DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.ne
em voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen
periodiek vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een
schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
bi
j een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
ParfumeurDe par fumeur zorgt voor een aangename geur in de auto en kan met een draaiknop naar wens worden ingesteld. Het geurelement is in verschillende
geuren leverbaar.
De regelknop is geïntegreerd in het dashboard.
Met behulp van deze knop kunt u de sterkte
van de geur instellen.
F
D
raai de knop naar rechts om de geur in de
auto te verspreiden.
F
D
raai de knop naar links om de par fumeur
af te sluiten.
Regelknop
Het geurelement kan zeer eenvoudig worden
vervangen. Vervang, als u de par fumeur voor
het eerst gebruikt, het afdekkapje door een
geurelement.
u
kunt het geurelement op elk moment
ver wisselen en buiten de auto bewaren, dankzij
de houder waarmee het element kan worden
afgesloten als het reeds is gebruikt.
bi
j het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats zijn verschillende
geuren leverbaar.
Houd de middelste ventilatieroosters
geopend.
De geursterkte is mede afhankelijk van
de instellingen van de ventilatie en de
airconditioning.
Geurelement
Gooi het originele element niet weg: dit
moet worden gebruikt om het systeem
af te sluiten als de geurelementen niet
worden gebruikt.
Draai de knop voor een langere
levensduur van het geurelement
volledig naar links zodra de sterkte van
de geur in het interieur voldoende is.
Voer om veiligheidsredenen
handelingen met het geurelement
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Haal geurelementen niet uit elkaar.
Probeer noch de par fumeur noch de
geurelementen bij te vullen.
Vermijd elk contact met de huid en met
de ogen.
Houd de geurelementen buiten het
bereik van kinderen en huisdieren.
DS3_nl_Chap05_amenagement_ed01-2014
Voorzieningen
In dit hoofdstuk vindt u alle interieurvoorzieningen, het dashboardkastje
en de middenarmsteun met opbergruimte, de ja ck- of uSb- aansluiting
voor uw draagbare apparatuur, matten om de bekleding te beschermen,
en alle voorzieningen van de bagageruimte.
99
DS3_nl_Chap05_amenagement_ed01-2014
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt en is voorzien van een make-
upspiegel met verlichting.
F o
p
en als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Zonneklep Dashboardkastje
met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater worden opgeborgen.
In het deksel is een speciale ruimte gecreëerd
voor de boorddocumentatie van de auto.
F
t
rek
de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt in
werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde A .
In het dashboardkastje zit een ventilatieopening
B , waar dezelfde lucht uitstroomt als de lucht die
uit de ventilatieroosters in het interieur stroomt.
Middenarmsteun
Opbergvakken
F toegang tot het afgesloten opbergvak: til de handgreep op om het deksel op te tillen.
F
t
o
egang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel
naar achteren.
In deze opbergvakken kunt u draagbare
apparatuur (telefoon, MP3-speler, ...) opbergen
die op de
u
Sb-
/
ja
ck-aansluiting kan worden
aangesloten of via de 12V-aansluiting van de
middenconsole kan worden opgeladen. Voor het comfort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.
Voorzieningen
DS3_nl_Chap07_visibilite_ed01-2014
SfeerverlichtingDe gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
Als het buiten donker is, gaan de
beenruimteverlichting en de verlichting van de
opbergruimte in het midden van het dashboard
automatisch branden als de parkeerlichten
worden ingeschakeld.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld met de regelknop van de
dashboardverlichting.
F
D
ruk als de parkeerlichten zijn
ingeschakeld meerdere keren op de linker
knop van het instrumentenpaneel om de
lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de
lichtsterkte tot een minimum te beperken
en de sfeerverlichting uit te schakelen. De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt geopend en dooft zodra deze wordt
gesloten.
Ver lic hting
bagageruimte
De brandduur van de
bagageruimteverlichting hangt af van
de situatie:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer
10
minuten,
-
i
n de eco-modus: ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Airbags vóór
De airbags vóór beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.Activering
bij een zware frontale aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone vóór, waarbij
de krachten horizontaal in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde richting
de achterzijde op de auto inwerken, gaan
de airbags af. Als de airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld, gaat deze
niet af.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen
het dashboard en het bovenlichaam van de
inzittende voorin, om te verhinderen dat deze
naar voren wordt geslingerd.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het
dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-
airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak (indien aanwezig); deze maken deel uit
van de bevestiging van de window-airbags.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
207
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Wiel verwisselenIn het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte.
to
egang tot het gereedschap:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de mat in de bagageruimte op door aan
de lus te trekken,
F
v
erwijder de polystyreen opbergbak,
F
m
aak de houder met het gereedschap los
en verwijder deze.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Wiel met wieldop
Demonteren: ver wijder eerst de
wieldop door deze met behulp van de
wielsleutel 1
bij de ventielopening los te
wippen en vervolgens los te trekken.
Monteren: plaats de wieldop, begin bij
de ventielopening en druk de wieldop
rondom met de hand vast.
3.
G
ereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
H
iermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
4.
D
op voor het verwijderen van slotbouten
(in het dashboardkastje).
H
iermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten (als u auto
daarmee is uitgerust) worden verwijderd.
1.
Wielsleutel.
H
iermee kan de wieldop worden ver wijderd
en kunnen de wielbouten worden
losgedraaid.
2.
k
r
ik met geïntegreerde slinger.
H
iermee kan de auto worden opgekrikt.
Praktische informatie