Page 65 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
5. Trek de onderkant van het stroomlijn-paneel van de brandstoftank aan bei-
de zijden naar buiten, en verwijder dan
het stroomlijnpaneel door het eerst
naar voren te bewegen en vervolgens
naar boven te tillen. 6. Verwijder de bouten van de brandstof-
tank aan beide zijden.
7. Licht de brandstoftank aan de voorzij- de op en kantel de tank dan voorzich-
tig naar achteren bij het luchtfilterhuis
vandaan, maar zonder de brandstof-
slangen los te maken.
WAARSCHUWING! Zor g ervoor d at
d e bran dstoftank goe d wor dt on-
d ersteun d. Kantel de bran dstoftank
niet te veel en trek er niet te har d
aan, hier door kunnen de bran dstof-
slan gen losraken met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b randrisico
tot gevol g.
[DWA10412]
8. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen. LET OP:
Let er b ij het verwij deren van het
d eksel van het luchtfilterhuis op d at
g een vreem de materialen in het
luchtinlaatspruitstuk terechtko-
men.
[DCA12882]
1. Zijstroomlijnpaneel
2. Stroomlijnpaneel brandstoftank
3. Bout stroomlijnpaneel brandstoftank
1. Stroomlijnpaneel brandstoftank
32
1
1
1. Tankbevestigingsbout
1
1. Luchtfilterhuis
2. Brandstoftank
1. Slang van brandstoftank
2
1
1
U42PD4D0.book Page 17 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 66 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
9. Trek het luchtfilterelement uit.
10. Breng een nieuw luchtfilterelement aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen, hier
door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
11. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
12. Plaats de brandstoftank terug. Con- troleer of de brandstofslangen stevig
zijn aangesloten, de juiste ligging heb-
ben en niet worden afgekneld. Ver-
geet niet de tankbeluchtingsslang en
de overloopslang weer in de oor-
spronkelijke positie te leggen.
WAARSCHUWING! Controleer alvo-
rens de bran dstoftank in d e oor-
spronkelijke positie teru g te
plaatsen of de bran dstofslan gen
niet bescha digd zijn. Als een bran d-
stofslan g bescha digd is, start de
motor dan niet maar laat een
Yamaha dealer de slan g vervan gen,
an ders kan bran dstoflekka ge ont-
staan met bran drisico tot gevol g.
[DWA11362]
13. Breng de bouten van de brandstof-
tank aan beide zijden aan.
14. Plaats het stroomlijnpaneel van de
brandstoftank in de oorspronkelijke
positie, en breng dan aan beide zijden
de bouten aan.
1. Schroef
1. Luchtfilterelement
2. Luchtinlaatspruitstuk
1
1
1
2
2
1. Overloopslang brandstoftank
2. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)
3. Klem
4. Tankbeluchtingsslang
12
43
U42PD4D0.book Page 18 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 67 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
15. Breng de bouten van het zijstroomlijn-paneel aan beide zijden aan.
16. Monteer de panelen.
17. Breng het bestuurderszadel aan.
DAU34302
Afstellen van het stationair toe-
rentalHet stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstel-
ling te verrichten.
Controleer het stationair toerental en stel
dit indien nodig volgens de specificatie af
door de stationair stelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in de richting (a) om het
stationair toerental te verhogen. Draai de
schroef in de richting (b) om het stationair
toerental te verlagen.
OPMERKINGAls het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
1. Stationair stelschroef
Stationair toerental: 1100–1300 tpm
(b)(a)
1
U42PD4D0.book Page 19 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 68 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU21385
De vrije slag van de gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin gDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU2177A
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met d eze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspanning moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d a
t voor dit
mo del is vast gestel d.
1. Vrije slag van gasgreep
1
U42PD4D0.book Page 20 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 69 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waard oor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een b and. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den
voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Bela din g tot 90 k g (198 l b):
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
90 k g (198 l b) tot maximum bela-
d in g:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Rij den met ho ge snelhei d:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
FZ8-S 195 kg (430 lb)
FZ8-SA 190 kg (419 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U42PD4D0.book Page 21 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 70 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het we
gge dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn b evestigd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om bij ho ge rijsnelhe den
een te lag e ban dspanning te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluiten d
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet denkb eeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen wegdek relatief
weini g g rip tot da
t ze zijn “in gere-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voor ban d:
Maat: 120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT021F BB
Achter ban d:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT021R BB
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
U42PD4D0.book Page 22 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 71 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig. Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU22082
Vrije slag van koppelin gshend el
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
7.0–12.0 mm (0.28–0.47 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
richting (a) voor meer vrije slag van de kop-
pelingshendel. Draai de stelbout richting (b)
voor minder vrije slag van de koppelings-
hendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven beschre-
ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmechanisme te
controleren.
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendel
U42PD4D0.book Page 23 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 72 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU37914
Vrije slag van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
DAU57070
RemlichtschakelaarsVoor mo dellen zon der ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
1. Geen vrije slag remhendel
1
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1
2(b)
(a)
U42PD4D0.book Page 24 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM