40
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Ventilatie
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
st
el de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om het
gewenste comfortniveau te bereiken.
st
el de luchtverdeling in: de lucht wordt via
de gewenste uitstroomopeningen over het
interieur verdeeld.
st
el de luchtopbrengst in: de aanjager
s
nelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd
en wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur
gerecirculeerd.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A van de middenconsole.
Volgens uitvoering zijn de volgende functies
aanwezig:
-
temperatuurregeling,
-
luchtopbrengstregeling,
-
r
egeling luchtverdeling,
-
o
ntdooien en ontwasemen,
-
h
andbediende of automatische
airconditioning.
Luchtverdeling
1. u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit en de zijruiten.
2.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
A
fsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters.
4.
A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
u itstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
u itstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
De ventilatie zorgt voor een optimaal comfort in
het interieur.
Comfort
41
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
A
ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan,
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
s
t
el de aanjager zo in dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur het
luchtinlaatrooster onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige ventilatieopeningen alsmede de uitstroomopening in het interieur aan
weerszijden van de hoedenplank vrij blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard (achter het instrumentenpaneel) niet
wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de airconditioning.
F
Z
et de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in
perfecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen (zie het hoofdstuk "
ond
erhoud").
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde
actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.
bi
j een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Gebruiksadviezen voor verwarming, ventilatie en airconditioning
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
3
Comfort
148
C3Picasso_nl_Chap10_verification_ed01-2014
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op
het multifunctionele display.
bi
j een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.ni ettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het garantie- en
onderhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
ra
adpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
r
aadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto
voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ra
adpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Deze sticker, die hoort bij het
s
t
op &
st
art-systeem, geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
ee
n verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken. Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "
ni
veau brandstofadditief".
onderhoud
173
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F zie de paragraaf "toegang tot het
gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
FH36 5
A
tr
ekhaakmodule.
FH37 15
AVoeding accessoirestekker caravan.
FH38 20
A
na
vigatiesysteem (achteraf ingebouwd).
FH39 20
A
st
oelverwarming.
FH40 30
A
tr
ekhaakmodule.
Zekering Ampère Functies
F1 15
A
ru
itenwisser achter.
F2 -
nie
t gebruikt.
F3 5
AComputer airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F4 10
A
s
tuurhoeksensor, airconditioning, koppelingscontact,
roetfilterpomp, diagnosestekker, luchthoeveelheidsmeter.
F5 30
A
ru
itbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor
ruitbediening voor.
F6 30
AMotor ruitbediening achter en motor bediening bestuurdersruit.
F7 5
APlafonnier en kaartleeslampje voor, verlichting
dashboardkastje, zaklamp, verlichting achtercompartiment.
11
Praktische informatie
282
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
oliefilter ....................................................... 148ol
iefilter (vervangen) ..................................148
ol
ieniveau
............................................. 2 2, 145
ol
iepeilstok
..............................
.............2 2, 145
oli
everbruik
................................................. 14
5
ond
erhoudsadviezen
................................. 14
3
ond
erhoudscontroles
..................................... 8
ond
erhoudsintervalindicator
........................20
ond
erhoudsintervalindicator resetten
.......... 21on
tdooien ...................................................... 42
on
tgrendelen
................................................ 56
op
berglade
................................................... 85
opb
ergvak ..................................................... 83
op
bergvakken
................................... 83, 87, 90
op
schakelindicator
..................................... 128
Panoramadak
................................................ 66
Parfumeur
..................................................... 48
P
arfumeur (element)
..................................... 48
P
arkeerhulp achter
..................................... 13
7
Parkeerlichten
............................... 7
0, 165, 168
Passagiersairbag uitschakelen
..................11 9
Plafonniers
............................................ 8 0, 170
Portieren
....................................................... 62
Portieren openen
.................................... 56, 62
Portieren sluiten
...................................... 56, 62
N
O
P
navigatiesysteem........................207, 208, 215niv
eaus controleren .............................145 -147
niv
eaus en controles
...........................143 -147
no
odbediening achterklep
............................65
no
odbediening portieren
.............................. 64
M
enustructuren display
.............
244, 268, 270
Milieu
.........................................................
8, 59
Milieubewust rijden
......................................... 8
M
istachterlicht
.......................................
71, 16 8
Mistlampen vóór
..............................
71, 75, 166
Monochroom display
.................. 2
58, 268, 270
Motoren
.......................................
19 0, 192, 19 4
Motorenoverzicht
........................
19 0, 192, 19 4
Motorkap
.....................................................
141
Motorkap, openen
.......................................
141
Motorkapsteun
...............................
.............
141
Motorolie
...............
......................................
145
Motorolieniveau, controle
.............................
22
Motorolieniveaumeter
...........................
2 2, 145
Motorruimte
.........................................
143, 14 4
M P3 (CD)
....................................................
261
Multifunctioneel display (met autoradio)
................................
26, 29, 33
Multifunctioneel display (zonder autoradio)
......................................
24
Multimediaspelers
.......................................
236
Lampen (vervangen)
...........................
163, 168
Lampen vervangen
............................. 16
3, 168
Lange voorwerpen vervoeren
......................
89
Lekke band
..................................................
150
Lichtschakelaar
............................................. 70
L
okaliseren van de auto
................................
57
LPG
.......
......................................................
192
Luchtfilter
....................................................
148
Luchtfilter (vervangen)
................................
148
Make-upspiegel
............................................ 84
Matten
........................................................... 86
Mat verwijderen
............................................ 86
L
M
kinderzitjes ......................9 4 - 9 6, 10 0, 101, 105ki
nderzitjes (conventioneel) .......................10 0
kl
embeveiliging
............................................. 60
kl
eurcode lak
.............................................. 197
kl
eurendisplay met
kaartweergave D
t ............................ 2
05, 244
ko
elvloeistofniveau
..................................... 147
ko
fferdeksel sluiten
................................56, 65
ko
ffervloer (verwijderbaar)
.....................90, 91
ko
plampen
...............................
...................163
ko
plampverstelling
....................................... 76k
rik
.............................................................. 155
trefwoordenregister