Page 49 of 118
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-34
3
3. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het referentiemerkteken is
uitgelijnd met het “L ”-merkteken zoals
getoond. 4. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het bestuurderszadel in zadel-
bevestiging A zoals getoond.
Het bestuur dersza del in d e hoge stan d
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-33.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze uit te trekken. 3. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het referentiemerkteken is
uitgelijnd met het “H”-merkteken zo-
als getoond.1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “L”
3. Referentiemerkteken
1
3
2
1
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
1
2
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “H”
3. Referentiemerkteken
1
2 3
1
U2KBD1D0.book Page 34 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 50 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-35
3
4. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-de van het bestuurderszadel in zadel-
bevestiging B zoals getoond.OPMERKINGControleer of het bestuurderszadel stevig is
vergrendeld alvorens te gaan rijden.
DAU58982
KuipruitAl naar gelang de voorkeur van de bestuur-
der kan de kuipruit in vier verschillende
standen worden gezet.
De kuipruithoo gte aanpassen
1. Draai de stelknop van de kuipruit- hoogte aan beide zijden van de kuip-
ruit terug totdat weerstand voelbaar
is. LET OP: Draai de knop niet voor-
b ij het punt waarop weerstan d voel-
b aar wor dt. Hierd oor kan d e knop
b eschad igd raken.
[DCA20211]
2. Trek de schuifplaathouders naar bui-
ten en stel dan de kuipruithoogte af. 3. Lijn de schuifplaathouders op de ge-
wenste positie uit met de merktekens.
OPMERKINGZorg ervoor dat de schuifplaathou-
ders aan beide zijden van de kuipruit
zijn uitgelijnd me t de merktekens op
dezelfde hoogte.
Zorg ervoor dat het uitsteeksel op elke
schuifplaathouder in het correspon-
derende gat in de schuifplaat valt.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging B (voor hoge stand)
1
2
1. Stelknop kuipruithoogte
1
1. Schuifplaathouder
1
U2KBD1D0.book Page 35 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 51 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-36
3
4. Draai de stelknoppen vast.
DAU55424
De voor- en achtervering afstel-
lenDit model is uitgerust met een elektronisch
verstelbaar veringsysteem. De voorspan-
ning van de achterschokdemper en de
veerdemping van zowel de voorvork als de
achterschokdemper kunnen worden afge-
steld.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.Voorspannin g
Wanneer u rijdt met bagage of een passa-
gier, gebruikt u de afstelfunctie voor de
voorspanning om het veringsysteem aan te
passen aan de belasting. Er zijn 4 voor-
spanningsinstellingen.OPMERKING De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer
de motor draait.
Wanneer u de voorspanningsinstelling
wijzigt, worden ook de veerdempin-
gen van de voor- en achtervering
overeenkomstig aangepast. Zie
“Veerdemping” op pagina 3-38 voor
meer informatie.
Bediening bij koude temperaturen:
• Bij gebruik van de afstelfunctie voor
de voorspanning mag er geen ge-
wicht rusten op de machine.
• Wanneer u de afstelfunctie voor de
voorspanning gebruikt bij omge-
vingstemperaturen in de buurt van
of lager dan 0 °C (32 °F), kan het
waarschuwingslampje elektronisch
verstelbaar veringsysteem gaan
branden ter bescherming van de
motor van de afstelfunctie voor de
voorspanning.
• De vering werkt nog steeds nor-
maal, alleen kunt u de afstelfunctie
voor de voorspanning niet gebrui-
ken.
• Als u het waarschuwingslampje elektronisch verstelbaar veringsy-
steem wilt terugzetten, wacht u on-
geveer 6 minuten en draait u
vervolgens de sleutel naar “OFF” of
draait u de sleutel direct naar “OFF”
en wacht u vervolgens 6 minuten.
1. Referentiemerkteken
2. Schuifplaat
2
1
U2KBD1D0.book Page 36 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 52 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-37
3
• Als het waarschuwingslampje elek-tronisch verstelbaar veringsysteem
blijft branden, moet u het veringsy-
steem laten controleren door een
Yamaha-dealer.
De voorspanning afstellen1. Draai de sleutel naar “ON”, start de motor en zet de versnellingsbak ver-
volgens in de vrijstand.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU” om de functieweergave te schakelen
naar de afstelfunctie voor de voor-
spanning. 3. Gebruik de selectieschakelaar om het
pictogram van de gewenste voor-
spanningsinstelling te selecteren.
Selecteer uit de volgende 4 picto-
grammen de instelling die overeen-
komt met de beladingssituatie. Tijdens het afstellen van de voorspan-
ning toont de informatieweergave een
groep punten die in een cirkel bewe-
gen. Wanneer het geselecteerde pic-
togram weer wordt weergegeven, is
het afstellen van de voorspanning vol-
tooid.1. Functieweergave
2. Afstelling voorspanning
3. Pictogram voorspanningsinstelling
GEARN
132
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
12
1. Alleen bestuurder
2. Bestuurder met bagage
3. Bestuurder met passagier
4. Bestuurder met passagier en bagage1
2
3
4
U2KBD1D0.book Page 37 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 53 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-38
3
Tijdens het afstellen van de voorspanning
kan de informatieweergave als volgt wijzi-
gen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid of de motor wordt uitgezet ter-
wijl de voorspanning wordt ingesteld,
gaat het volgende pictogram voor de
voorspanningsinstelling knipperen om
u te waarschuwen dat de huidige
voorspanningsinstelling niet overeen-
komt met het pictogram. Als dit ge-
beurt, moet u de voorspanning
opnieuw afstellen.
Als de machine gaat rijden, gaat het
volgende pictogram voor de voor-
spanningsinstelling knipperen om u te
waarschuwen dat de huidige voor-
spanningsinstelling niet overeenkomt
met het pictogram. Als dit gebeurt,
moet u de machine stoppen en de
voorspanning opnieuw afstellen.
Als u de voorspanning herhaaldelijk
afstelt, gaat het pictogram voor de
voorspanningsinstelling 4 maal knip-
peren en kunt u de voorspanning niet
afstellen. Wacht ongeveer 6 minuten
totdat de motor van de afstelfunctie
voor de voorspanning is afgekoeld en
probeer de voorspanning vervolgens
opnieuw af te stellen.
Veer dempin g
Binnen elke voorspanningsinstelling zijn er
3 veerdempingsinstellingen: “HARD”
(hard), “STD” (standaard) en “SOFT”
(zacht). Wanneer u de voorspanningsinstel-
ling wijzigt, worden de veerdempingsinstel-
lingen overeenkomstig gewijzigd. (Het
elektronisch verstelbare veringsysteem
wordt automatisch aangepast aan de laatst
ingestelde veerdempingsinstellingen voor
die voorspanningsinstelling.) Als u de veer-
GEARN
GEARN
GEARN
GEARNGEAR1HARD
+3
GEARN
GEARN
GEARN
U2KBD1D0.book Page 38 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 54 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-39
3
demping nauwkeurig wilt afstellen, kunt u
elke veerdempingsinstelling instellen op 7
verschillende niveaus.OPMERKINGAls de voorspanningsinstelling niet juist is
voltooid: De veerdempingsinstelling en het in-
stelniveau knipperen 4 maal en kun-
nen niet worden aangepast als u deze
probeert aan te passen terwijl de ma-
chine stilstaat.
Het pictogram voor de voorspan-
ningsinstelling knippert en de veer-
demping kan niet worden aangepast
als u deze probeert aan te passen ter-
wijl de machine rijdt. Zorg dat de voorspanning juist is ingesteld
voordat u de veerdemping gaat afstellen.
De veerdemping en het niveau voor deveerdempingsinstelling afstellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om de functieweergave te schakelen
naar de afstelfunctie voor de veer-
demping.
3. Gebruik de selectieschakelaar om “HARD”, “STD” of “SOFT” te selecte-
ren. 4. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
5. Gebruik de selectieschakelaar om het
gewenste niveau voor de veerdem-
pingsinstelling te selecteren.
1. Veerdempingsinstelling
2. Niveau veerdempingsinstelling
GEARNHARD+3
21
1. Functieweergave
2. Afstelling veerdemping
GEARN
STD0
12
1. Veerdempingsinstelling
1. Niveau veerdempingsinstelling
GEARNHARD 0
1
GEARNHARD
+3
1
U2KBD1D0.book Page 39 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 55 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-40
3
OPMERKINGU kunt de veerdempingsinstelling instellen
op 7 niveaus (+3, +2, +1, 0, –1, –2 en –3).
“+3” is het hardste niveau en “–3” is het
zachtste niveau.6. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Als de machine beweegt terwijl u de veer-
demping afstelt, schakelt de informatie-
weergave naar de weergavemodus.
WAARSCHUWING
DWA16421
De achterschok demperunit is gevul d
met stikstof gas on der ho ge druk. Lees
d e on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er ver der vanaf.
Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of b escha di-
g in g van de cilin der. Scha de aan de
cilin der s zal resulteren in slechte
d empin gsp
restaties.
Werp een beschad igde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU49702
Ba gag ed ra gersDeze machine is voorzien van een stan-
daardbagagedrager en een extra bagage-
drager onder het duozadel. De extra
bagagedrager vergroot het laadoppervlak
en laadvermogen van de standaardbaga-
gedrager.
Raadpleeg voor het gebruik van de extra
bagagedrager uw Yamaha dealer.
Stan daar dba gag ed ra ger
1. Afstelling veerdemping
2. Veerdempingsinstelling
3. Pictogram voorspanningsinstelling
GEARNHARD
+3
GEAR1HARD
+3
123
1. Standaardbagagedrager
1
U2KBD1D0.book Page 40 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 56 of 118
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-41
3
Extra bag ag ed ra ger
WAARSCHUWING
DWA15482
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 205 k g (452 l b) voor d e
machine niet.
Ga niet zitten op d e standaar d- of
extra bag ag ed ra ger en neem er
nooit een passag ier op mee.
Overschrij d nooit het laa dvermo-
g en van d e standaar dba geg ed ra ger
van 5 k g (11 l b).
Overschrij d nooit het laa dvermo-
g en van de extra bag ag ed ra ger van
5 k g (11 l b).
LET OP
DCA16822
Til de machine niet op aan een bag ag e-
d ra ger.
DAU49491
Ba gag eriem bevesti gin gEr zijn vier bagageriembevestigingspunten
aangebracht onder het duozadel.
1. Extra bagagedrager
1
1. Bagageriembevestiging
1
U2KBD1D0.book Page 41 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM