Page 97 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU39014
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het g las van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het gloeilamp glas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplampg loeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
Voo r geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
20.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering vering:
15.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
O/P (optie) zekering: 20.0 A
U2KBD1D0.book Page 31 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 98 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
1. Verwijder de gloeilampkap door dezelinksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan. 6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
1. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
1
2
U2KBD1D0.book Page 32 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 99 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU58971
Parkeerlichtgloeilamp vervan genDit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de kuipruit door de schroe- ven los te halen.
2. Verwijder de kap door deze naar bui- ten te trekken. 3. Verwijder het paneel door de schroe-
ven en de snelsluitschroef los te halen.
4. Verwijder de kap van de koplampunit door de bouten los te halen. 5. Verwijder de bouten van de koplam-
punit en trek de koplampunit iets naar
buiten, waarbij u ervoor zorgt dat deze
ondersteund blijft. LET OP: Let erop
d at niet aan d e koplampbed ra din g
wor dt getrokken.
[DCA16811]
1. Kuipruit
2. Schroef
12
2
1. Kap
1. Paneel
2. Schroef
3. Snelsluitschroef
1
3
2
21
1. Kap van koplampunit
2. Bout
1. Koplampunit
2. Bout koplampunit
1
2
2
1
2
2
U2KBD1D0.book Page 33 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 100 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
6. Verwijder de fitting van de parkeer-lichtgloeilamp (samen met de gloei-
lamp) door de fitting linksom te
draaien.
7. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 8. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
9. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
rechtsom te draaien.
10. Monteer de koplampunit door de bou-
ten aan te brengen en zet deze dan
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
11. Monteer de kap van de koplampunit door de bouten aan te brengen.
12. Monteer het paneel door de schroe-
ven en de snelsluitschroef aan te
brengen.
13. Breng de kap aan. 14. Monteer de kuipruit door de schroe-
ven aan te brengen en zet deze dan
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment. WAARSCHUWING! Een
loszitten de kuipruit kan een on ge-
luk veroorzaken. Draai de schroe-
ven vast met het voor geschreven
aanhaalmoment.
[DWA15511]
1. Koplampdraad
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1
1. ParkeerlichtgloeilampAanhaalmoment: Bout koplampunit:7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
1
Aanhaalmoment:
Kuipruitschroef:0.5 Nm (0.05 m·kgf, 0.36 ft·lbf)
U2KBD1D0.book Page 34 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 101 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU58590
Richtingaanwijzer en achter-
licht/remlichtDit model is voorzien van richtingaanwij-
zers en een achterlicht/remlicht van het
LED-type.
Als een richtingaanwijzer of het achter-
licht/remlicht niet gaat branden, vraag dan
een Yamaha-dealer het elektrisch circuit te
testen.
DAU49722
Gloeilamp kentekenverlichtin g
vervan gen1. Verwijder de bouten van kentekenver-
lichtingunit.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze eerst linksom te
draaien en daarna eruit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de fitting (samen met de gloei- lamp) aan door deze eerst in te druk-
ken en daarna rechtsom te draaien
totdat hij stuit.1. Kentekenverlichtingsunit
2. Bout kentekenverlichtingsunit
2
1
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
1
U2KBD1D0.book Page 35 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 102 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
6. Plaats de kentekenverlichtingunit inde oorspronkelijke positie en breng
dan de bouten aan.
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets co rrect te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop d at er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot gevol g.
U2KBD1D0.book Page 36 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 103 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
DAU42505
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U2KBD1D0.book Page 37 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 104 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2KBD1D0.book Page 38 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM