3. Stelbout spanning aandrijfketting
4. Borgmoer
5. Uitlijnmerktekens
1
2 3
45
(a)
(b)
Aanhaalmomenten: Wielasmoer:
190 Nm (19 m·kgf, 137 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
2CR-9-DG.book 26 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 103 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-27
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU23026
Aandrijfketting reinigen en
smerenDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-bieden is gereden. 1. Reinig de aandrijfketting met petrole- um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettingen.
LET OP: Breng geen motorolie of
andere smeermiddelen aan op de
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11112] DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle k
abels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buite nbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de beweging
van kabels. Vervang beschadigde ka-
bels zo snel mogelijk om onveilige om-
standigheden te voorkomen.
[DWA10712] DAU23115
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabelDe werking van de gas
greep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend wa-
ter. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan schoon
met een vochtige doek.
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
2CR-9-DG.book 27 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 104 of 128
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-28
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU44275
Rem- en schakelpedalen
controleren en smerenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
Rempedaal Schakelpedaal
DAU23144
Rem- en koppelingshendels
controleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhendel
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
2CR-9-DG.book 28 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分