BELANGRIJK
Wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, gaat het
waarschuwingslampje
(bij actieve
frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden branden, om eraan te herinneren
dat de passagiersairbag bij een botsing
geactiveerd wordt. Hierna moet het lampje
doven.
BELANGRIJK
Het knipperen van het lampje
duidt op een storing van het
controlelampje
: in dit geval worden de
explosieve ladingen van de passagiersairbag
gedeactiveerd. Laat het systeem controleren
door het Lancia Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
BELANGRIJK
De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de
gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden
alleen de gordelspanners in werking.
BELANGRIJK
De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt
hun doeltreffendheid Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
150
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTEN
STARTPROCEDURE VOOR
BENZINEVERSIES
(uitgezonderd 0.9 TwinAir 85 pk)
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het
gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
Als de motor niet bij de eerste poging start, draai
dan de contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer het dan met de andere sleutels die bij de
auto zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor.Starten van de motor bij 0.9 TwinAir 85 pk
versies
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en plaats de
versnellingspook in z'n vrij of trap het
koppelingspedaal volledig in als een andere
versnelling dan de vrijstand is ingeschakeld;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
OpmerkingAls de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar de stand
STOP en herhaal de startprocedure door de
versnellingspook in z'n vrij te plaatsen en het
koppelingspedaal volledig in te drukken.
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer het dan met de andere sleutels die bij de
auto zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor.
151
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTPROCEDURE VOOR DIESELVERSIES
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de vrijstand;
❒draai de contactsleutel naar MAR: de
waarschuwingslampjes
enop het
instrumentenpaneel gaan branden;
❒wacht tot de waarschuwingslampjes
en
doven;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het
gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV zodra het
waarschuwingslampje
dooft. Als te lang
wordt gewacht, is het werk van de
voorgloeibougies tevergeefs. Laat de sleutel los
zodra de motor start.
BELANGRIJK Bij koude motor moet het
gaspedaal volledig zijn opgekomen wanneer de
contactsleutel naar de stand AVV wordt gedraaid.
Als de motor niet bij de eerste poging start, draai
dan de contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer het dan met de andere sleutels die bij de
auto zijn geleverd.Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Als het waarschuwingslampjena
het starten of na langdurig
"aanzwengelen" van de motor 60
seconden knippert, duidt dit op een defect van
de gloeibougies. Als de motor start kan de
auto zoals gewoonlijk gebruikt worden, maar
moet er zo snel mogelijk contact worden
opgenomen met het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Het is gevaarlijk om de motor in
afgesloten ruimten te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en produceert
kooldioxide, koolmonoxide en andere giftige
gassen.
BELANGRIJK
Onthoud dat de rembekrachtiging en
de elektrische stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor niet is gestart;
om die reden is meer kracht benodigd voor
de bediening van het rempedaal en het
stuur.
152
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor af en trek de handrem aan;
❒schakel een versnelling in (eerste als opwaarts
wordt geparkeerd en achteruit als neerwaarts
wordt geparkeerd) en laat de voorwielen iets
gedraaid.
Als de auto op een steile helling wordt geparkeerd,
is het raadzaam om de wielen met wiggen of
stenen te blokkeren.
Laat de sleutel niet in het contactslot zitten om te
voorkomen dat de accu ontlaadt.
BELANGRIJK
Laat kinderen nooit zonder toezicht
in de auto achter. Verwijder altijd
de sleutel uit het contactslot als de auto
wordt verlaten en neem de sleutel mee.HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen.
Trek de hefboom A naar boven om de handrem in
te schakelenfig. 112, tot het voertuig geremd is.
Vier of vijf klikken zijn over het algemeen
voldoende wanneer het voertuig op een plat
oppervlak staat, terwijl er wel negen of tien nodig
zijn als het voertuig met belading op een steile
helling staat.
BELANGRIJK
Als dat niet het geval is, neem dan
contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de handrem af te laten
stellen.
fig. 112L0F0074
154
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
AANHANGERS TREKKEN
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voor het trekken van aanhangers of caravans
moet de auto zijn voorzien van een goedgekeurde
trekhaak en een geschikte elektrische installatie.
De montage moet door een vakspecialist worden
uitgevoerd.
Monteer eventuele speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van de auto
door het gewicht van een aanhanger of caravan
wordt gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in bij een helling
omlaag om een continu gebruik van de rem te
voorkomen.
Op de trekhaak rust het gewicht van de aanhanger
waardoor het laadvermogen van de auto
proportioneel wordt gereduceerd. Om er zeker van
te zijn dat het maximum toelaatbaar getrokken
gewicht (op de typegoedkeuring vermeld) niet
wordt overschreden, dient men in acht te nemen
dat deze waarde betrekking heeft op het
toelaatbaar gewicht van volgeladen
aanhangwagen, inclusief accessoires en bagage.
Respecteer de lokale snelheidsbeperkingen voor
auto’s met aanhanger. Rijd in geen geval harder
dan 100 km/h.Elke elektrische rem of ander apparaat (lier enz.)
moet rechtstreeks door de accu worden gevoed
via een kabel met een doorsnede van minimaal2
Naast de aansluitingen die op het schema zijn
aangegeven, is slechts een aansluiting voor een
eventuele elektrische rem mogelijk alsmede een
aansluiting voor een interne gloeilamp van niet
meer dan 15 W voor de aanhanger. Voor de
aansluitingen dient de daarvoor bestemde
regeleenheid te worden gebruikt met een
accukabel met een doorsnede van minimaal
2
BELANGRIJK De toepassing van andere
verbruikers dan de buitenverlichting (elektrische
rem, lier, enz.) moet met draaiende motor
gebeuren.
BELANGRIJK Raapleeg het Lancia
Servicenetwerk voor de montage van de trekhaak.
BELANGRIJK
De auto kan zijn uitgerust met ABS,
maar dit heeft geen inwerking op het
remsysteem van de aanhanger. Wees
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
159
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
2,5 mm .
2,5 mm .
BELANGRIJK
Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door
wijzigingen aan het remsysteem van de auto
uit te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulisch systeem van de auto.
WINTERBANDEN
De winterbanden moeten dezelfde maat hebben
als de standaard geleverde banden.
Het Lancia Servicenetwerk kan u raad geven over
de meest geschikte band voor elk gebruik.
Voor de bandenmaat en de bandenspanning van
de winterbanden moet men zich exact houden aan
de aanwijzingen die zijn aangegeven in de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen drastisch wanneer de profieldiepte
minder is dan 4 mm. Vervang in dergelijke
gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn de
prestaties van winterbanden onder normale
omstandigheden of wanneer lang op de snelweg
wordt gereden, veel lager dan die van de
standaard gemonteerde banden.
Beperk het gebruik van winterbanden in
overeenstemming met de omstandigheden
waarvoor ze zijn goedgekeurd; houdt u altijd aan
de specifieke plaatselijke voorschriften met
betrekking tot het gebruik van winterbanden.
160
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN BERICHTEN
LAMPJES EN BERICHTEN
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De controlelampjes gaan branden en er verschijnt
een speciaal bericht en/of er klinkt een
geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze
meldingen zijnkorte waarschuwingenen mogen
door hun beknopte karakter niet worden
beschouwd als volledig en/of een alternatief voor
de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het
instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval
van een storingsmelding moet men zichaltijd aan
de instructies houden die in dit hoofdstuk
zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op de display
verschijnen, kunnen worden onderverdeeld in
twee categorieën:ernstige storingenenminder
ernstige storingen.
Ernstige storingenworden langdurig
herhaaldelijk weergegeven.
Minder ernstige storingenworden kort
herhaaldelijk weergegeven.De weergavecyclus van beide categorieën kan
worden onderbroken door op de knop
te
drukken. De melding op het instrumentenpaneel
blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG
(rood) / HANDREM INGESCHAKELD
(rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld door een lek in
het remcircuit. Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
BELANGRIJK
Als het lampjetijdens het rijden
gaat branden, zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
163
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
HANDREM INGESCHAKELD
Door de contactsleutel in de stand MAR te
draaien, gaat het lampje branden. Enkele
seconden na het starten van de motor moet dit
lampje doven.
BELANGRIJK Controleer of de handrem is
ingeschakeld als het lampje tijdens het rijden gaat
branden.
STORING EBD
(rood) (geel)
Wanneer bij draaiende motor de lampjes
(rood),(geel) enESCgelijktijdig branden,
dan is er een storing in het EBD-systeem of is
het systeem niet beschikbaar.
In dergelijke gevallen kunnen de achterwielen bij
hard remmen vroegtijdig blokkeren waardoor
het voertuig kan gaan slippen.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.
Rijd uiterst voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
Lancia Servicepunt om het systeem onmiddellijk
te laten controleren.
STORING ABS (geel)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat branden (bij sommige versies
verschijnen er een bericht en een symbool op het
display) als het systeem niet goed werkt. In
dergelijke gevallen blijft het remsysteem normaal
werken, maar met uitsluiting van het ABS
systeem.
Rijd voorzichtig verder en wendt u zo snel
mogelijk tot het Lancia Servicenetwerk.
STORING AIRBAG (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat continu branden (bij sommige
versies verschijnen er een bericht en een symbool
op het display) als er een storing in het
airbagsysteem is vastgesteld.
164
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het lampje (of symbool op het display) gaat
branden wanneer de handrem wordt
aangetrokken.