SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het grote elektrische schuifdak bestaat uit 2
glazen panelen, een vast paneel achter en een
verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn
voorzien van twee zonneschermen (voor en achter)
en kunnen handmatig worden versteld. De
zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in
alle standen worden versteld.
Om de zonneschermen te openen, trek het
handvat A fig. 53 in de richting van de pijl tot de
gewenste stand is bereikt. Ga in omgekeerde
volgorde te werk om de zonneschermen te sluiten.
Het schuifdak kan alleen bediend worden wanneer
de contactsleutel in de stand MAR staat.
Het schuifdak kan worden geopend/gesloten met
de knoppen B en C fig. 53 naast het
plafondlampje in het midden.
Openen
Druk op knop C en houdt deze ingedrukt om het
voorste ruitpaneel in “spoilerstand” te zetten.
Druk nogmaals op de knop en houdt hem langer
dan een halve seconde ingedrukt om het
zonnescherm automatisch in een tussenstand te
zetten (“Comfort”-stand).
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet geopende stand te
brengen.
fig. 53L0F0152
72
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Sluiten
Druk vanaf de compleet geopende stand op knop
B. Als de knop langer dan een halve seconde
wordt ingedrukt, wordt het dak automatisch
gesloten tot de spoilerstand.
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet gesloten stand te
zetten.
Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is. Open het schuifdak niet
als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
Oneigenlijk gebruik van het schuifdak kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of iemand kan worden
verwond door het bewegende schuifdak
of door voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept of geraakt.KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een knelbeveiliging
die tijdens het sluiten van het dak een eventueel
obstakel kan herkennen; wanneer dit gebeurt,
onderbreekt het systeem de beweging en keert de
beweging onmiddellijk om.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken, kan het
cabriodak handmatig bediend worden zoals
hieronder is beschreven:
❒verwijder de beschermdop op de
binnenbekleding, tussen de twee zonneschermen
fig. 54;
fig. 54L0F0299
73
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER