34Externe apparaten
■ Druk op SOURCE om te bladeren
totdat het bronscherm USB ver‐
schijnt.
■ Druk op 3 op de stuurbedie‐
ningsknoppen om Afspeellijsten,
Artiesten , Albums , Genres of
Nummers weer te geven. Stemher‐
kenning 3 61.
De volgende afspeellijstindelingen
worden ondersteund:
■ M3U (Standard en Extended)
■ iTunes, PLS (Standard)
■ WAX
■ ASX
■ RMP
Het Infotainmentsysteem onder‐
steunt het aansluiten van een mo‐ biele telefoon als USB-drive zolang
als de mobiele telefoon USB MSC on‐ dersteunt of ondersteuning voor
USB-diskdrives erop geactiveerd is.
Gracenote ®
Met Gracenote-technologie op het In‐
fotainmentsysteem beheert u en na‐
vigeert u door de muziekcollectie op USB-apparaten. Wanneer er eenUSB-apparaat met het Infotainment‐
systeem verbonden is, identificeert
Gracenote de muziekcollectie en ver‐ meldt deze de juiste gegevens over
album, naam van de artiest, genres
en cover art op het scherm. Eventueel
ontbrekende informatie wordt door
Gracenote aangevuld.Muziekbibliotheek doorzoeken met
stemherkenning
Gracenote verbetert het zoeken naar
en navigeren door muziek door het
identificeren van bands, artiesten en
albumnamen met een wellicht lastige uitspraak, ongewone spellingsvor‐
men en bijnamen als gesproken com‐
mando's voor toegang tot muziek.
Stemherkenning 3 61.Normaliseren
Normaliseren : helpt bij het verbeteren
van de nauwkeurigheid van stemher‐
kenning voor titels die bijna hetzelfde klinken. Het groepeert ook lange lijs‐ten genres in 10 algemeen bekende
genres. In de mediabibliotheek kun‐
nen bijvoorbeeld meerdere rockgen‐res voorkomen, normalisatie groe‐
peert deze alle in één rockgenre.
Normaliseren is standaard uit.
Ga als volgt te werk om
Normaliseren in te schakelen:
1. Druk op CONFIG of Instellingen
op het Homepage .
2. Druk op Radio-instellingen en ver‐
volgens op Gracenote-opties .
3. Druk op Normaliseren om in of uit
te schakelen.
Cover art
De database in Gracenote bevat co‐
ver art- of album art-informatie voor
de muziek op het USB-apparaat. Als
58Navigatie
3. Selecteer de te verwijderen via‐punten. Druk op de toets
Verwijderen .
Met de functie Waypoints sorteren
kunt u de lijst met bestemmingen re‐
organiseren.
Een viapunt sorteren: 1. Druk vanuit het menu Bestemming op Bestem.lijst .
2. Waypoints sorteren indrukken.
3. Selecteer het te verplaatsen via‐ punt.
4. Selecteer de locatie waarheen het
viapunt moet worden verplaatst.
In plaats van wissen van specifieke
viapunten selecteert u Alle
Routepunten verwijderen om alle via‐
punten tegelijk te wissen.
Sla een lijst met bestemmingen op als favoriete route door Opslaan als
favoriete route te selecteren.
Globaal Positioning
System (gps) De positie van het voertuig wordt be‐
paald door het gebruik van satelliet‐
signalen, diverse voertuigsignalen en
kaartgegevens.
Andere storingen zoals de satelliet‐
toestand, de wegconfiguratie, de toe‐ stand van de auto en/of andere om‐
standigheden kunnen hinderen bij de
bepaling van een nauwkeurige positie
van de auto door het navigatiesys‐
teem.
De GPS toont de huidige positie van
het voertuig met behulp van signalen
verzonden door de GPS-satellieten.
Wanneer het voertuig geen signalen
van de satellieten ontvangt, verschijnt een symbool op het scherm van de
kaart. Symbolenoverzicht 3 47.Dit systeem is mogelijk niet beschik‐
baar of storingen kunnen optreden in
de volgende gevallen:
■ Signalen worden gehinderd door hoge gebouwen of bomen, grote
trucks of een tunnel.
■ Satellieten worden gerepareerd of verbeterd.
Zie als het GPS niet naar behoren
werkt "Problemen met routebegelei‐
ding" en "Onderhoud aan het naviga‐ tiesysteem" voor meer informatie
3 59.
Voertuiglokalisatie
Soms kan de positie van het voertuig onnauwkeurig zijn vanwege één van
de volgende redenen:
■ Het wegennet is gewijzigd.
■ De auto rijdt op gladde wegopper‐ vlakken, zoals in zand, gravel
en/of sneeuw.
■ Het voertuig rijdt op kronkelige of lange rechte wegen.
■ Het voertuig nadert een hoog ge‐ bouw of voertuig.