Page 25 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
DAUU1840
ABSHet ABS (anti-blokkeervoorziening remsy-
steem) van uw meerwielig leunend voertuig
bevat een elektronisch regelsysteem dat de
voor- en achterrem onafhankelijk van el-
kaar aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” rem-
men, dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uit gerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remweg en.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid aan de voorkant van
het voertuig en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
contact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en de rotor van
d e wielsensor niet bescha digd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Voorwielsensor
1. Achterwielsensor
11
U2CMD1D0.book Page 10 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 26 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
DAU37473
TankdopOm de tankd op te verwij deren
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-13.)
2. Draai de tankdop naar links en trek hem los.
Om de tankd op aan te bren gen
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank en draai
hem rechtsom tot de
merktekens “ ” op de dop en de
tank tegenover elkaar staan.
2. Sluit het zadel.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet d e tankdop goe d
wor den aan ged raai d. Door bran dstof-
lekka ge ontstaat bran dgevaar.
DAU13222
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzined ampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Tankdop
2. “ ”-merkteken
2
2
1
U2CMD1D0.book Page 11 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 27 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in nad at u ben-
zine heeft in geslikt, veel b enzinedamp
heeft in gea dem d of benzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als benzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek d an andere kle din g aan.
DAU53013
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt. Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
Voor
geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
6.6 L (1.74 US gal, 1.45 Imp.gal)
U2CMD1D0.book Page 12 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 28 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of b randwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair d raaien. Lang
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare schad e worden toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
DAU60620
Za delOpenen van het zad el
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai deze dan linksom naar de stand
“SEAT OPEN”.OPMERKINGDruk de sleutel niet in terwijl u deze draait.3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het za del
1. Klap het zadel omlaag en druk dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.1. Openen.
1
U2CMD1D0.book Page 13 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 29 of 84
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAUT3711
Voetsteun passagierOm de voetsteun voor passagiers te ge-
bruiken, kunt u hem als volgt uittrekken.
Om de voetsteun voor passagiers in te
klappen, kunt u hem terugduwen in de oor-
spronkelijke positie.
DAU61130
Op ber gcompartimentOnder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-13.)
WAARSCHUWING
DWA10962
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 5 k g (11 l b) van het op-
b er gcompartiment niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 169 k g (373 l b) voor d e
machine niet.LET OP
DCA21150
Let op het volg ende bij het g eb ruik van
het op ber gcompartiment.
Het op ber gcompartiment wor dt
warm bij blootstellin g aan zon en/of
warmte van d e motor, dus bewaar
1. Voetsteun voor passagiers
1
1. Opbergcompartiment
1
U2CMD1D0.book Page 14 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 30 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht te gen warmte kunnen
of die ontvlam baar zijn.
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het op ber g-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich d oor
het op ber gcompartiment ver-
sprei dt.
Het op ber gcompartiment kan nat
wor den als d e machine wor dt ge-
reini gd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter beschermin g in
een plastic zak.
Bewaar geen waar devolle of b reek-
b are voorwerpen in het op ber g-
compartiment.
Als u een helm wilt opbergen in het opberg-
compartiment, moet de helm worden ge-
plaatst met de voorkant naar achteren.OPMERKING Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw machine niet onbeheerd ach-
ter met het zadel open.
DAU61380
Bagag ehaakOm de bagagehaak te gebruiken, trekt u
deze uit zoals getoond.
Om de bagagehaak weer in te klappen,
duwt u deze terug in de oorspronkelijke po-
sitie.
WAARSCHUWING
DWAT1032
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 1.0 k g (2.2 l b) voor d e ba-
g ag ehaak niet.
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 169 k g (373 l b) voor d e
machine niet.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voo r de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine ma g nooit wor den gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer dit systeem daarom
1. Bagagehaak
1
U2CMD1D0.book Page 15 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 31 of 84
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
regelmati g en laat het repareren door
een Yamaha dealer als d e werking niet
naar behoren is.
DAUT1096
StartspersysteemControleer de werking van de sperschake-
laar van de zijstandaard als volgt.
U2CMD1D0.book Page 16 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 32 of 84
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
Draai de sleutel naar aan.
Trek de zijstandaard op.Druk de startknop in terwijl een der
remhendels is aangetrokken. De motor
start.
Duw de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De sperschakelaar voor de
zijstandaard is in orde.
U2CMD1D0.book Page 17 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM