5866-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
23ECU-IG NR. 25
Hoofd-body-ECU, afstandsbediening,
ECU schakelblokkeersysteem, Smart
entry-systeem met startknop, regensen-
sor, ECU schuifdak, audiosysteem, ECU
elektrisch bedienbare achterklep, ban-
denspanningswaarschuwingssysteem,
LDA-systeem
24HTR-IG7,5
ECU airconditioning, schakelaars aircon-
ditioning, schakelaar achterruitverwar-
ming, schakelaar extra verwarming
25S-HTR LH10Stoelverwarming links
26S-HTR RH10Stoelverwarming rechts
27IGN7,5
C/OPN, brandstofpomp (sequentieel)
multipoint brandstofinspuitsysteem, rem-
lichten, ECU stuurslotsysteem, ECU
automatische transmissie
28A/B7,5ECU SRS-airbagsysteem
29METER5Meters en tellers
30ECU-IG NR. 37,5
Dynamo, koplampsproeier, ECU ruiten-
wisser met regensensor, ECU antiblok-
keersysteem/Vehicle Stability Control,
remlichten, FAN NR. 1, FAN NR. 2, FAN
NR. 3, HTR, PTC, DEF, DEICER, scha-
kelaar voorruitverwarming
ZekeringAmpèreCircuit
6197-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*: De controlelampjes van de hoek en het midden knipperen nadat eerst het
controlelampje voor een storing van de sensor knippert en het controle-
lampje auto uit gaat, terwijl de zoemer gedurende ongeveer 7 seconden
klinkt.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging
(waarschuwingszoemer)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-
systeem
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem;
• De AUTO LSD-functie;
• Het Hill Start Assist Control-systeem of
• Het Downhill Assist Control-systeem
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC of
het Hill Start Assist-regelsysteem in werking is.
Waarschuwingslampje automatische verticale koplamp-
verstelling (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de automati-
sche verticale koplampverstelling
(Knippert)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking
Assist-sensor
* (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Par-
king Assist-sensor
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details
6227-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:
Blz. 631
*2: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en de passagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden intermitterend vanaf een rijsnelheid
van 20 km/h. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat
de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
*3: De controlelampjes van de hoek en het midden gaan branden en blijven
aan nadat het controlelampje voor een storing van de sensor is gaan bran-
den en het controlelampje auto uitgaat, terwijl de zoemer gedurende onge-
veer 7 seconden klinkt.
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg
raakt. Als de brandstoftank leeg is, vul deze dan zo snel mogelijk. Het motor-
controlelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uitgaat.
Controlelampje (waarschu-
wingszoemer) Toyota Par-
king Assist-sensor
* 3
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de Toyota
Parking Assist-sensor vuil
is of bedekt is met ijs.Reinig de sensoren.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectieprocedure
6237-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging (waarschuwings-
zoemer)
Als de spanning van de accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje bandenspanning gaat branden (auto's
met waarschuwingssysteem bandenspanning)
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: Blz. 646, 661
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
●Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uit gaat, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
(Blz. 552)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door een compact reservewiel (auto's met
compact reservewiel en waarschuwingssysteem bandenspanning)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en zender. Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel door het standaardwiel en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
6247-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Als het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning buiten werking
is
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als er banden zonder bandenspanningssensor worden gebruikt
●Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren niet zijn geregis-
treerd in de bandenspannings-ECU
●Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm
2 of bar, 73 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt
●Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
●Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
●Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten
●Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd (Zelfs wanneer er origi-
nele velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
●Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
■Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
6327-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Geeft aan dat de par-
keerrem nog is geacti-
veerd
Als de auto een snel-
heid bereikt van
5 km/h, knippert
en er klinkt
een zoemer om aan
te geven dat de par-
keerrem nog is geac-
tiveerd.
Deactiveer de parkeer-
rem.
Geeft aan dat de vier-
wielaandrijving niet in
werking kan treden
Minder snelheid of zet
de auto op een veilige
plaats stil totdat de waar-
schuwing verdwijnt. Zet
de motor in dat geval
niet uit.
Geeft aan dat het motor-
oliepeil laag isControleer het oliepeil en
vul indien nodig olie bij.
Geeft aan dat de wer-
king van de LDA (Lane
Departure Alert) is on-
derbroken
De temperatuur van
de camerasensor is
hoger dan de maxi-
male werkingstempe-
ratuur.
Herstart de LDA (Lane
Departure Alert) na even
verder gereden te heb-
ben.
WaarschuwingsmeldingDetailsCorrectieprocedure
(Knippert)
(Alleen
AWD-uitvoeringen)
(alleen dieselmotor)
(indien aanwezig)
6337-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Waarschuwt de bestuur-
der dat de auto over een
rijstrookmarkering is
gereden (terwijl de LDA
[Lane Departure Alert] in
werking is). De waar-
schuwingszoemer klinkt
onafgebroken)
De rijstrookmarkering
aan de zijde die de auto
overschrijdt, gaat knip-
peren.
Controleer de omgeving
van de auto en rijd veilig
terug naar de rijstrook
binnen de rijstrookmar-
keringen.
Geeft aan dat de Blind
Spot Monitor-sensoren
of de omliggende gebie-
den op de bumper vuil
zijn of bedekt zijn met ijs
of dat de sensorspan-
ning/de omliggende ge-
bieden van de sensor
niet in orde zijn
Reinig de sensor en het
omliggende gebied op
de bumper. Laat de auto
nakijken door een erken-
de Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een
andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de
waarschuwingsmelding
en het lampje niet uit-
gaan.
Auto's zonder Smart
entry-systeem en start-
knop:
Geeft aan dat het con-
tact UIT of in de stand
ACC is gezet en het
bestuurdersportier
geopend wordt terwijl de
verlichting is ingescha-
keld
Auto's met Smart entry-
systeem en startknop:
Geeft aan dat het con-
tact UIT of in stand ACC
is gezet en het bestuur-
dersportier geopend
wordt terwijl de verlich-
ting is ingeschakeld.
Schakel de verlichting
uit.
WaarschuwingsmeldingDetailsCorrectieprocedure
(indien aanwezig)
(indien aanwezig)
(Knippert)
6577-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Auto's met centrale wieldop
*: De wieldop kan niet worden gemonteerd op het compacte reservewiel.
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (Blz. 723)
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning. Verder zal,
als u het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje
voor een lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
6
1
2
3