BELANGRIJK
80) Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op het dashboard in de zone van de passagiersairbag,
op de zijkant van de dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons) op het
dashboard aan passagierszijde, omdat deze het correct openen van de airbag kunnen hinderen en tevens de
inzittenden ernstig kunnen verwonden.
81) ZEER GEVAARLIJK: plaats NOOIT een kinderzitje tegen de rijrichting in op de voorstoel met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg
hebben. Daarom moet de passagierszijairbag altijd uitgeschakeld worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
82) Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag. Bij
een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben.
83) Het waarschuwingslampje
knippert om te wijzen op een storing van het lampje. Deze toestand wordt
aangegeven door het langer dan 4 seconden knipperen van het lampje
. In dat geval kan het lampjemogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Abarth
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
117
BELANGRIJK Als een of meerdere
veiligheidsvoorzieningen zijn
geactiveerd ten gevolge van een
ongeval, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk om deze
veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het
systeem te laten controleren.
De controle, reparatie en vervanging
van de airbags moeten door het Abarth
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem onbruikbaar gemaakt
worden door het Abarth
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Gordelspanners,
frontairbags en zijairbags worden op
verschillende manieren geactiveerd,
afhankelijk van het type botsing. Als
een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
84) 85) 86) 87) 88) 89) 90) 91) 92) 93) 94) 95)
BELANGRIJK
84) Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het
gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens
het opblazen te voorkomen.
85) Steek nooit uw hoofd, armen of
ellebogen uit het raam.
86) Als de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid en het lampje
niet gaat branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is
er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen,
per ongeluk geactiveerd worden.
Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Abarth
Servicenetwerk alvorens verder te
rijden.
87) Bedek de rugleuningen van de
voorstoelen niet met extra hoezen
als er zijairbags aanwezig zijn.88) Rijd altijd met de handen op de
stuurwielrand zodat de airbag
indien nodig ongehinderd
opgeblazen kan worden. Rijd niet
met voorover gebogen lichaam.
Houd de rug goed rechtop tegen
de rugleuning gedrukt.
89) Laat bij diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of
overstromingen het
airbagsysteem door het Abarth
Servicenetwerk controleren.
119
DE MOTOR STARTEN
Het voertuig is uitgerust met een
elektronische startblokkering:
raadpleeg, als de motor niet wil starten,
paragraaf "Fiat CODE systeem" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto".
De motor kan rumoeriger zijn tijdens
de eerste seconden werking, met name
na een lange periode van stilstand. Dit
karakteristieke kenmerk van het
hydraulische klepstotersysteem is niet
van invloed op de werking of
betrouwbaarheid: het voor deze auto
gekozen systeem werd ontworpen om
onderhoudsingrepen te beperken.
PROCEDURE
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de
versnellingspook in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV en
laat deze los zodra de motor start.
Als de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar
de stand STOP alvorens de procedure
te herhalen.Als, met de sleutel op MAR, hetsymbool op het display blijft
branden samen met het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel, dan wordt
geadviseerd de sleutel naar STOP te
draaien en dan weer naar MAR. Als het
waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die
bij de auto zijn geleverd.
Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
17) 18)
96) 97)
GESTARTE MOTOR
OPWARMEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd langzaam weg en laat de motor
bij gemiddelde toerentallen draaien.
Geef niet abrupt gas;
❒verlang in het begin geen maximale
prestaties. Wacht tot de wijzer van
de koelvloeistoftemperatuurmeter
begint te bewegen.
19)
DE MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel naar de stand
STOP terwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Voordat de motor na
een zware rit wordt uitgezet, moet men
hem even stationair laten draaien om
hem "op adem" te laten komen.
Hierdoor kan de temperatuur in de
motorruimte dalen.
20)
BELANGRIJK
17) Tijdens de eerste
gebruiksperiode adviseren wij om
overmatige belasting van de auto
te voorkomen (bijvoorbeeld hard
accelereren, lang rijden met de
maximumsnelheid, abrupt
remmen, enz.).
18) Laat bij afgezette motor de
sleutel in het contactslot niet op
MAR staan, om te voorkomen dat
de accu leeg raakt door onnodig
stroomverbruik.
122
STARTEN EN RIJDEN
BELANGRIJK
98) Laat kinderen nooit zonder
toezicht in de auto achter.
Verwijder altijd de contactsleutel
als de auto wordt verlaten en
neem deze mee.
99) De auto moet geremd zijn na
enkele klikken van de hendel.
Als dat niet het geval is, contact
opnemen met het Abarth
Servicenetwerk om hem te laten
afstellen.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
Trap, om de versnellingen in te
schakelen, het koppelingspedaal
volledig in en plaats de pook in de
gewenste stand (het schakelschema is
aangegeven op de pookknop) fig. 95.
100)
21)
Beweeg, om vanuit de vrijstand de
achteruitversnelling R in te schakelen,
de pook naar rechts en vervolgens naar
achteren.Bovendien kan tijdens het wegrijden
een begrenzing van het motortoerental
tot 2700 tpm geconstateerd worden,
wat gedaan is om een betere
overdracht van het motorkoppel te
garanderen. Wanneer het
koppelingspedaal wordt losgelaten en
de auto rijdt, wordt deze
toerenbegrenzing uitgeschakeld.
BELANGRIJK De achteruit kan
uitsluitend bij stilstaande auto worden
ingeschakeld. Wacht bij draaiende
motor minstens 2 seconden met het
koppelingspedaal helemaal ingetrapt
alvorens de achteruit in te schakelen
om beschadiging aan de tandwielen te
voorkomen.
BELANGRIJK Het koppelingspedaal
mag uitsluitend voor het schakelen
gebruikt worden. Laat tijdens het rijden
de voet nooit, zelfs niet licht, op het
koppelingspedaal rusten. Bij bepaalde
versies/markten kan de regelelektronica
van het koppelingspedaal een foutieve
rijstijl als een defect interpreteren.
24R351
95AB0A0077
124
STARTEN EN RIJDEN
WINTERBANDEN
De winterbanden moeten dezelfde
maat hebben als de standaard
geleverde banden.
Het Abarth Servicenetwerk kan u raad
geven over de meest geschikte band
voor elk gebruik.
103)
Voor het type band, de
bandenspanning en de specificaties
van de winterbanden, de aanwijzingen
gegeven in de paragraaf “Wielen” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”
opvolgen.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen drastisch
wanneer de profieldiepte minder is dan
4 mm. Vervang ze in dat geval.
Door hun specifieke eigenschappen zijn
de prestaties van winterbanden onder
normale omstandigheden of wanneer
lang op de snelweg wordt gereden,
lager dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het
gebruik van winterbanden daarom
uitsluitend tot de omstandigheden
waarvoor ze zijn goedgekeurd.BELANGRIJK Als winterbanden worden
gebruikt met een maximum toegestane
snelheid die lager is dan de topsnelheid
van de auto (plus een marge van 5%),
dan moet in de passagiersruimte een
duidelijk zichtbaar
waarschuwingsplaatje worden
geplaatst met de maximum toegestane
snelheid wanneer met winterbanden
wordt gereden (conform de
EU-richtlijnen).
Monteer op de vier wielen dezelfde
banden (zelfde merk en profieldiepte)
voor meer veiligheid tijdens het rijden en
het remmen en voor een betere
bestuurbaarheid.
Denk eraan dat de draairichting van de
banden niet omgedraaid mag worden.
BELANGRIJK
103) De maximumsnelheid voor
winterbanden met markering “Q”
is 160 km/h. Men dient zich echter
altijd strikt te houden aan de
snelheidsbeperkingen van de
wegenverkeerswetgeving.
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen moet
aan de plaatselijke voorschriften in elk
land voldoen.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de
banden van de voorwielen
(aandrijfwielen) gemonteerd worden.
Controleer de spanning van de
sneeuwkettingen na enkele tientallen
meters rijden.
22)
BELANGRIJK
22) Beperk de snelheid als
sneeuwkettingen gemonteerd
zijn; rijd niet harder dan 50 km/h.
Vermijd kuilen, trottoirbanden
en stoepen en rijd geen lange
stukken op sneeuwvrije wegen om
de auto en het wegdek niet te
beschadigen.
128
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 3428 0000 bellen om het
dichtstbijzijnde Geautoriseerde Abarth
Servicepunt te vinden.DE MOTOR STARTEN ....................132
"FIX&GO AUTOMATIC" KIT .............133
EEN LAMP VERVANGEN ...............137
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................141
LAMP BINNENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................144
ZEKERINGEN VERVANGEN ............146
ACCU OPLADEN ............................151
DE AUTO OPKRIKKEN ...................151
SLEPEN VAN DE AUTO ..................152
131
DE MOTOR STARTEN
Als het symboolcontinu op het
display gaat branden, onmiddellijk
contact opnemen met het Abarth
Servicenetwerk.
STARTEN MET
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu fig.
96 met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.
23)
104)
Ga als volgt te werk om de auto te
starten:
❒verbind de plusklemmen (+ teken bij
de klem) van de beide accu's met
een startkabel;❒sluit met een tweede startkabel de
minklem (–) van de hulpaccu aan
op een massapunt
op de motor of
de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
❒start de motor;
❒verwijder als de motor gestart is, de
kabels in de omgekeerde volgorde.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, blijf dan niet proberen maar neem
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet rechtstreeks
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
in een andere auto is geïnstalleerd,
moet accidenteel contact tussen de
metalen delen van beide auto's
vermeden worden.
ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden.
Op die manier kan brandstof in de
katalysator terechtkomen die hierdoor
onherstelbaar beschadigd wordt.BELANGRIJK Onthoud dat de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang
de motor niet is gestart. Om die reden
is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het
stuur.
BELANGRIJK
23) Gebruik nooit een accusnellader
om de motor te starten, aangezien
dit kan leiden tot beschadiging
van de elektronische systemen en
de regeleenheden van de
ontsteking en de
brandstoftoevoer.
96AB0A0078
132
NOODGEVALLEN
BELANGRIJKE
INFORMATIE
Het afdichtmiddel van de Fix&Go kit
werkt bij buitentemperaturen tussen
–20 °C en +50 °C.
Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
108) 109)
2)
OPPOMPEN
110)
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒plaats de Fix&Go kit bij het te
repareren wiel;
❒zoek de vulslang B van de fig. 100
die al op de spuitbus A is
aangesloten;
❒open het klepje opzij E en verbindt de
spuitbus A met de aansluiting, door
de richting van de pijl te volgen;
❒draai de ventieldop F los en sluit de
vulslang B aan door de betreffende
ringmoer op het ventiel van de band
vast te draaien;
❒controleer of de schakelaar G fig.
101 in de stand0(uit) staat, start
vervolgens de motor;❒steek de elektrische stekker H fig.
102 in de aanstekeraansluiting van
de auto (12 V);
❒schakel de compressor in door de
schakelaar G in stand1(aan) te
zetten;
❒pomp de band op tot de juiste
bandenspanning (zie de paragraaf
"Bandenspanning in koude toestand"
in het hoofdstuk "Technische
gegevens").BELANGRIJK Voor een preciezere
uitlezing, wordt geadviseerd de waarde
bij uitgeschakelde compressor te
controleren.
❒Als de druk na 5 minuten niet
minstens 1,5 bar heeft bereikt,
schakel dan de compressor uit en
maak de vulslang B van het
bandventiel los en verwijder de
stekker H;
❒verplaats het voertuig ongeveer 10
meter zodat de afdichtvloeistof zich
gelijkmatig in de band kan verdelen
en pomp vervolgens weer op.
BELANGRIJK Als ook in dit geval
binnen 5 minuten na inschakeling van
de compressor geen druk van minstens
1,5 bar wordt bereikt, rijd dan niet
verder omdat de band te ernstig
beschadigd is en de Fix&Go kit niet de
vereiste afdichting kan garanderen,
neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
❒Als de band tot de voorgeschreven
spanning is opgepompt, ga dan
onmiddellijk rijden.
111)
❒stop na ongeveer 10 minuten rijden,
trek de handrem aan en controleer
de bandenspanning opnieuw.
112) 113)
100AB0A0083
134
NOODGEVALLEN