Navigatie77
Na de eerste installatie wordt de
USB-geheugenstick automatisch
herkend door het navigatiesysteem
en de online-toepassing.
USB-geheugenstick en
navigatiesysteem updaten
Er komen regelmatig updates uit,
bijv. voor revisies van kaarten en flit‐ slocaties.
Let op
In bepaalde landen is het downloa‐
den en inschakelen van de camera‐
waarschuwingsoptie illegaal en kan
dat resulteren in een vervolging.
Deze updates zijn alleen beschikbaar
via de catalogus met online-toepas‐
singen, die toegankelijk is via de
USB-geheugenstick.
Met de online-toepassing is het mo‐
gelijk om:
■ Het navigatiesysteem (kaarten, flit‐ slocaties enz.) bij te werken,
■ Te upgraden naar premium content
voor nuttige plaatsen,■ Gegevens toe te voegen of te ver‐
wijderen,
■ Het systeem aan te passen.
De menu's van de online-toepassing leiden u stap voor stap door dezehandelingen.Systeem bijwerken
Voer regelmatig updates uit om het
beste uit uw navigatiesysteem te ha‐
len.
Plaats de USB-geheugenstick in de USB-poort van het navigatiesysteem.
Het navigatiesysteem detecteert of er
updates op de USB-geheugenstick
beschikbaar zijn en het update‐
scherm zal dan automatisch verschij‐ nen.
Selecteer Update op het display‐
scherm om de installatie van de up‐
dates op het navigatiesysteem te
starten. Tijdens de updateprocedure
kan het navigatiesysteem automa‐
tisch opnieuw opstarten.
Let op
Selecteer r op het displayscherm
om terug te gaan naar het vorige
scherm.Druk anders op de knop Start ;, ge‐
volgd door NAVI, Opties en
Kaartupdate . Selecteer Opties en
Update .
Wacht tot de update is voltooid voor‐ dat u een andere handeling uitvoert of
de USB-geheugenstick verwijdert.
Gebruik
SD CARD Schakel het navigatiesysteem uit en
steek de SD-kaart in sleuf ervan. De
SD-kaart is breekbaar; buig hem niet.
78Navigatie
CD35 BT USB NAVISD-kaart aanbrengen
Zorg ervoor dat de SD-kaart juist is
geplaatst. De oriëntatie kan verschil‐
lend zijn, afhankelijk van de locatie
van de SD-kaart in de sleuf.
SD-kaart verwijderen
Selecteer SD-kaart verwijderen in het
hoofdmenu en bevestig dan met de
rechter schermtoets ⌟. Er wordt een
bericht weergegeven wanneer het
veilig is om de SD-kaart te verwijde‐
ren.Om de SD-kaart uit zijn sleuf te ver‐
wijderen, drukt u op de kaart en laat
hem vervolgens los. De kaart springt
iets uit de sleuf, waardoor deze kan
worden verwijderd.
NAVI 80SD-kaart aanbrengen
Schakel het infotainmentsysteem uit
en plaats de SD-kaart in de sleuf er‐
van. De SD-kaart is breekbaar; buig
hem niet.
Zorg ervoor dat de SD-kaart juist is
geplaatst. De oriëntatie kan verschil‐
lend zijn, afhankelijk van de locatie
van de SD-kaart in de sleuf.SD-kaart verwijderen
Om de SD-kaart uit het infotainment‐
systeem te verwijderen, drukt u op
MENU van de startpagina, gevolgd
door Systeem en SD-kaart
verwijderen op het displayscherm. De
SD-kaart kan nu veilig worden uitge‐
worpen.Om de SD-kaart uit zijn sleuf te ver‐
wijderen, drukt u op de kaart en laat
hem vervolgens los. De kaart springt
iets uit de sleuf, waardoor deze kan
worden verwijderd.
Let op
Gebruik alleen een compatibele SD- kaart om het navigatiesysteem te
gebruiken en bij te werken, dit om
eventuele technische problemen te
voorkomen. Plaats de SD-kaart niet
in een ander apparaat ( zoals een di‐
gitale camera of mobiele telefoon) of in een ander voertuig.
USB-GEHEUGENSTICK
NAVI 50USB-geheugenstick plaatsen
Schakel het navigatiesysteem uit en
plaats de USB-geheugenstick in de
USB-poort op het paneel van het in‐
fotainmentsysteem. De USB-geheu‐
genstick is kwetsbaar. Ga er daarom
voorzichtig mee om.
80Navigatie
Batterij vervangen
Druk op de vergrendeling aan de ach‐terzijde van het apparaat en til het
toetsenbord eruit.
Breng nieuwe batterijen aan (type:
AAA / LR03 / UM4 1,5V) waarbij er‐
voor gezorgd moet worden dat ze cor‐
rect aangebracht worden; plaats ver‐
volgens het batterijdeksel terug.
NAVIGATIESYSTEEM
ACTIVEREN
Inschakelen
Het navigatiesysteem schakelt auto‐
matisch in wanneer het contact wordt ingeschakeld. Druk in andere geval‐len op de knop/toets X.
Bij uitgeschakeld contact kan het na‐
vigatiesysteem gedurende ongeveer
20 minuten worden gebruikt.
Druk op de knop/toets X om het na‐
vigatiesysteem in te schakelen. Het systeem wordt ongeveer 20 minuten
na de laatste invoer van de gebruiker
automatisch uitgeschakeld.
Uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
navigatiesysteem automatisch uitge‐
schakeld wanneer het bestuurders‐
portier wordt geopend.
Bij ingeschakeld contact drukt u op de knop/toets X om het navigatiesys‐
teem uit te schakelen.Menu's voor wisselen tussen
navigatiesysteem en
infotainmentsysteemCD35 BT USB NAVI
Bij ingeschakeld Infotainment- en na‐
vigatiesysteem drukt u op de toets
NAVI (van de knoppen op de stuur‐
kolom) om tussen schermen van het
navigatie- en Infotainment te wisse‐
len.
Wanneer de bedieningselementen
van het infotainmentsysteem worden
gebruikt om te wisselen, bijvoorbeeld
de audiobron, verschijnt het infotain‐
mentsysteemscherm even over het
navigatiesysteemscherm. Het display schakelt na korte tijd terug.
Let op
De klok verschijnt wanneer naar het
scherm van het infotainmentsys‐
teem wordt omgeschakeld.NAVI 50
Als het navigatiesysteem is ingescha‐ keld, drukt u op de knop Start ; of
houdt u r op het displayscherm in‐
gedrukt om terug te gaan naar het
startmenu van het infotainmentsys‐
teem.
Navigatie81
NAVI 80
Als het navigatiesysteem is ingescha‐ keld, drukt u op r op het display‐
scherm (een of meerdere malen) om
terug te gaan naar de startpagina van het infotainmentsysteem.
DISPLAYWEERGAVE CD35 BT USB NAVI -
DisplayweergaveMenuschermHet menuscherm bevat het volgende:
1. Menunaam
2. Selectie van submenu's 3. Schuifbalk menupagina
Om het hoofdmenu te openen, drukt
u op de toets MENU.
Het menu kan meerdere schermpagi‐
na's bevatten. De schuifbalk geeft de
huidige positie aan.Snelmenu
Het Snelmenu bevat een voorkeurs‐
selectie van enkele vaakgebruikte
menu-items (bijv. verberg kaart, an‐
nuleer route, meld flitslocatie enz.).
Om het snelmenu te openen, drukt u
op de toets in het midden van de af‐
standsbediening.Kaartscherm
Het kaartscherm bevat het volgende:
1. Waarschuwing voor het volgende risicogebied in de buurt (vaste of
mobiele snelheidscontroles,
scholen enz.)
2. Maximumsnelheid. Gaat rood branden en knipperen wanneer
de maximumsnelheid wordt over‐
schreden
3. Naam van de volgende belang‐ rijke weg of verkeersbordinforma‐tie, indien van toepassing
82Navigatie
4. Verkeerszijbalk: Weergave vanincidenten op de route, ontvangst‐
indicator verkeersinfo
5. Huidige tijd
6. Richting en afstand tot volgende richtingsverandering
7. Buitentemperatuur (afhankelijk van de auto)
8. Reisinformatie, bijv. geschatte aankomsttijd, totaal resterende
afstand
9. Huidige locatie
10. Audiosysteeminformatie
11. Kompas Om het kaartscherm op een willekeu‐rig moment te openen, drukt u op de
toets MAP 2D/3D .
Verzeker u ervan dat alle aange‐ brachte veranderingen bevestigd
worden met de
schermtoetsen (⌞ en ⌟) voordat u
naar het kaartscherm schakelt; an‐
ders gaan de veranderingen verloren.
Druk in het kaartscherm nogmaals op
de toets MAP 2D/3D om tussen de
2D/3D-kaartmodi te wisselen.NAVI 50 - DisplayweergaveMenuscherm
Om naar het menuscherm Navigatie
te gaan, drukt u op de knop Start ;,
gevolgd door NAVI op het display‐
scherm.
Het menuscherm Navigatie bevat de
volgende menu's en submenu's:
■ Bestemming
Raadpleeg (NAVI 50) "Invoer van
de bestemming" 3 96.
◆ Adres
◆ Speciale bestemmingen
◆ Geschiedenis
◆Favorieten
◆ Zoeken op de kaart
◆ Coördinaten
■ Route
Raadpleeg (NAVI 50) "Route-infor‐
matie" in het hoofdstuk "Route be‐
werken" 3 105.
◆ Route aanmaken /Route
bewerken
◆ Wegen vermijden
◆ Overzicht
◆ Route annuleren
◆ Alternatieve routes
◆ Route
■ Opties
Raadpleeg (NAVI 50) "Navigatie‐
systeem instellen" hieronder.
◆ Waarschuwingen
◆ Route-instellingen
◆ Kaartinstellingen
◆ Steminstellingen
◆ Notatie coördinaten
◆ Gps
◆ Kaartupdate
Navigatie83
Kaartscherm
U kunt zonder navigatie naar het
kaartscherm gaan door op de knop Start ; te drukken, gevolgd door
KAART op het displayscherm. Raad‐
pleeg (NAVI 50) "Bekijk kaart" in het
hoofdstuk "Begeleiding" 3 105.
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
U kunt met navigatie naar het kaart‐
scherm gaan door op de knop
Start ; te drukken, gevolgd door
NAVI op het displayscherm. Geef
daarna een bestemming op. Raad‐
pleeg (NAVI 50) "Invoer van de be‐
stemming" 3 96.
Het kaartscherm (met of zonder rou‐ tebegeleiding) bevat de volgende be‐
dieningselementen en informatie:
1. ⇦/⇨: Kaart linksom/rechtsom draaien
2. ⇧/⇩: Gezichtspunt (laag/hoog). 3. OK : Acties bevestigen
4. Optiemenu
5. r : Terug naar vorige scherm
6. ] : Schaal aanpassen (in- en
uitzoomen)
7. Kompas (indrukken om te wisse‐ len tussen de 2D/3D-kaartmodi)8. Naam van de volgende belang‐rijke weg of verkeersbordinforma‐tie, indien van toepassing
9. Huidige tijd
10. Richting en afstand tot volgende richtingsverandering
11. Reisinformatie, bijv. geschatte aankomsttijd, totaal resterende
afstand
12. Audiosysteeminformatie
13. K: Huidige locatie
14. Berekende route en richtingsver‐ anderingen
15. Beginmenu
84Navigatie
16.l/l x: Stembegeleiding aan/uit
17. MaximumsnelheidWeergave kruising
Tijdens de routebegeleiding ver‐
schijnt er voorafgaand aan een rich‐
tingsverandering automatisch een
detailweergave van de kruising. Na
de kruising wordt teruggekeerd naar
de normale weergave.Weergave snelweg
Tijdens de routebegeleiding ver‐
schijnt automatisch een 3D-weer‐
gave van het verkeersknooppunt dat
wordt genaderd. Na de kruising wordt
teruggekeerd naar de normale weer‐
gave.
Let op
Bij sommige verkeersknooppunten
verschijnt wellicht alleen een kleine
richtingspijl op de kaart.NAVI 80 - DisplayweergaveMenuscherm
Druk op de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Navigatie op het display‐
scherm om naar het menu Navigatie
te gaan.
Het menuscherm Navigatie bevat de
volgende menu's, submenu's en be‐ dieningselementen:
1. RIJD NAAR...
Raadpleeg (NAVI 80) "Invoer van
de bestemming" 3 96.
◆ Naar huis
◆ Opgeslagen locaties
◆Adres
◆ Recente bestemmingen
◆ Lokale zoekfunctie
◆ Nuttige plaats
◆ Locatie op de kaart
◆ Breedte- en lengtegraad
2. ROUTE WIJZIGEN
Raadpleeg (NAVI 80) "Route be‐
werken" in het hoofdstuk "Bege‐
leiding" 3 105.
◆ Alternatieve route berekenen
◆ Route annuleren
◆ Reis via
◆ Wegversperring vermijden
◆ Deel van de route vermijden
◆ Vertragingen beperken
3. KAART BEKIJKEN
Raadpleeg (NAVI 80) "Bekijk
kaart" in het hoofdstuk "Begelei‐
ding" 3 105.
◆ Gebruik deze positie om...
◆ Zoeken
Navigatie85
◆Kaartgegevens wijzigen
◆ Toevoegen aan opgeslagen
locaties
4. <: Pop-upmenu
5. INSTELLINGEN
Raadpleeg (NAVI 80) "Navigatie‐
systeem instellen" hieronder.
◆ Stembegeleiding uitschakelen
◆ Routeplanning
◆ Nuttige plaats op de kaart
weergeven
◆ Nuttige plaatsen beheren
◆ Stem
◆ EV-instellingen
◆ Thuislocatie instellen
◆ Opgeslagen locaties beheren
◆ Wissel kaart
◆ Wijzig kaartkleuren
◆ Autosymbool
◆ Geavanceerd
6. NAVIGATIESERVICES
Raadpleeg (NAVI 80) "LIVE-ser‐
vices" hieronder.◆ Verkeer
◆ Flitscamera's
◆ Lokale zoekfunctie
◆ My TomTom live
◆ Het weer
7. ROUTES
Raadpleeg (NAVI 80) "Route be‐
werken" in het hoofdstuk "Bege‐
leiding" 3 105.
8. r : Terug naar vorige schermKaartscherm
Om vanuit de startpagina zonder na‐ vigatie naar het kaartscherm te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Bekijk kaart op het dis‐
playscherm.
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
U kunt met navigatie naar het kaart‐
scherm gaan door op de startpagina
op MENU te drukken, gevolgd door
Navigatie op het displayscherm. Geefdaarna een bestemming op. Raad‐
pleeg (NAVI 80) "Invoer van de be‐
stemming" 3 96.
Het kaartscherm (met of zonder rou‐ tebegeleiding) bevat de volgende be‐
dieningselementen en informatie:
1. Maximumsnelheid (licht rood op en gaat knipperen als de maxi‐
mumsnelheid wordt overschre‐
den)
2. o: Schaal aanpassen (in- en uit‐
zoomen)
3. Naam van de volgende belang‐ rijke weg of verkeersbordinforma‐tie, indien van toepassing