Page 268 of 646

267
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de hoeksensoren en de middelste sensoren
in werking zijn.
●De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto
dichter bij het obstakel komt. Als de auto het obstakel genaderd
is tot onderstaande afstanden, klin kt er een continu geluidssig-
naal.
• Hoeksensoren voor: ongeveer 30 cm
• Middelste sensoren voor: ongeveer 30 cm
• Hoeksensoren achter: ongeveer 30 cm
• Middelste sensoren achter: ongeveer 35 cm
● Wanneer gelijktijdig aan de voo r- en achterzijde van de auto
obstakels worden gesignaleerd:
• De zoemer klinkt als reactie op het dichtstbijzijnde obstakel.
• Wanneer een obstakel aan de voor- of achterzijde van de auto zeer dichtbij is, klinkt de zoemer afwisselend continu en
intermitterend.
• Wanneer obstakels zowel aan de voor- als achterzijde van de auto zeer dichtbij zijn, klinkt de zoemer afwisselend continu
en sneller intermitterend.
■ Sensoren die werken
Vooruit Achteruit
Page 269 of 646

268
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Detectiegebied sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Merk op
dat de sensoren geen obstakels
kunnen detecteren die zich
extreem dicht bij de auto bevin-
den.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
De schakelaar van de Toyota Parking Assist-sensor is ingeschakeld.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
● Middelste sensoren voor:
• De selectiehendel in een andere stand dan P (Multidrive CVT of auto-
matische transmissie) of R staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Hoeksensoren voor:
• De selectiehendel in een andere stand dan P (Multidrive CVT of auto-
matische transmissie) staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
Page 270 of 646

269
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
●
Hoeksensoren en middelste sensoren achter:
• de selectiehendel in stand R staat.
■ Detectie-informatie sensoren
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de
capaciteit van de sensor om een obstakel correct te registreren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
• De sensor is bevroren.
• De sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind
of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmoto- ren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde wielophanging) is gemonteerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obsta-
kel niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Objecten met scherpe hoeken
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van
uw auto
Page 271 of 646

270
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Wanneer de sensor abnorm aal werkt of defect is
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een Toyota-dealer of
erkende reparateur kunnen worden geconfigureerd
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→ Blz. 622)
WAARSCHUWING
■Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
●Als een van de sensoren vuil of bevro-
ren is, gaat het controlelampje voor de
abnormaal werkende sensor branden
en klinkt er gedurende 8 seconden een
zoemer. Nadat de zoemer heeft geklon-
ken, gaan alle controlelampjes van de
sensoren branden.
Reinig de sensoren met een zachte
doek.
● Als een van de sensoren defect is, gaat
het controlelampje voor de defecte sen-
sor branden en klinkt er gedurende 8
seconden een zoemer. Nadat de zoe-
mer heeft geklonken, gaan alle contro-
lelampjes van de sensoren knipperen.
Laat uw auto controleren door een
Toyota-dealer of erkende reparateur. Controlelampjes sensor
Page 272 of 646
271
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Hierdoor kan de sensor beschadigd raken.
Page 295 of 646
294
2-5. Rijinformatie
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met waarschu-
wingssysteem bandenspanning)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en zenders.
■ Sneeuwkettingen monteren (auto' s met waarschuwingssysteem ban-
denspanning)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, kan het gebeuren dat bandenspan-
ningssensoren en -zenders niet goed functioneren.
Page 397 of 646

396
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
4-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur
■Wassen in de wasstraat
● Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt en verwijder de antenne
voordat u van een autowasstraat gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf
de voorzijde van de auto. Vergeet niet vóór het rijden de antenne weer te
plaatsen en de buitenspiegels uit te klappen.
● Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor
de lak van uw auto wordt beschadigd.
● Auto's met ruitenwissers met regensensor: Zet de ruitenwissers uit voor-
dat u de auto gaat wassen. ( →Blz. 397)
■ Hogedrukreinigers
● Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
● Controleer voordat u de wasstraat inrijdt of de tankdopklep goed geslo-
ten is.
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte staat
te houden.
● Spoel de auto van boven naar beneden af met schoon water
en spoel vuil en stof uit de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
● Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een
zeemlap).
● Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en
spoel grondig af met water.
● Veeg overtollig water weg.
● Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft lig-
gen, moet de auto opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
Page 398 of 646

397
4-1. Onderhoud en verzorging
4
Onderhoud en verzorging
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Lichtmetalen velgen (indien aanwezig)
● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik
geen harde borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijtende
oplosmiddelen. Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde
was die gebruikt is voor de carrosserie.
● Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld
na een lange rit bij warm weer, nog warm zijn.
● Spoel het reinigingsmiddel op de velgen direct na het gebruik af.
■ Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de voorru it (auto's met regensensor)
● Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
■ Waarschuwing met betrekking tot de uitlaat
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in wer-
king treden. Hierdoor kunnen uw handen
bekneld raken en kunt u ernstig letsel
oplopen, en hierdoor kunnen de ruiten-
wisserbladen beschadigd raken.
AUTO
Uit