177
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
Adviezen voor kinderzitjes
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
ra
adpleeg de in uw land geldende regels.
sc
hakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
co
ntroleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
cIt
ro
Ën
beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
co
ntroleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit: dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Wanneer u een kinderzitje met de
veiligheidsgordel in de auto installeert, let er
dan wel op dat de gordel goed gespannen is;
het zitje moet namelijk strak aan de autostoel
zijn bevestigd.
s
c
huif de passagiersstoel,
wanneer deze versteld kan worden, indien
nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
sc
huif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo
klein mogelijk is. Indien mogelijk dient de
rugleuning van het zitje de rugleuning van de
stoel van de auto te raken.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen. Zorg ervoor
dat de hoofdsteun goed is opgeborgen
of vastgemaakt om te voorkomen dat de
hoofdsteun bij plotseling remmen een
gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan
te brengen nadat u het kinderzitje hebt
verwijderd.
7
Veilig vervoeren van kinderen
213
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Zekeringkast C
Zekeringnr.StroomsterkteFunctie
F1 15
A Achterruitenwisser (
tou
rer)
F2 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F3 5
A Airbags
F4 10
A Automatische versnellingsbak - Module extra verwarming (diesel) -
e
l
ektrochrome spiegels
F5 30
A
ru
itbediening voor -
s
c
huif-/kanteldak - Instapverlichting voorpassagier - Verstelling buitenspiegel aan passagierszijde
F6 30
A
ru
itbediening achter
F7 5
A Verlichting make-upspiegel - Verlichting dashboardkastje - Plafonniers - Zaklamp (
to
urer)
F8 20
A Autoradio -
c
D
-wisselaar -
b
e
dieningstoetsen op het stuurwiel - Display -
ba
ndenspanningcontrole - c
o
mputer
elektrisch bediende achterklep
F9 30
A Aansteker - 12V-aansluiting vóór
F10 15
A Alarm -
b
e
diening op het stuurwiel, verlichting en ruitenwissers
F11 15
A
co
ntactslot met circuit lage stroomsterkte
F12 15
A
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel - Instrumentenpaneel - Waarschuwingslampjes niet-vastgemaakte veiligheidsgordels - be diening airconditioning
F135 Ab sM - ond erbrekingsrelais pomp hydraulische vering - Voeding van de airbagcomputer
F14 15
A
re
gen-/lichtsterktesensor - Parkeerhulp - e
l
ektrisch verstelbare passagiersstoel -Aanhangermodule - c
o
mputer
hifi-versterker - Handsfree kit - Lane Departure Warning
s
y
stem
F15 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F17 40
AAchterruitverwarming - Verwarmde buitenspiegels
FSH SHUNT
sHu
nt
t
ijdens opslag
8
Praktische informatie
258
c5_nl_chap11a_btA_ed01-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Citroën Urgence-oproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene L e D-lampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
van "
u rgence" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene L
e D-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op ieder willekeurig moment,
de toets langer dan 8
seconden in te drukken.
Citroën Assistance-oproep met lokalisatiefunctie
bij het aanzetten van het contact, gaat
het groene lampje 3 seconden branden.
Dit duidt op een goede werking van het
systeem.
Het oranje lampje knippert: er is een
storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
r
aadpleeg in beide gevallen het
c
I tro Ë n -netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannule\
erd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht. Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
e
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd*.
Werking van het systeemHet groene LeD-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het
lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk van
u rgence die de
informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwing \
kan
zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkeli\
jk is
geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten
(1
12), zonder lokalisatie. Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
* Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaar\
heid.
raadpleeg het cItroËn-netwerk. W anneer u uw auto buiten het c I tro Ë n -netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem
laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
o
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten
aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk
willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Indien u gebruik maakt van de dienst c I tro Ë n e t
ouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina My
c I troen op de
c
I tro Ë n -internetsite voor uw land. s urf hiervoor naar www.citroen.com.
332
c5_nl_ chap12_index-alpha_ed01-2014
Aanhanger ................................................... 222
Aanjager, regeling ................................... 69, 73
Aansluiting 12V
............................................. 89
Ab
s
m
et elektronische remdrukregelaar
.....15 6
Accessoires ................................................. 228
Accu
............................................ 216, 218, 239
Accu laden
.......................................... 216, 218
Achterbank
.................................................... 65
Achterruitverwarming
.............................69, 73
Achteruitrijcamera
....................................... 13 9
Achteruitrijlicht
....................................203, 205
Afmetingen
.................................................. 2
52
Afstandsbediening
............................39, 40, 43
Afstandsbediening, batterij
..................... 42
, 43
Afstandsbediening, batterij vervangen
.........42
Afstandsbediening synchroniseren
..............42
Afzetten van de motor
...................................97
Airbaglampjes
............................................... 32
Airbags
.......................................................... 32
Airbags vóór
...............................
.................167
Airconditioning
...............................
.........13, 6 8
Airconditioning met centrale regeling
...........69
Airconditioning met gescheiden regeling
.....73
Alarmknipperlichten
.................................... 15 4
Alarmsysteem
............................................... 44
Algemeen menu
...............................
.....16, 316
Allesdragers
................................................ 224
Allesdragers monteren
...............................224
Antiblokkeersysteem (A
b
s
) ........................15
6
Antislipregeling
..................................... 28, 157
Armleuning achter
......................................... 89
A
rmleuning vóór
...............................
.............88
Audio-aansluitingen
............................320, 322
Automatische ruitenwissers
................150, 152
cD M
P3 .......................................................319
cD
-/MP3 -speler
.........................................319
cen
trale vergrendeling
...........................40, 49
cHec
k
................
..........................................20
ci
troën Hulpoproep gelokaliseerd
..............258
ci
troën n
o
odoproep gelocaliseerd
............258
cl
axon
.........................................................155
co
nfiguratie van de auto ................34, 37, 326
co
ntact
..........................................................99
co
ntrolelampjes
...............................
.26, 31, 33
co
ntroles
.............................232, 233, 239, 241br
andstof .......................................13, 183, 185br
andstofaddititiefniveau ............................238
br
andstofniveaumeter
.................................18
3
br
andstofsysteem ontluchten
.....................18 6
br
andstoftank
......................................183, 18 4
br
andstoftankdop
........................................183
br
andstof tanken
..................................183 -185
br
andstoftank (inhoud)
...............................183
br
andstoftankklep
...............................183, 18 4
bra
ndstoftank leeg (diesel)
.........................18 6
br
andstoftanklep openen
...........................183
br
andstofverbruik
.........................................13
bu
itenspiegels............................................... 63
A
B
C
bagageafdekking ............................... ...........93bag
agenet voor hoge belading .....................94
bag
ageruimte
.......................................... 52, 53
bag
ageruimte, indeling
...........................91, 92
ba
gageruimte openen
..................................39
ba
nden
.......................................................... 13
ba
ndenreparatieset
.................................... 188
ban
denspanning
................................... 13, 25 6
ban
denspanning, detectie
.................. 12
4, 197
ban
denspanning te laag (detectie)
............. 12
4
ban
dreparatieset
........................................ 188
be
kerhouder
........................................... 88, 89
be
laden
......................................................... 13
b
enzinemotor
...................................... 185, 232
be
stuurdersplaats (instellingen)
...................61
bi
nnenspiegel
............................................... 64bl
uetooth (handsfree set)
................... 28
2, 323
b
luetooth (telefoon)
..................................... 282
bo
chtverlichting
................................... 14
7-149
bo
ordcomputer
....................................... 18, 19
br
ake Assist s
y
stem (
bAs)
........................15 6
Automatisch inschakelen
alarmknipperlichten
..................................
15 4
Automatisch inschakelen verlichting
..... 14
3, 146
Autoradio
.....................................
313, 315, 326
A
uX
-aansluiting
..................................
299, 322
Aux-aansluitingen
...............................
........
320
Aux-ingang
...............................
..
299, 320, 322
trefwoordenregister
334
c5_nl_ chap12_index-alpha_ed01-2014
M
Matte lak ...................................................... 227
Matten ........................................................... 87
na
vigatiesysteem
....................... 265, 266, 273
ne
erklappen stoelen achter
.........................
65
niv
eaus controleren
....................
235, 237, 238
niv
eaus en controles
...
23
2, 233, 235, 237, 238no
odbediening achterklep ............................
52no
odbediening portieren ..............................51
N
oliefilter ....................................................... 239ol
iefilter (vervangen) ..................................239
ol
ieniveau
............................................. 23, 235
ol
iepeilstok
..............................
.............23, 235
oli
everbruik
................................................. 23
5
ond
erhoud (adviezen)
................................227
ond
erhoudsadviezen
................................. 2
27
ond
erhoudscontroles
.............................13, 2 2
ond
erhoudsintervalindicator
..................21, 2 2
ond
erhoudsintervalindicator resetten
.......... 2
2
on
tdooien ................................................ 69, 73
on
tgrendelen
................................................ 39
on
twasemen
........................................... 69, 73
opb
ergvak ..................................................... 88
op
schakelindicator
..................................... 120
Mat verwijderen ............................................
87
M
enustructuren display
............. 302, 326, 327
Milieu
....................................................... 13, 4 3
Milieubewust rijden
....................................... 13
M
istachterlicht
............................. 143, 203, 205
Mistlampen vóór
.......................................... 143
Monochroom display
................... 3
16, 326, 327
Monochroom display
c
................................. 34
Motoren
............................................... 242, 245
Motorenoverzicht
................................ 242, 245
Motorkap, openen
....................................... 231
Motorkapsteun
...............................
............. 231
Motorolie
...............
...................................... 235
Motorolieniveau, controle
............................. 23
Motorolieniveaumeter
........................... 23, 235
Motorolietemperatuurmeter
.......................... 24
Motorruimte
......................................... 232, 233
M P3 (
cD
)
.................................................... 319
Multifunctioneel display
................................ 34
Multifunctioneel display (met autoradio)
............................................ 37
Multimediaspelers
....................................... 294
O
P
Panoramadak ................................................ 56
Parkeerhulp achter ..................................... 13
7
Parkeerlichten
..................... 1
42, 199, 203, 205
Parkeerplaatsassistent
...............................13 5
Passagiersairbag uitschakelen
..................16 4
Plafonniers
.................................................... 83
Portieren
....................................................... 49
Portieren openen
.................................... 39, 49
Portieren sluiten
...................................... 40, 49
L
Lampen vervangen ............1 99, 203, 205, 208
Lane Departure Warning
sy
stem (LDW s
)
........................................ 13 4
Lekke band
.................................................. 188
Lichtmetalen velgen
.................................... 2
27
Lichtschakelaar
........................................... 14
2
Logboek waarschuwingsmeldingen
....... 2
0, 37
Luchtfilter (vervangen)
................................239
Luchtrecirculatie ...................................... 69, 73
Luchttoevoer (bediening)
.............................. 69
L
uchtverdeling ......................................... 69, 73
Luchtverdeling (zacht)
..................................67
ko
elvloeistoftemperatuur
..............................
24
ko
elvloeistoftemperatuurmeter
....................
24
ko
fferdeksel sluiten
......................................
40
ko
plampsproeiers
.......................................
151
ko
plampsproeiervloeistofniveau
................
23
8
ko
plampverstelling
.....................................
14
7
k
ou
..............................................................
225
k
rik
..............................................................
192
trefwoordenregister
336
c5_nl_ chap12_index-alpha_ed01-2014
V
W
Veiligheidsgordels ........................160 -162, 174
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
..................... 16 8 -170, 175 , 178 , 181
Ventilatie
...............
............................13, 67, 68
Ventilatieroosters
.................................... 6 7, 6 8
Vergrendeling van binnenuit
......................... 49
V
ering Hydractive III+
.................................140
Verkeersinformatie (
tA
)
..............2
80, 293, 318
Verkeersinformatie (
tMc) .................. 2
79, 280
Verklikkerlampjes
.............................. 2
8, 31, 33
Verlichting
..................................................... 84
Versnellingsbak, automatische
......................13, 116, 218, 240
Versnellingsbak, elektronisch bediend
........................111, 2 4 0
Versnellingsbak,
handgeschakeld
...13, 109, 110, 120, 121, 240
Versnellingshendel
....................................... 13
Verversen
.................................................... 235
Verwarming
...............................
..............13, 6 8
Voor stoelen
....................................... 58, 59, 61
Waarschuwingslampjes
..........................26, 27
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
....99
Waarschuwing vergeten verlichting
........... 14
4
Wassen (adviezen) ...................................... 227
Wiel demonteren
...............................
..........19 4
Wiel monteren
............................................. 19 4
Wiel verwisselen
......................................... 192
Window-airbags
.................................. 165, 167
Z
X
Zekeringen .................................................. 210
Zekeringentabel .......................................... 210
Zekeringen vervangen
................................210
Zekeringkast dashboard
.............................210
Zekeringkast motorruimte
........................... 2
10
Zij-airbags
........................................... 165, 167
Zijknipperlicht
.............................................. 19 9
Zonneklep
..................................................... 86
Zonnescherm panoramadak
........................56
Zonnescherm panoramadak, bediening
......56
Zonnescherm panoramadak openen
........... 56
Zo
nwering
..................................................... 90
Zuinig rijden
.................................................. 13
Xenonlampen
...............................
...............
19 9
trefwoordenregister