Page 57 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18724
Verwijderen en aan bren gen van
d e stroomlijn- en framepanelenBij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en de framepanelen wor-
den verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
FZ8-SA
DAU46742
Stroomlijnpaneel A (FZ8-SA)
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de bouten en neem het stroom-
lijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
1. Stroomlijnpaneel A
1
1. Paneel A
2. Paneel B
1. Paneel C
1
2
1
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
1
2
U42PD4D0.book Page 9 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 58 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
DAU56160
Panelen A en B
Verwijderen van een paneelVerwijder de drukclip en de bouten en trek
vervolgens het paneel los zoals afgebeeld.Aanbrengen van een paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten en de drukclip
aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderenVerwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
1. Bout
2. Paneel A
3. Drukclip
3
2
1
1
1. Paneel C
2. Bout
1
2
U42PD4D0.book Page 10 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 59 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
DAU19653
Controleren van de bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Ge
bruik geen gereed schap om de bou-
g ie dop te verwij deren of aan te b rengen,
om de bob ineka bel niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mo gelijk lasti g te ver-
wij deren omd at de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal de bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en te gelijkertij d los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te draaien en te gelijkertij d aa
n te
d rukken.
Voo r geschreven bou gie:
NGK/CR9E
1. Bougiedop
Elektro denafstan d:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
U42PD4D0.book Page 11 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 60 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
DAU49793
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
FZ8-S
FZ8-SA 4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A (alleen voor modellen met ABS). (Zie pagina
6-9.)
3. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
4. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
3
4 1
2
1
2
3
4
1. Olieaftapplug
2. Pakking
12
U42PD4D0.book Page 12 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 61 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
OPMERKINGSla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.6. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
FZ8-S FZ8-SA
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.7. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. O-ring
U42PD4D0.book Page 13 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 62 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
FZ8-S
FZ8-SA9. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.11. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
1. Momentsleutel
1. MomentsleutelAanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
11
Aanhaalmoment:Olieaftapplug:43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon: 2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpa-
troon: 3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)
U42PD4D0.book Page 14 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 63 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.12. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
13. Breng het stroomlijnpaneel aan (alleen voor modellen met ABS).
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU3908A
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
C om bij het koelvloeistofreservoir te
komen. (Zie pagina 6-9.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats d aarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
U42PD4D0.book Page 15 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 64 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
bruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is geb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Monteer het paneel.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU49852
Het luchtfilterelement vervan
genHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-17.)
2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa- gina 6-9.)
3. Verwijder de bouten van het zij- stroomlijnpaneel aan beide zijden.
4. Verwijder de stroomlijnpaneelbouten van de brandstoftank aan beide zijden
na de rand van de zijstroomlijnpanelen
een beetje naar buiten te trekken, om
toegang te krijgen tot de bouten.
1. Dop koelvloeistofreservoirInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Bouten in het zijstroomlijnpaneel
1
U42PD4D0.book Page 16 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM