Page 17 of 187
15
fig. 9F0X0009m
Adventure versie fig. 9
A – Snelheidsmeter
B – Brandstofmeter met
reservelampje
C – Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje
oververhitting
D – Toerenteller
E – Display
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 15
Page 18 of 187
16
ZITPOSITIE INSTELLEN
STOELEN Verstellen in lengterichting
Trek hendel A-fig. 10 omhoog en
schuif de stoel naar voren of naar
achteren: in de rijstand moeten de
armen licht gebogen zijn en de
handen op de rand van het stuurwiel
rusten.
Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd
is door hem naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel
niet goed geblokkeerd is, kan deze
uit de rails loskomen.
Verstel de stoelen nooit
tijdens het rijden.
WAARSCHUWING
Verwijder de stoelen
niet en voer ook geen
onderhouds- en/of
reparatiewerkzaamheden uit:
verkeerd uitgevoerde
werkzaamheden kunnen de
werking van de
veiligheidsvoorzieningen in
gevaar brengen; neem altijd
contact op met een Fiat-dealer.
WAARSCHUWING
fig. 10
F0X0010m
fig. 11
F0X0011m
Rugleuning verstellen
Draai aan knop B-fig. 11 tot de
gewenste stand van de rugleuning is
verkregen.
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 16
Page 19 of 187
17
HOOFDSTEUNEN fig. 14
Voor
Om de veiligheid van de inzittenden
te verhogen, kunnen de
hoofdsteunen qua hoogte versteld
worden en vergrendelen ze
automatisch in de gewenste stand. Handmatige hoogteverstelling
(voor bepaalde versies/markten)
Verstel met behulp van
hendel A fig. 12.
Toegang tot zitplaatsen
achterin (versie met dubbele
cabine)
Trek voor toegang tot de achterste
zitplaatsen, de hendel A-fig. 13
omhoog: de rugleuning zal naar
voren kantelen en de stoel vooruit
schuiven wanneer tegen de
rugleuning wordt geduwd.
fig. 12
F0X0012m
fig. 13
F0X0013m
fig. 14
F0X0014m
Voor bepaalde versies/markten:
wanneer de rugleuning naar achteren
wordt gebracht, keert de stoel in de
oorspronkelijke positie terug
(mechanisch geheugen).
De hoofdsteunen
moeten zodanig
versteld worden dat het hoofd
en niet de nek er tegenaan
steunt. Alleen in deze stand
oefenen zij hun beschermende
werking in geval van een
botsing uit.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 17
Page 20 of 187

18
ACHTERUITKIJKSPIEGEL fig. 17
Deze kan versteld worden. Verstel
de hendel A voor:
1) normale stand
2) anti-verblindingsstand.
De spiegel is tevens van een
veiligheidsvoorziening voorzien die
hem loskoppelt in geval van een
botsing. Het stuurwiel kan in verticale
richting worden versteld:
1) Zet de hendel A in stand 1.
2) Plaats het stuurwiel in de
gewenste stand.
3) Zet de hendel in stand 2 om het
stuurwiel weer te vergrendelen. STUURWIEL fig. 16
fig. 17
F0X0017m
fig. 16
F0X0016m
fig. 15
F0X0015m
Achter
(versie met dubbele cabine)
Er zijn in hoogte verstelbare
hoofdsteunen voor de achterste
zitplaatsen aanwezig. Sommige
versies zijn van een derde
hoofdsteun in het midden voorzien
die slechts in twee standen kan
worden gezet: volledig omhoog en
volledig omlaag.
Druk, voor het verwijderen van de
hoofdsteunen, op de borgingen
A-fig. 15 en trek de hoofdsteunen
omhoog.
Het stuur mag alleen bij
stilstaande auto worden
versteld.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 18
Page 21 of 187

19
fig. 18
F0X0019m
BUITENSPIEGELS
Handmatige verstelling fig. 18
Van binnenuit met knop A.Met elektrische verstelling fig. 19
De verstelling kan alleen uitgevoerd
worden met de contactsleutel in de
stand MAR.
Gebruik de schakelaar A om de
spiegel in de vier richtingen te
verstellen.
De knop B wordt gebruikt om de te
verstellen spiegel (links of rechts) te
kiezen.
Wij raden aan de spiegel af te stellen
bij stilstaande auto en aangetrokken
handrem.
fig. 19
F0X0020m
Klap indien nodig
(bijvoorbeeld in smalle
doorgangen of in
wastunnels) de buitenspiegels
handmatig in door ze van de
stand 1-fig. 19 en 20 in stand 2
te zetten.
fig. 20
F0X0021m
Het spiegelglas van de
rechterspiegel is
bolvormig, waardoor het
blikveld wordt vergroot.
Hierdoor lijkt de omvang van
de weerspiegelde objecten
kleiner en ontstaat de indruk
dat deze objecten zich op
grotere afstand bevinden dan
werkelijk het geval is.
WAARSCHUWING
De richtingaanwijzers zijn in de
buitenspiegels opgenomen A-fig. 20.
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 19
Page 22 of 187

20
HOOGTEVERSTELLING
VOORSTE
VEILIGHEIDSGORDELS
Pas de hoogte van de
veiligheidsgordel aan het lichaam van
de passagier aan. Dit reduceert het
risico op verwondingen bij een
ongeval aanzienlijk.
De gordel is goed afgesteld als hij
halverwege tussen de nek en het
uiteinde van de schouder ligt.
Afhankelijk van de versie, zijn er
maximaal 5 standen beschikbaar fig. 22:
Omhoog: verplaats de ring B naar de
gewenste stand.
De hoogte van de
veiligheidsgordels mag
alleen ingesteld worden bij
stilstaande auto.
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS fig. 21
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A en steek deze in de sluiting B,
totdat de klik van het vergrendelen
wordt gehoord.
Trek voorzichtig aan de gordel. Als
tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
fig. 21
F0X0022m
Druk, om de gordel los te maken,
op de knop C. Begeleid de gordel
tijdens het teruglopen met de hand,
zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich
automatisch aan het lichaam van de
passagier aan, waarbij voldoende
bewegingsvrijheid wordt gelaten.
De oprolautomaat kan blokkeren als
de auto op een steile helling staat:
dit is volkomen normaal.
Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als de gordel snel
word uitgetrokken of bij hard
remmen, botsingen en bij bochten
die op hoge snelheid worden
genomen.
Voor optimale
bescherming moet de
rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten
op de borst en het bekken.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 20
Page 23 of 187
21
Omlaag: druk op de knop A en
verplaats tegelijkertijd de ring B naar
de gewenste stand.
Controleer vervolgens of de
vergrendeling heeft plaatsgevonden
door de ring B omlaag te duwen
zonder op de knop A te drukken.
fig. 22
F0X0023m
fig. 23
F0X0024m
Controleer na afstelling
altijd of de schuif
waaraan de ring bevestigd is, in
één van de vaste standen is
geblokkeerd.
WAARSCHUWING
ACHTERSTE
VEILIGHEIDSGORDELS
Afhankelijk van de versie, kan de
achterbank voorzien zijn van
driepuntsveiligheidsgordels met
rolautomaat.
De gordels moeten gedragen
worden overeenkomstig het schema
in fig. 23.
fig. 24
F0X0026m
Wanneer de gordels niet gebruikt
worden, moeten ze altijd in hun
behuizingen worden gebracht A-fig. 24.
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 21
Page 24 of 187

22
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN VOOR
HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften
met betrekking tot de verplichting
en de manier waarop de gordel
wordt gebruikt houden en moet ook
de inzittenden deze voorschriften
doen naleven. Leg de
veiligheidsgordel altijd om alvorens
weg te rijden.
fig. 25
F0X0029m
Voor maximale
bescherming moet de
rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten
op de borst en het bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor- als achterin! Rijden
zonder veiligheidsgordels doet
bij ongeval het risico op
ernstige verwondingen
toenemen en kan zelfs de dood
tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Zorg dat de gordelband
nooit gedraaid is. Het
bovenste gordelgedeelte moet
over de schouder en schuin
over de borst liggen. Het
onderste gordelgedeelte moet
over het bekken en dus niet
over de buik liggen, om te
voorkomen dat de inzittende
eronder vandaan schuift
fig. 25. Gebruik geen
voorwerpen (wasknijpers,
klemmen, enz.) die een goede
aansluiting van de gordel op
het lichaam verhinderen.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 22