Climate Control
TOUCHSCREEN5.11
Ventilatie
De buitenlucht wordt aangezogen via een rooster onder de voorruit. Houd dit rooster vrij van bladeren, sneeuw e.d.
Richt de ventilatieroosters omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de luchtstroom te regelen.
OPMERKING: De buitenste ventilatieroosters kunnen ook op de zijruiten gericht worden om deze te ontwasemen.
Interieurfilter
De Model S heeft een interieurfilter dat stof, roet, pollen en andere deeltjes opvangt.
Dit filter moet elke 40.000 km vervangen worden.
Tips voor de bediening
•Als de Climate control te veel lawaai maakt, verlaag dan de aanjagersnelheid of zet de luchtrecirculatie uit.
•De airconditioning koelt niet alleen het interieur maar ook de batterij. Daardoor kan het gebeuren dat de airconditioning bij erg warm weer vanzelf inschakelt. Dit is normaal omdat het koelen van de batterij de grootste prioriteit heeft. Door de batterij op de juiste temperatuur te houden, bent u zeker van optimale prestaties en een lange levensduur.
•De airconditioning werkt het beste als uruiten dichthoudt en er voor zorgt dat het rooster onder de voorruit vrij is van bladeren, sneeuw e.d.
•Rijd de eerste minuten na het starten met de ruiten een stukje open om de hitte uit het interieur te laten ontsnappen. Zo krijgt u het interieur sneller op een aangename temperatuur.
•In een vochtige omgeving kan de voorruit bij het inschakelen van de airconditioning een beetje beslaan, dat is een normaal verschijnsel. Dit zal binnen een paar seconden verdwijnen.
•Als u de auto parkeert, kan er zich een klein plasje water onder de auto vormen. Dit is een normaal verschijnsel. Het aan de lucht onttrokken water wordt aan de onderkant van de auto afgevoerd.