6597-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebruikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
•EPS
• LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien
aanwezig)• Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwe-
zig)
6607-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik (indien aanwezig)
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of de banden-
spanningssensor en -zender contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de sensor en zender beschadigd kunnen raken
als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
6767-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging te wijten is aan perforatie door een spijker of
schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de reparatieset niet nat
wordt, wanneer de set bijvoorbeeld in de regen wordt gebruikt.
●Zet de reparatieset niet op een stoffige ondergrond zoals bijvoorbeeld
zand. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storingen optreden.
■Gebruik van de bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op in de bagageruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te voorko-
men (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band ook de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 551)
7328-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Automatische
verlichting
(Blz. 279)
Gevoeligheid lichtsensor*1Standaard-2 - 2OO
Follow Me Home-systeem*1
(Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch wor-
den uitgeschakeld)30
seconden
60
seconden
—O90
seconden
120
seconden
Automatic High Beam-sys-
teem
*1 (in- en uitschakelen)AanUit—O
Richtingaan-
wijzerschake-
laar
(Blz. 272)
Aantal keren knipperen bij het
veranderen van rijbaan3Uit—O
Instrumenten-
paneel
(Blz. 109)ECO-controlelampje*1, 3
(in- en uitschakelen)AanUit—O
Multi-informa-
tiedisplay
(Blz. 109)
Het gemiddelde brandstofver-
bruik wordt weergegeven als
u de weergave wijzigt
*4
Koelvloei-
stoftempe-
ratuurme-
ter
ECO-
indicator—O
Eenheden*1, 3km
(km/liter)mijlen
(MPG)—O
Ta a l*1, 3Ameri-
kaans
Engels
*5
Frans
—O
Duits
Spaans
Italiaans
Russisch
Turks
OnderwerpFunctie
Stan-
daardin-
stellingPersoon-
lijke voor-
keursin-
stelling
12
7348-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Indien aanwezig
*2: Behalve auto's met rechtse besturing
*3: Instellingen die u met de toets DISP kunt wijzigen. (Blz. 114)
*4: Instellingen die u alleen kunt wijzigen bij auto's met een automatische
transmissie of Multidrive CVT
*5: De standaardinstelling verschilt per land.
*6: Instellingen die u alleen kunt wijzigen bij auto's met elektrisch bedienbare
achterklep en/of alarm
Verlichting
(Blz. 481)
Gevoeligheid van omgevings-
lichtsensor die wordt gebruikt
voor het dimmen van de
instrumentenverlichting
enz.
*1
Standaard-2 - 2—O
Gevoeligheid van omgevings-
lichtsensor die wordt gebruikt
voor het vergroten van de hel-
derheid van de instrumenten-
verlichting enz.
*1
Standaard-2 - 2—O
Alarm*1
(Blz. 95)
Aanpassen van de gevoelig-
heid van de inbraaksensor
wanneer een ruit is geopend
StandaardLow (laag)—O
Schakelt het alarm uit als de
portieren met de mechanische
sleutel worden ontgrendeld
(auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop).
UitAan—O
OnderwerpFunctie
Stan-
daardin-
stellingPersoon-
lijke voor-
keursin-
stelling
12
743Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van
het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken.
(Blz. 95)
Zet, om het alarm uit te schakelen, het contact AAN of start de
motor.
●Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedis-
play?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay.
(Blz. 636)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan
Blz. 617, 627. Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (indien
aanwezig)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoe-
mer
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt
een waarschuwingsmelding weergegeven
748Alfabetische index
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Bandenspanning...................... 562
Onderhoudsgegevens........... 723
Waarschuwingslampje .......... 621
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ....... 551
Functie .................................. 551
Initialisatie ............................. 551
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders......................... 551
Registreren van
identificatiecodes ................ 553
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem...... 551
Waarschuwingslampje .......... 621
Bekerhouders........................... 487
Bevestigingssteunen................. 80
Binnenspiegel
Binnenspiegel ....................... 188
Buitenspiegels....................... 191
Blind Spot Monitor (BSM) ....... 344
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................... 195
Bluetooth
®*
Audiosysteem ....................... 445
Handsfree-systeem
(voor mobiele telefoon) ....... 445
Boodschappentashaken ......... 489
Bougie....................................... 719
Bovenste gordel......................... 81
Brake Assist ............................. 333Brandstof.................................. 707
Brandstoffilter................ 547, 694
Brandstofmeter ..................... 108
Informatie .............................. 726
Inhoud ................................... 707
Soort ............................. 302, 707
Tanken .................................. 302
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ................... 616
Waarschuwingslampje .......... 620
Wanneer u zonder brandstof
komt te staan en de motor
afslaat ................................. 694
Brandstoffilter .................. 547, 694
BSM (Blind Spot Monitor) ....... 344
Blind Spot Monitor-functie..... 351
Rear Crossing Traffic Alert-
functie ................................. 354
Buitenspiegels ......................... 191
Blind Spot Monitor ................ 344
Buitenspiegelverwarming...... 385
Verstellen en inklappen ........ 191
Buitentemperatuurmeter......... 111
CD-speler
*............................... 400
Claxon....................................... 275
Condensor................................ 539
Consolevak .............................. 486
Contact (startknop) ......... 232, 236
Contactslot ...................... 232, 236
Contactslotverlichting ........... 481
Controlelampje
voorpassagiersgordel........... 620
Controlelampjes ...................... 102
Cruise control .......................... 307
Waarschuwingsmelding ........ 629
Curtain airbags .......................... 46
C
752Alfabetische index
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Motorcontrolelampje ............... 618
Motorkap................................... 526
Motorolie................................... 533
Controleren ........................... 533
Inhoud ................................... 709
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ........ 357
Waarschuwingsmelding
lage oliedruk ....................... 628
Waarschuwingsmelding
oliepeil ................................ 632
Motorolie,
onderhoudsgegevens ........... 536
MP3-disc ................................... 408
Multi-informatiedisplay ........... 109
LDA (Lane Departure Alert) .. 311
Reisinformatie ....................... 111
Taal ....................................... 114
Waarschuwingsmeldingen .... 627
Wijzigen van weergave
op het display ..................... 110
Multidrive CVT.......................... 260
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P
gezet kan worden ............... 679
Paddle shift-schakelaars ....... 263
Stand M................................. 264
Multimediasysteem
*
Navigatiesysteem*
Olie
Achterdifferentieelolie ........... 719
Motorolie ............................... 709
Transmissieolie ..................... 721
Tussenbakolie....................... 722
Onderhoud
Exterieur ............................... 510
Interieur................................. 515
Lichtmetalen velgen .............. 511
Onderhoudsgegevens .......... 698
Onderhoudsvoorschriften ..... 519
Zelf uit te voeren
onderhoud .......................... 522
Veiligheidsgordels................. 516
Ontgrendelingshendel
Achterklep ............................. 166
Motorkap ............................... 526
Tankdopklep ......................... 305
Opbergmogelijkheden............. 484
Openings- en sluitingssysteem
elektrisch bedienbare
achterklep .............................. 166
Oververhitting, motor .............. 691
Paddle shift-
schakelaars.... 254, 255, 263, 264
Parkeerlichten voor ................. 279
Lichtschakelaar ..................... 279
Vervangen van lampen ......... 602
Parkeerrem ............................... 274
Waarschuwingsmelding
geactiveerde parkeerrem ... 632
Waarschuwingszoemer
geactiveerde parkeerrem ... 617
Werking................................. 274
Parking Assist-sensoren (Toyota
Parking Assist-sensor) ......... 319
N
O
P