Page 25 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
een aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een rijmodusweergave (die de gese-
lecteerde rijmodus aangeeft)
een modusweergave voor de tractie-
regeling (die de geselecteerde modus
van de tractieregeling aangeeft)
een functieweergave (dat de geselec-
teerde functie toont)
een informatieweergave (dat verschil-
lende informatie toont, zoals de kilo-
meterstand)
een instelmodusweergave (waarin u
de items die in de informatieweergave
worden getoond kunt instellen, selec-
teren of terugzetten)
een voorziening voor zelfdiagnoseOPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u drukt op de
selectieschakelaar “ / ”, menus-
chakelaar “MENU”, toets “RESET” en
toets “TCS”.
Alleen Verenigd Koninkrijk: Zie pagina
3-16 als u de meterweergaven wilt
schakelen tussen kilometers en mij-
len.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
tpm om het elektrische circuit te testen.LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in d e hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Ho getoerenzone: 7750 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, lichten alle displaysegmenten één
keer op om het elektrische circuit te testen.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als in het elek-
trisch circuit een storing wordt gedetec-
teerd, gaan alle displaysegmenten
knipperen. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
12
1. Brandstofniveaumeter
1
U2KBD1D0.book Page 10 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 26 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen: Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. Dit model heeft zes
versnellingen. De vrijstand wordt aangege-
ven door het vrijstandcontrolelampje “ ”
en door de aanduiding voor de ingescha-
kelde versnelling “ ”. Als de koppelings-
hendel wordt ingetrokken of de machine
stopt, wordt “—” weergegeven. Rijmo
dusweer gave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toermodus “T” of sportmo-
dus “S”. Zie pagina 3-22 en 3-24 voor meer
informatie over de modi en hoe u deze kunt
selecteren.
Mo dusweer gave tractiere gelin g
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:00
TIME TRIP
1
2
1. Rijmodusweergave
1. Modusweergave tractieregeling
1
1
U2KBD1D0.book Page 11 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 27 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
Deze weergave geeft aan welke modus van
de tractieregeling is geselecteerd: “1”, “2”
of “OFF”. Zie voor meer informatie over de
modi en hoe u deze kunt selecteren pagina
3-28.
Functieweergave
Druk op de menuschakelaar “MENU” om
de weergave te schakelen tussen de vol-
gende functies. De weergave verandert tel-
kens wanneer u op de schakelaar drukt. Afstelling handvatverwarming
Selectie informatieweergave
Afstelling veerdemping
Afstelling voorspanning
OPMERKINGDe afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
De volgende pagina’s bevatten uitleg over
de functies voor handvatverwarming en in-
formatieweergave. Zie pagina 3-36 voor
een uitleg over de afstelfuncties voor veer-
demping en voorspanning.
De han dvatverwarmin g afstellenDeze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt
als de motor loopt. Er zijn 4 instellingen
voor de handvatverwarming.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op
de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verlagen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar.
1. Functieweergave
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:00
TIME TRIP
1
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling veerdemping
4. Afstelling voorspanning
3
4
2
1
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
U2KBD1D0.book Page 12 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 28 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
LET OP
DCA17931
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
Als de omg evingstemperatuur
20 °C (68 °F) of meer bed raa gt, moet
u de han dvatverwarmin g niet op d e
instellin g Hoog zetten.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of b eschadigd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hend el.De informatieweer gave selecteren
Er zijn 3 informatieweergaven. U kunt de
geselecteerde informatieweergave wijzigen
door te drukken op de selectieschakelaar.
De volgende items worden getoond in de
informatieweergaven:
een kilometertellerweergave
rittellerweergaven
een ritteller-brandstofreserveweerga-
ve
een weergave geschatte actieradius
een weergave verstreken tijd
een weergave luchtaanzuigtempera-
tuur
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave huidig brandstofver-
bruik
U kunt de items die in de informatieweerga-
ven worden getoond selecteren.
Zie pagina 3-16 als u de weergegeven
items wilt instellen of selecteren.
Kilometertellerweergave:
Rittellerweergaven:“TRIP-1” en “TRIP-2” tonen de afstand af-
gelegd sinds de tellers het laatst werden te-
ruggesteld op nul.
Wanneer ongeveer 3.9 L (1.03 US gal,
0.86 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
tellermodus “TRIP-F” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven.
1. Informatieweergave
2. Weergave–1
3. Weergave–2
4. Weergave–3
GEARN
5.0
TRIP-1 km
7.0
TRIP-2km
km
20
ODO
GEARN
11
RANGEkm
12.3
FUEL AVG km/L
km/L
12.3
CRNT FUEL
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
3
4
2
1
20
ODOkm
5.0
TRIP-1km
7.0
TRIP-2km
U2KBD1D0.book Page 13 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 29 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
In dat geval kunt u door het indrukken van
de selectieschakelaar schakelen tussen de
diverse informatieweergaven in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F → Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugzetten, ge-
bruikt u de selectieschakelaar om de infor-
matieweergave te selecteren die de ritteller
bevat. Druk kort op de toets “RESET” zodat
de ritteller knippert en druk vervolgens ge-
durende ten minste 2 seconden opnieuw
op de toets “RESET” terwijl de ritteller knip-
pert. Wanneer u de brandstofreserve-rittel-
ler niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld zo-
dra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden en
verschijnt de vorige weergavemodus weer. Weergave geschatte actieradius:
De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar “ON” is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd die kan worden weerge-
geven is 99:59.
De weergave wordt automatisch terugge-
zet op nul als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid.OPMERKINGEr zijn ook weergaven “TIME–2” en
“TIME–3” met verstreken tijd, maar deze
kunt u niet instellen op de informatieweer-
gave. Zie “Instelmodus” op pagina 3-16
voor uitgebreide informatie.
Weergave luchtaanzuigtemperatuur:De weergave luchtaanzuigtemperatuur
geeft de temperatuur aan van de lucht die
het luchtfilterhuis wordt binnengezogen.
Dit display toont de luchtaanzuigtempera-
tuur van –9 °C tot 93 °C in stappen van
1 °C. De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de omgevingstemperatuur.OPMERKING
Als de luchtaanzuigtemperatuur lager
is dan –9 °C, wordt toch –9 °C aange-
geven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-
overgangen etc.Weergave koelvloeistoftemperatuur:
GEAR4
3.4
TRIP-F km
11
RANGEkm
0:06
TIME TRIP
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
U2KBD1D0.book Page 14 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 30 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en
laat de motor afkoelen. (Zie pagina 6-38.)OPMERKINGU kunt de geselecteerde informatieweerga-
ve niet wijzigen terwijl de melding “Hi” knip-
pert.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG”
(alleen Verenigd Koninkrijk) geeft het ge-
middelde brandstofverbruik aan sinds de
weergave voor het laatst is teruggezet.
De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de gemiddelde af-
stand aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstof-
verbruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u
de selectieschakelaar om de informatie-
weergave te selecteren die de weergave
gemiddeld brandstofverbruik bevat. Druk
kort op de toets “RESET” zodat de weerga-
ve gemiddeld brandstofverbruik knippert
en druk vervolgens gedurende ten minste 2
seconden opnieuw op de toets “RESET”
terwijl de weergave knippert.
OPMERKINGNa het terugstellen van de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt
“_ _._” weergegeven totdat de machine
1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraag een Yamaha d ealer de
machine te controleren.Weergave huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (alleen
Verenigd Koninkrijk) geeft het brandstof-
verbruik onder de huidige rijomstandighe-
den aan. De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is
om 100 km af te leggen.
GEAR4
Hi
C.TEMP ˚C
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
CRNT FUEL km/L
U2KBD1D0.book Page 15 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 31 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de afstand aan die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof.OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
“_ _._” weergegeven.LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha d ealer de
machine te controleren.Instelmo dus
OPMERKING De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gemaakte
instellingen opgeslagen en wordt de
instelmodus vervolgens afgesloten.Houd de menuschakelaar “MENU” ten
minste 2 seconden ingedrukt om de instel-
modus te openen. Houd de menuschake-
laar “MENU” opnieuw ten minste 2
seconden ingedrukt om de instelmodus af
te sluiten en terug te keren naar de normale
weergave.
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
Wee r gave Beschrijvin g
Met deze functie kunt u de
instellingen voor laag, mid-
del en hoog tot 10 tempe-
ratuurniveaus instellen.
Met deze functie kunt u
het olieverversingsinterval
“OIL” (afgelegde afstand)
en de onderhoudsinterval-
len “FREE-1” en “FREE-2”
controleren en terugzetten
op nul.Grip WarmerMaintenance
Met deze functie kunt u de
functies “TIME–2” en
“TIME–3” controleren en
terugzetten op nul. Deze
tijdweergaven tonen de to-
tale verstreken tijd dat de
sleutel in de stand “ON”
staat. Wanneer de sleutel
naar “OFF” wordt ge-
draaid, worden de tijd-
weergaven gestopt, maar
niet teruggezet op nul. De
maximale tijd die kan wor-
den weergegeven is 99:59.
Als de tijdweergaven 99:59
bereiken, worden deze au-
tomatisch teruggesteld
naar 0:00 om vervolgens
door te gaan met tellen.
Met deze functie kunt u de
eenheden voor brandstof-
verbruik schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Alleen Verenigd Konink-
rijk: Met deze functie kunt
u de weergave-eenheden
schakelen tussen kilome-
ters en mijlen. Wanneer u
kilometers hebt geselec-
teerd, kunt u de eenheden
voor brandstofverbruik
schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Met deze functie kunt u de
items die in 3 informatie-
weergaven worden ge-
toond wijzigen.
Time TripUnitDisplay
U2KBD1D0.book Page 16 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM
Page 32 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
Temperatuurniveaus van de instellingenvoor de handvatverwarming aanpassen1. Gebruik de selectieschakelaar om“Grip Warmer” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor de handvat-
verwarming wordt weergegeven en
“High” knippert in de weergave. 3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Het temperatuurniveau voor de instel-
ling voor Hoog gaat knipperen.
Gebruik de selectieschakelaar om het
temperatuurniveau in te stellen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”. “High” gaat knipperen. 4. Gebruik de selectieschakelaar om
“Middle” of “Low” te markeren en wij-
zig vervolgens de instelling met de-
zelfde procedure die u hebt gebruikt
voor de instelling voor Hoog.
5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar het instelmodusmenu.
OPMERKINGU kunt de instelling instellen op 10 tempe-
ratuurniveaus.De onderhoudstellers terugstellen op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om“Maintenance” te markeren.
Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
Met deze functie kunt u de
klok instellen.
Met deze functie kunt u
alle items terugstellen, be-
halve de kilometerteller en
klok.
BrightnessClockAll Reset
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
Grip WarmerHig
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
U2KBD1D0.book Page 17 Wednesday, July 23, 2014 1:07 PM