Page 25 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
234
5
6
7
8
9
brandstofverbruik.
Modus gemiddeld brandstofverbruikDe weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km” (behalve
voor het Verenigd Koninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “AVE_ _._ MPG”.
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ km/L”, wordt de afstand weergege-
ven die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ L/100 km”, wordt de hoeveelheid
brandstof weergegeven die nodig is
om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: Als de
weergave is ingesteld op “AVE_ _._
MPG”, wordt de afstand weergegeven
die kan worden afgelegd op 1.0
Imp.gal brandstof.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen selecteert
u deze door op de rechter insteltoets te
drukken en dan de rechter insteltoets min-
stens een seconde lang ingedrukt te hou-
den.
OPMERKINGNa het terugstellen van een weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven voor die weergave totdatde machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd. Modus huidig brandstofverbruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L” of “L/
100 km” (behalve voor het Verenigd Ko-
ninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “MPG”.
Als de weergave is ingesteld op “km/
L”, wordt de afstand weergegeven die
onder de huidige omstandigheden kan
worden afgelegd op 1.0 L brandstof.
Als de weergave is ingesteld op “L/100
km”, wordt de hoeveelheid brandstof
weergegeven die nodig is om onder de
huidige omstandigheden 100 km af te
leggen.
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
59C-9-D2.book 10 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 26 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
Alleen Verenigd Koninkrijk: De afstand
die onder de huidige rijomstandighe-
den kan worden afgelegd met 1.0
Imp.gal brandstof wordt weergegeven.
Houd de rechter insteltoets een seconde in-
gedrukt om te wisselen tussen de weerga-
ven voor het huidige brandstofverbruik
terwijl een van de weergaven wordt ge-
toond (behalve voor het Verenigd Konink-
rijk).
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weer
geeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in een van de circuits van het startblok-
keersysteem een storing wordt gedetec-
teerd, knippert het controlelampje
startblokkering en geeft het display een
foutcode weer.
OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start. 2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
1. Weergave foutcode
1
59C-9-D2.book 11 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 27 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
234
5
6
7
8
9
DAU1234F
StuurschakelaarsLinksRechts
DAU12361
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op
“ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat
hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12722
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU44712
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje (al-
leen voor model met ABS) kan gaan
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1
2
3
4
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. Startknop “ ”
1
2
3
59C-9-D2.book 12 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 28 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
draaid en de startknop wordt ingedrukt. Dit
wijst echter niet op een storing.
DAU12734
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU44912
VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
De voorremhendel is voorzien van een stel-
wiel voor afstelpositie. Om de afstand tus-
sen de voorremhendel en de gasgreep af te
stellen, draait u het stelwiel terwijl u de voor-
remhendel van de gasgreep vandaan
houdt. Controleer of het correcte instelpunt
op het stelwiel tegenover het merkteken
“ ” op de voorremhendel staat.
DAU44922
AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
De achterremhendel is voorzien van een
stelwiel voor afstelpositie. Om de afstand
tussen de achterremhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de achterremhendel van het
stuur vandaan wordt gehouden. Controleer
of het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de achter-
remhendel staat.
1. Voorremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1
4
2
3
1. Achterremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
54321
3 2
1
4
59C-9-D2.book 13 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 29 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
234
5
6
7
8
9
DAU12963
AchterremblokkeerhendelDit voertuig is uitgerust met een achterrem-
blokkeerhendel waarmee het achterwiel
kan worden vergrendeld bij het stilstaan
voor verkeerslicht en, spoorwegovergangen
etc.
Blokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblokkeerhendel naar
links totdat deze vastklikt.
Deblokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblokkeerhendel terug in
de oorspronkelijke positie.OPMERKING
Zorg ervoor dat het achterwiel niet be-
weegt als de achterremblokkeerhen- del wordt bekrachtigd.
Bekrachtig voor een veilige blokkering
van het achterwiel eerst de achterrem-
hendel voordat u de achterremblok-keerhendel naar links beweegt.WAARSCHUWING
DWA12362
Beweeg de achterremblokkeerhendel
nooit naar links terwijl het voertuig in be-
weging is, anders zou u de macht over
het stuur kunnen ver
liezen of een onge-
val kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat
het voertuig tot stilstand is gekomen
voordat u de achterremblokkeerhendelnaar links beweegt.
DAU54001
ABS (voor modellen met ABS)Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pu lsatie worden ge-
voeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” remmen,
dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonderABS-systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Achterremblokkeerhendel
1
59C-9-D2.book 14 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 30 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
1
23
4
5
6
7
8
9
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel op
“ON” is gezet en het voertuig rijdt met
een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid aan de voorkant van
het voertuig en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
voor het uitvoeren van deze test con-tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA16121
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoorhet ABS-systeem niet meer goed werkt.
DAU13176
TankdopOm de tankdop te verwijderen
1. Open het slotpaneel door de greep
omhoog te trekken.
2. Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwij-
derd.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
11
1. Openingshendel
2. Deksel
1
2
59C-9-D2.book 15 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 31 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
234
5
6
7
8
9
Om de tankdop aan te brengen1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover el- kaar, steek de tankdop in de tankope-
ning en druk de dop omlaag.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan uit.
3. Sluit het paneel.
WAARSCHUWING
DWA11262
Controleer voor u gaat rijden of de tank-
dop correct is aangebracht en vergren-
deld. Door brands toflekkage ontstaatbrandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Tankdop
1. Lijn merktekens uit
1
1
59C-9-D2.book 16 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 32 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
1
23
4
5
6
7
8
9
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU49742
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol. Gas-
ohol met ethanol kan worden gebruikt, mits
het ethanolgehalte niet hoger is dan 10%
(E10). Gasohol met methanol wordt niet
aangeraden door Yamaha aangezien deze
schade kan toebrengen aan het brandstof-
systeem of problemen kan opleveren met
de voertuigprestaties.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau2
1
Voorgeschreven brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Brandstofreserve: 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
59C-9-D2.book 17 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分