CO2-EMISSIE
De CO2-emissieniveaus in de volgende tabellen hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.
Versies CO2-emissie volgens huidige Europese richtlijn (g/km).
0.9 Turbo TwinAir 105 pk
(*)99
1.4 Benzine 8V 70 pk
(**)134
1.4 Benzine 8V 78 pk
(*)130
1.4 Turbo MultiAir 135 pk
(***)128
1.4 Turbo MultiAir 170 pk Quadrifoglio Verde139
1.3 JTD
M-285 pk90
1.3 JTD
M-285 pk(***)95
1.3 JTD
M-285 pk(***)88
1.6 JTD
M115/120 pk112
(*) Versies met Start&Stop
(**) Versies zonder Start&Stop
(***) Voor bepaalde versies/markten
232
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
RADIO (TUNER)
INLEIDING
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, dan wordt de
audiobron ingeschakeld die vóór het uitschakelen beluisterd werd:
Radio, CD, CD MP3 of (alleen bij ) (voor bepaalde
versies/markten).
Druk, om de radio te kiezen wanneer naar een andere audiobron
wordt geluisterd, kortstondig op de toets FM AS of AM, afhankelijk
van de gewenste golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont de display de naam (alleen
RDS-stations), de frequentie van het gekozen station, de gekozen
golfband (bijv. FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv.
P1).
KEUZE GOLFBAND
Druk bij ingeschakelde radio meerdere malen kort op de toets FM
AS of AM om de gewenste golfband te kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, worden de volgende
golfbanden na elkaar gekozen:
❒Door op de FM AS-toets te drukken: “FM1”, “FM2” of “FMA”;
❒Door op de AM-toets te drukken: “MW1, MW2”.
Elke band wordt met zijn naam op de display aangegeven. Er zal
afgestemd worden op het laatst gekozen station op de betreffende
golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 of "FMA"; de FMA-
golfband is gereserveerd voor de stations die automatisch met de
AutoSTore-functie worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de nummer 1 t/m 6 worden voor het instellen van
de volgende voorkeuzestations gebruikt:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FMT of
"FMA") (bij sommige uitvoeringen);
❒12 op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2).
Kies voor het luisteren naar een voorkeuzestation, de gewenste
golfband en druk vervolgens kort op de betreffende voorkeuzetoets
(1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de voorkeuzetoets te drukken,
wordt het station waarop is afgestemd opgeslagen.
De opslagfase wordt bevestigd door een geluidssignaal.
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION
De radio slaat automatisch het laatst gekozen station op elke
golfband op, waarop wordt afgestemd wanneer de radio wordt
ingeschakeld of wanneer van golfband wordt gewisseld.
AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kortstondig op deoftoets om automatisch te zoeken
naar het volgende station dat in de gekozen richting ontvangen
kan worden.
Als de
oftoets langer ingedrukt wordt gehouden, dan start
het snel zoeken. Wanneer de toets wordt losgelaten, zal de tuner
stoppen bij het eerstvolgende station dat ontvangen kan worden.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, zal de tuner
alleen naar stations zoeken die verkeersinformatie en -berichten
uitzenden.
256
AUTORADIO
HANDMATIGE AFSTEMMING
Op deze manier kunnen de stations handmatig op de
geselecteerde golfband gezocht worden.
Kies de gewenste golfband en druk vervolgens herhaaldelijk kort
op de
oftoets om het zoeken in de gekozen richting te
starten.
Als de
oftoets langer ingedrukt wordt gehouden, dan start
het snel zoeken. Dit stopt wanneer de toets wordt losgelaten.
AUTOSTORE FUNCTIE
(automatische opslag stations)
Houd, voor het inschakelen van de AutoSTore-functie, de FM AS-
toets ingedrukt totdat een geluidssignaal wordt gehoord. Met deze
functie slaat de radio automatisch de 6 stations met het in
afnemende volgorde sterkste signaal op de FMA-golfband op.
Tijdens het automatische opslagproces, knippert het opschrift
"Autostore" op de display.
Druk nogmaals op de FM AS-toets om de AutoSTore-functie te
onderbreken: de radio zal opnieuw op het station afstemmen dat
vóór inschakeling van de functie beluisterd werd.
Na beëindiging van de AutoSTore-functie, stemt de radio
automatisch af op het eerste voorkeuzestation op de FMA-
golfband aan de voorkeuzezijde 1.
De stations die op dat moment een sterk signaal hebben, worden
vervolgens automatisch in de gekozen golfband onder de toetsen 1
t/m 6 opgeslagen.Wanneer de AutoSTore-functie binnen de MW-golfband wordt
ingeschakeld, dan wordt automatisch de FMA-golfband
geselecteerd, waar de functie wordt uitgevoerd.
OpmerkingSoms slaagt de AutoSTore-functie er niet in 6
stations met een voldoende sterk signaal te vinden. In dat geval
worden de sterkste stations onder de vrije voorkeuzetoetsen
opgeslagen.
OpmerkingWanneer de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld,
worden de eerder opgeslagen stations op de FMA-golfband
gewist.
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN
De autoradio kan in de RDS-modus noodberichten ontvangen in
geval van uitzonderlijke omstandigheden of situaties die gevaar
van algemene aard kunnen opleveren (aardbevingen,
overstromingen enz.), indien deze worden uitgezonden door het
station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden
uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht verschijnt op de display
het opschrift "Alarm". Het volume van de radio verandert tijdens
dit bericht op dezelfde wijze als bij verkeersinformatie.
257
AUTORADIO
Pollenfilter............................................ 189
Portieren .............................................. 77
– Centrale portiervergrendeling ........... 77
Prestaties ............................................. 220
Radiozenders en mobiele telefoons ...... 102
Regensensor ........................................ 63
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 197
– carrosserie ...................................... 195
– koplampen...................................... 196
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 198
– lederen interieurdelen ...................... 198
– lederen stoelen ................................ 198
– stoelen en stoffen bekleding.............. 197
Remmen .............................................. 210
– remvloeistofniveau ........................... 188
Richtingaanwijzers .......................... 61-159
– lamp vervangen .............................. 158
– "Lane change"-functie...................... 61
Ruiten reinigen ..................................... 62
Ruiten (reinigen) ................................... 196
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 188
Ruitensproeiers van achterruit................ 194
Ruitensproeiers van vooruit ................... 193Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 62
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 63
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 192
– wisserbladen vervangen .................. 192
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 112
Schemersensor ..................................... 60
Schuifdak ............................................ 74
Setup-menu ......................................... 23
Slepen van de auto .............................. 172
– Montage van het sleepoog ............... 172
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 124
Smeermiddelen (specificaties) .............. 227
Sneeuwkettingen .................................. 140
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 60
Start&Stop systeem ............................... 96
Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontacten ...................................... 72
Stuurinrichting ..................................... 211
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47Symbolen ............................................ 34
Tankdop ............................................ 108
Tanken ................................................ 108
Technische gegevens............................. 199
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 105
Transmissie .......................................... 209
Trip Computer ...................................... 31
TRIP knop ............................................ 33
"Universeel" kinderzitje monteren......... 118
Veiligheidsgordels .............................. 111
– Gebruik .......................................... 111
Veilig kinderen vervoeren...................... 116
Velgbescherming (banden).................... 214
Velgen
– afmetingen ..................................... 215
– verklaring van de velgcodes ............. 213
– wielen en banden ............................ 191
Vloeistoffen en smeermiddelen .............. 227
Vulinhouden ........................................ 224
Welcome movement .......................... 22
Wielen en banden
– bandenspanning ............................. 217
– een wiel vervangen ......................... 143
272
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER