Radio51
Nieuws
Indien Nieuws is ingeschakeld:
■ De nieuwsberichten van bepaalde FM-zenders worden automatisch
doorgegeven.
■ Tijdens de verkeersberichten wordt
de weergave van FM-radio en an‐
dere audiobronnen onderbroken.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
NAVI 80 - RDS-functies Configureren van RDS
Om vanuit de startpagina naar het in‐
stellingenmenu Radio te gaan, drukt
u op MENU , gevolgd door
Multimedia , Instellingen en Radio op
het displayscherm.
Druk op < om een pop-upmenu te
openen en naar de optie "Radio-in‐
stellingen" te gaan.U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
■ Schakel het zoeken naar alterna‐ tieve frequenties (AF) aan/uit
■ Schakel I-Traffic aan/uit
■ Schakel programmatype aan/uit ■ Lijst met opgeslagen radiozenders bijwerkenAlternatieve frequentie (AF)
Schakel de RDS-AF-functie in om
steeds op de zendfrequentie met de
beste ontvangst af te stemmen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste
wijzigingen in de frequentie. Schakel
de RDS-AF-functie indien nodig uit.I-Traffic (verkeersinformatie)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.
Schakel I-Traffic in om automatisch verkeersberichten te ontvangen in‐
dien deze worden uitgezonden.Programmatype zoeken (PtY)
Schakel PtY in om het programma‐
type (zoals nieuws of sport) weer te
geven dat momenteel wordt uitgezon‐
den.Zenderlijst bijwerken
Raadpleeg (NAVI 80) "Autostore-lijs‐
ten" 3 47.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Om tekstinformatie te controleren van een willekeurige radiomodus (zoals
Voorkeur , Lijst , Frequentie ), drukt u
op < om een pop-upmenu te openen
en naar de optie Tekstinformatie te
gaan.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
54Cd-speler
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnende lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen gelden voor mp3/wma-cd's:
Alleen mp3-bestanden en wma-be‐
standen kunnen worden gelezen.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus
Maximaal aantal mp3- en/of wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000 bestanden
Toepasbare weergavelijstexten‐
sies: .m3u, .pls
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ De bediening van de mp3- en wma-
bestanden is identiek. Wanneer
een cd met wma-bestanden wordt
geplaatst, worden mp3-gerela‐
teerde menu's weergegeven.Gebruik
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gebruik cd-speler
Cd afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op de knop m te drukken) en
duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin
getrokken is: het afspelen van de cd
start automatisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u op de toets MEDIA totdat de
gewenste audiobron geselecteerd is:
het afspelen van de cd wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt
verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan de draaiknop OK om een
album of nummer uit de lijst te selec‐
teren.Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets 2 of 3 één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets 2 of 3 ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Willekeurig afspelen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 2 of 4 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om het willekeurig afspelen te activeren.
MIX verschijnt op het display wan‐
neer willekeurig afspelen actief is.
Let op
Op een mp3 cd werkt de willekeurige
afspeelfunctie alleen voor het hui‐
dige album.
Houd de genummerde toets 2 of 4
weer ingedrukt om te deactiveren.
MIX verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen kan ook worden
uitgeschakeld door het uitwerpen van
de cd.
Cd-speler55
Let op
Willekeurig afspelen wordt niet uit‐
geschakeld wanneer het audiosys‐
teem uitgeschakeld wordt of de bron gewijzigd wordt.
Pauze
Druk even op de m draaiknop, @ of
tegelijk op de toetsen ! en # om het
afspelen van cd/mp3 cd te onderbre‐
ken. Opnieuw indrukken om het af‐
spelen te hervatten.
De pauzefunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het volume
wordt ingesteld, de audiobron wordt
gewijzigd of automatische informatie‐
berichten worden weergegeven.
Extra tekstinformatie (cd-text of
id3-tag) weergeven
Na het selecteren van een nummer of
album drukt u even op TEXT of de
genummerde toets 5 (van de
zendertoetsen 1...6 ) om op de cd be‐
schikbare tekstinformatie op te roe‐
pen (bijv. naam van artiest, album of
nummer).Voor het ineens weergeven van alle
tekstinformatie houdt u genummerde
toets 5 of TEXT ingedrukt.
Sluit het weergeven af met de
toets /.
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
CD35 BT - Gebruik cd-speler
Cd afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op de knop m te drukken) en
duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin
getrokken is: het afspelen van de cd
start automatisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u op de toets MEDIA totdat de
gewenste audiobron geselecteerd is:
het afspelen van de cd wordt gestart.Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan de centrale draaiknop om
een album of nummer uit de lijst te
selecteren.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets 2 of 3 één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets 2 of 3 ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Willekeurig afspelen
Druk op de toets SETUP / TEXT om
het instellingenmenu te openen.
Draai aan de centrale draaiknop om
Audio-instellingen te selecteren en
druk op de knop om te bevestigen.
AUX-ingang57AUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............57
Gebruik ........................................ 57Algemene aanwijzingen
Er is een AUX-ingang beschikbaar
voor de aansluiting van externe audi‐
obronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Gebruik
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen op de audiobron
worden bediend, d.w.z. niet via het in‐
fotainmentsysteem. Selecteer alleen
een nummer rechtstreeks bij de ge‐
luidsbron wanneer de auto stilstaat.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐
sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐ ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Na aansluiting via de stekkeringang
detecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het opnamevolume kan er een vertraging
zijn voordat u de geluidsbron hoort.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het displayscherm
weergegeven.
58AUX-ingang
Let op
Zorg ervoor dat het randapparaat
goed is opgeborgen tijdens het rij‐
den. Anders kunnen de inzittenden
bij krachtig remmen, plotseling af‐
slaan of een ongeval letsel oplopen
door rondslingerende voorwerpen.
R15 BT USB, R16 BT USB, CD16 BT USB, CD18 BT USB-
Gebruik AUX-ingang Druk op de toets MEDIA of
AUDIO/SOURCE om de audiobron
op AUX-modus over te schakelen en
schakel het randapparaat in. Op het
displayscherm verschijnt AUX.
AUX-instellingen
Druk op de toets SETUP om het in‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer AUX IN en draai aan de draaiknop OK totdat de gewenste in‐
stelling wordt geselecteerd uit:
■ HI (300 mV)
■ MID (600 mV)
■ LO (1200 mV)CD35 BT USB - Gebruik AUX- ingang
Druk op de toets MEDIA om de AUX-
modus te activeren en schakel het
randapparaat in. Op het display‐
scherm verschijnt Jack.
NAVI 50 - Gebruik AUX-ingang U kunt op ieder gewenst moment
naar het menu Media gaan door op de knop Start ; te drukken, gevolgd
door MEDIA op het displayscherm.
Druk op S in de linkerbovenhoek om
tussen externe bronnen te wisselen. U hebt de volgende opties:
■ USB : Raadpleeg (NAVI 50) "USB-
poort" 3 59.
■ iPod : Raadpleeg (NAVI 50) "USB-
poort" 3 59.
■ BT : Raadpleeg (NAVI 50) "Strea‐
ming audio via Bluetooth" 3 63.
■ AUX : Selecteer deze optie om de
audiobron op AUX-modus over te
schakelen en schakel het randap‐
paraat in.NAVI 80 - Gebruik AUX-ingang
Wijzig de audiobron naar AUX-modus
om content van een aangesloten
randapparaat af te spelen.
Om vanuit de startpagina naar het
menu Media te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm.
Druk op < om een pop-upmenu te
openen. U hebt de volgende opties:
■ Aansluiting voor randapparatuur :
Wijzig de audiobron naar AUX-mo‐
dus en schakel het randapparaat
in.
■ USB : Raadpleeg (NAVI 80) "USB-
poort" 3 59.
■ Bluetooth-verbinding : Raadpleeg
(NAVI 80) "Streaming audio via Bluetooth" 3 63
■ SD Card
■ CD-speler
USB-poort61
De bediening van audiobronnen die
aangesloten zijn via USB, is in het al‐ gemeen gelijk aan die voor een audio
mp3/wma-cd 3 54.
Een nummer selecteren
Om direct nummers te selecteren (en van map te wisselen) gaat u tijdens
het afspelen eerst naar de menu‐
structuur van het audioapparaat door op de middelste draaiknop te drukken
(bij iPod: draai de knop naar het toe‐
gangsmenu). Selecteer nummers en
wissel van map door de draaiknop te draaien en in te drukken.
NAVI 50 - Muziek afspelen viaUSB-aansluiting
Mp3-speler / iPod / USB-stations
Het systeem detecteert het audioap‐
paraat wanneer een USB-apparaat is
aangesloten. Het huidige nummer
wordt automatisch weergegeven.Wanneer het menu MEDIA actief is,
zijn de volgende submenu's beschik‐
baar:
■ Speler
■ Lijst
■ Opties
Druk op S in de linkerbovenhoek om
tussen audiobronnen te wisselen. U
hebt de volgende opties:
■ USB : Selecteer deze optie om de
audiobron naar USB-modus te wij‐
zigen.
■ iPod : Selecteer deze optie om de
audiobron naar USB-modus te wij‐
zigen.
■ BT : Raadpleeg NAVI 50 "Strea‐
ming audio via Bluetooth" 3 63.
■ AUX : Raadpleeg NAVI 50 "Aux-in‐
gang" 3 57.Speler
Druk hierop om het huidige nummer te tonen. Dit displayscherm biedt de
volgende opties:
■ l (indrukken om naar het vorige
nummer te gaan, ingedrukt houden om snel achteruit te spoelen)
■ =/l (indrukken om te pauzeren/af
te spelen)
■ m (indrukken om naar het vol‐
gende nummer te gaan, ingedrukt
houden om snel vooruit te spoelen)Lijst
Er verschijnt een lijst van de nummers
in het huidige album of de huidige fol‐ der. Druk op een bepaald nummer om
het direct af te spelen.
Let op
Standaard worden de albums alfa‐ betisch weergegeven.
Als een USB-drive is aangesloten, zullen alle mappen zich op hetzelfde niveau in de boomstructuur bevin‐
den.
Druk op ò om terug te gaan naar het
vorige niveau in de boomstructuur
van de map.
62USB-poort
Opties
Druk hierop voor de volgende opties:
■ Herhalen (Uit/Nummer/Map/Alles)
■ Willekeurige volgorde (Aan/Uit)
NAVI 80 - Muziek afspelen via
USB-aansluiting
Mp3-speler/USB-opslagapparaat
Wijzig de audiobron naar USB-modus
om bestanden van een aangesloten
USB-apparaat af te spelen.
Om vanuit de startpagina naar het
menu Media te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm.
Druk op < om een pop-upmenu te
openen. U hebt de volgende opties:
■ USB : Wijzig de audiobron naar
USB-modus.
■ Aansluiting voor randapparatuur :
Raadpleeg NAVI 80 "AUX-ingang"
3 57.
■ Bluetooth-verbinding : Raadpleeg
NAVI 80 "Streaming audio via Blue‐ tooth" 3 63.■ SD Card
■ CD-speler : Raadpleeg NAVI 80
"AUX-ingang" 3 57.
Wanneer USB-modus is geselec‐
teerd, verschijnen de volgende opties
op het display:
■ t of v: Naar vorig/volgend num‐
mer
■ =: Nummer pauzeren
■ Schuifbalk voor verstreken tijd: Door nummers bladeren
■ Nieuwe selectie : Een ander num‐
mer van de aangesloten audiobron kiezen
■ Huidige afspeellijst : Ga naar de hui‐
dige afspeellijst
■ r : Terug naar vorige scherm
■ <: Pop-upmenu openen, om de au‐
diobron te wijzigen of om naar de
instellingen van de nummers te
gaan (bijv. willekeurige volgorde of
herhalen aan-/uitschakelen, gege‐
vens huidig nummer tonen en toe‐
gang tot geluidsinstellingen).Van USB-ingang loskoppelen
Het afspelen stopt onmiddellijk wan‐
neer het audioapparaat uit de USB-
aansluiting wordt verwijderd.
64Streaming audio via Bluetooth
R15 BT USB, R16 BT USB,CD16 BT USB, CD18 BT USB - Muziek afspelen via Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand ge‐
bracht zijn tussen het audio-apparaat
en het infotainmentsysteem via Blue‐
tooth, d.w.z. het apparaat moet aan
de auto gekoppeld zijn voordat het
wordt gebruikt.
Raadpleeg "Bluetooth-verbinding" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 126.
■ Er kunnen maximaal 5 audio-appa‐
raten gekoppeld en opgeslagen
worden in de apparatenlijst, maar
er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
■ Als het apparaat zowel audiospe‐ ler- als telefoonfuncties heeft, wor‐
den beide functies gekoppeld. Mo‐
biele telefoon koppelen 3 124.
■ De telefoonfuncties blijven werken terwijl de audiospeler in gebruik is
en audio-afspelen wordt tijdens het
gebruik van de telefoon buiten wer‐
king gesteld.Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
Koppel het audioapparaat door op de toets TEL te drukken en selecteer
Apparaat koppelen door de draaiknop
OK te draaien. Het scherm Gereed
voor koppelen verschijnt.
Zoek daarna op het audioapparaat naar Bluetooth-apparaten in de buurt
van het apparaat.
Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het systeem) uit de lijst op het au‐ dioapparaat en voer, indien van toe‐
passing, via het toetsenbord van het
audioapparaat de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Let op
Als het audioapparaat geen scherm
heeft, voer dan de standaard koppe‐
lingscode op het apparaat en daarna op het Infotainmentsysteem in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
voor deze standaard koppelings‐
code van het audioapparaat,
meestal 0000. Afhankelijk van het
apparaat moet de koppelingscodewellicht in omgekeerde volgorde
worden ingevoerd, d.w.z. eerst op
het Infotainmentsysteem.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu
en verschijnt er een dienovereenkom‐
stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bevestigingsbericht, ge‐
volgd door de naam van het gekop‐
pelde audio-apparaat, op het display‐ scherm van het Infotainmentsysteem
getoond.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt de batterij van het au‐ dio-apparaat sneller ontladen wan‐
neer het audio-apparaat via het in‐
fotainment-systeem wordt bediend.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem aangesloten.