WEGWIJS IN UW AUTO
DASHBOARD
De aanwezigheid en de plaats van de bedieningselementen, de instrumenten en de lampjes kunnen variëren afhankelijk van de verschillende
versies.
1. Luchtroosters voor ontwaseming van de zijruiten 2. Verstelbare luchtstroomroosters 3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Instrumentenpaneel
5. Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter en tripcomputer 6. Autoradio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) 7. Verstelbare luchtroosters
8. Waarschuwingsknipperlichten, knop portiervergrendeling/-ontgrendeling 9. Frontairbag passagierszijde 10. Dashboardkastje
11. Bedieningsorganen voor verwarming/ventilatie/klimaatregeling 12. Versnellingspook 13. "Alfa DNA"-systeem 14. Contactslot 15. Knie-airbag
bestuurderszijde (voor bepaalde versies/markten) 16. Frontairbag bestuurderszijde 17. Cruise control-hendel (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
18. Toegangsklepje zekeringenkast 19. Paneel met diverse bedieningsknoppen.
fig. 1A0J0330
3
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht er nodig is om
de buitenverlichting in te schakelen (bijv. bij een lichtgevoeligheid van
niveau 3 zullen de koplampen bij zonsondergang vroeger aangaan
dan bij de niveaus 1 en 2).
Ga als volgt te werk om de gewenste lichtgevoeligheid in te stellen:
❒druk op de SET/
knop, op het display verschijnt het eerder
ingestelde niveau;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Regensensor (Afstelling gevoeligheid
regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid van de regensensor op 4
niveaus worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display begint het
eerder ingestelde gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Activering trip B/gegevens
(Trip B inschakelen)
Met deze optie kan de weergave van Trip B (dagteller) ingeschakeld
(On) of uitgeschakeld (Off) worden. Zie voor meer informatie "Trip
computer".Ga als volgt te werk om deze functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het
display te doen knipperen in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klok instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld worden via twee submenu’s:
"Tijd" en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
❒druk op de knop "+" of "–" om een van beide submenu's te
selecteren;
❒druk na selectie van het te wijzigen submenu kort op SET/
;
❒als het submenu "Tijd" is gekozen en er wordt kort op de knop
SET/
gedrukt, dan knipperen de uren op de display.
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen.
BELANGRIJK Met elke druk op de knop "+" of "−" wordt de waarde
met een eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de knop ingedrukt
om de waarde automatisch snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te drukken.
25
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
TRIP COMPUTER
ALGEMENE INFORMATIE
De Trip computer geeft informatie over de werking van het voertuig
weer op de display, wanneer de contactsleutel in de stand MAR staat.
Deze functie omvat twee afzonderlijke reisfuncties, “Trip A” en Trip
B” genaamd, waarmee de hele reis (dagtrip) van de auto kunnen
worden vastgelegd. Beide functies werken onafhankelijk van elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden (reset – begin van een nieuwe
reis).
“Trip A” geeft informatie over:
❒Actieradius
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld brandstofverbruik
❒Huidig brandstofverbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B.
“Trip B” kan worden uitgeschakeld (zie “Trip B inschakelen”). De
parameters “Bereik” en “Huidig verbruik" kunnen niet worden gereset.
WEERGEGEVEN WAARDEN
Actieradius
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan worden met de brandstof
die in de tank aanwezig is. Hierbij wordt uitgegaan van een rijstijl
die niet verandert.
De display toont de melding '-----' wanneer:
❒de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
❒de auto lang stilstaat met een draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren in functie van verschillende
factoren: de rijstijl (zie "Rijstijl" in "Starten en rijden"), het type route
(snelweg, stadsverkeer, bergwegen, etc…), en de
gebruiksomstandigheden van het voertuig (beladingstoestand,
bandenspanning, etc…). Bij de programmering van een reis dient men
rekening te houden met deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft afgelegd sinds het begin van
een nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik van de auto weer sinds het
begin van een nieuwe reis.
31
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Pollenfilter............................................ 189
Portieren .............................................. 77
– Centrale portiervergrendeling ........... 77
Prestaties ............................................. 220
Radiozenders en mobiele telefoons ...... 102
Regensensor ........................................ 63
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 197
– carrosserie ...................................... 195
– koplampen...................................... 196
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 198
– lederen interieurdelen ...................... 198
– lederen stoelen ................................ 198
– stoelen en stoffen bekleding.............. 197
Remmen .............................................. 210
– remvloeistofniveau ........................... 188
Richtingaanwijzers .......................... 61-159
– lamp vervangen .............................. 158
– "Lane change"-functie...................... 61
Ruiten reinigen ..................................... 62
Ruiten (reinigen) ................................... 196
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 188
Ruitensproeiers van achterruit................ 194
Ruitensproeiers van vooruit ................... 193Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 62
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 63
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 192
– wisserbladen vervangen .................. 192
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 112
Schemersensor ..................................... 60
Schuifdak ............................................ 74
Setup-menu ......................................... 23
Slepen van de auto .............................. 172
– Montage van het sleepoog ............... 172
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 124
Smeermiddelen (specificaties) .............. 227
Sneeuwkettingen .................................. 140
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 60
Start&Stop systeem ............................... 96
Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontacten ...................................... 72
Stuurinrichting ..................................... 211
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47Symbolen ............................................ 34
Tankdop ............................................ 108
Tanken ................................................ 108
Technische gegevens............................. 199
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 105
Transmissie .......................................... 209
Trip Computer ...................................... 31
TRIP knop ............................................ 33
"Universeel" kinderzitje monteren......... 118
Veiligheidsgordels .............................. 111
– Gebruik .......................................... 111
Veilig kinderen vervoeren...................... 116
Velgbescherming (banden).................... 214
Velgen
– afmetingen ..................................... 215
– verklaring van de velgcodes ............. 213
– wielen en banden ............................ 191
Vloeistoffen en smeermiddelen .............. 227
Vulinhouden ........................................ 224
Welcome movement .......................... 22
Wielen en banden
– bandenspanning ............................. 217
– een wiel vervangen ......................... 143
272
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER