171
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Van buitenaf: ontgrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless entry and start"-systeem. Vanuit het interieur: trek bij aangezet contact de schakelaar A vanuit de middelste stand naar achteren.
Uitklappen Inklappen
Van buitenaf: vergrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless entry and start"-systeem. Vanuit het interieur: trek bij aangezet contact de schakelaar A vanuit de middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar A naar achteren om de A naar achteren om de Abuitenspiegels uit te klappen.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels handmatig worden ingeklapt.
179
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken, worden de volgende delen verlicht: - het oppervlak naast het bestuurders- en het passagiersportier, - het oppervlak voor de buitenspiegels en achter de voorportieren.
Verlichting spiegels
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld: - bij het ontgrendelen, - bij het afzetten van het contact, - bij het openen van een portier, - bij het lokaliseren van de auto via de afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd automatisch.
Instapverlichting buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. De instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand " AUTO " staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening of op de portiergreep van een van de voorportieren met het "Keyless entry and start"-systeem. Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto.
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie instapverlichting en de duur van het branden van de instapverlichting kan worden ingesteld via de menu's " Rijhulpsystemen " en "Configuratie auto".
278
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Voer de lege AdBlue ® -flacons niet als huisvuil af, maar deponeer ze in de daartoe bestemde containers of breng de flacons naar uw verkooppunt. .
Belangrijk: als het AdBlue ® -reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer opnieuw starten -, moet u het reservoir vullen met minimaal 3,8 liter additief. Daarvoor hebt u twee flacons van 1,89 liter nodig.
Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek. Als het additief is gekristalliseerd, ver wijder het dan met een spons en warm water.
Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit. Breng de zwarte dop aan en draai hem een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat het merkteken op de dop in lijn staat met merkteken op de steun. Laat de vloer van de bagageruimte zakken en sluit de achterklep.
Belangrijk: als u additief hebt bijgevuld nadat het reser voir leeg is geraakt , aangegeven door de melding " Vul brandstof- additief bij: Starten verboden", dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer aanzet, zonder het bestuurderspor tier te openen, de auto te ontgrendelen, de sleutel in het contactslot te steken of de sleutel van het "Keyless entr y and star t"-systeem in het interieur terecht te laten komen. Zet vervolgens het contact aan en start na 10 seconden wachten de motor.
Pak een flacon AdBlue ® . Controleer de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u de inhoud van de flacon in het AdBlue ® -reservoir van uw auto giet.
388
Index
308_nl_Chap11_index alpha_ed02-2013
Identificatie auto............................................287Identificatiegegevens ....................................287Identificatieplaatjes constructeur .................Identificatieplaatjes constructeur .................Identificatieplaatjes constructeur287Identificatie (stickers) ....................................287Indeling bagageruimte ..............................90, 91Indeling interieur .............................................Indeling interieur .............................................Indeling interieur84Inhoud brandstoftank ......................................72Instapverlichting ............................................179Instellingen bestuurder (opslaan) ...................78Instellingen van het systeem ........................344Instrumentenpaneel ........................................12Intelligente tractiecontrole ............................19 4Interieurfilter ..................................................Interieurfilter ..................................................Interieurfilter283Interieurfilter (vervangen) .............................283Interieurverlichting ................................185, 18 6ISOFIX ..........................................................214ISOFIX bevestigingen ...........................213, 214ISOFIX kinderzitjes ........................213, 215 -217
I
EHJ
K
Fietsendrager ................................................Fietsendrager ................................................Fietsendrager263Flacon AdBlue ...............................................279Follow me home verlichting ............5 0, 17 7, 178Follow-me-home verlichting .........................178Frequentie (radio) .................................305, 307Functie snelweg (richtingaanwijzers) ...........187
Geheugen instellingen bestuurder .................Geheugen instellingen bestuurder .................Geheugen instellingen bestuurder78Gekoeld dashboardkastje ...............................84Gereedschap ................................221, 227, 228Gevarendriehoek ............................................94Gewichten .....................................................285Grootlicht ...............................173, 235, 237, 239
Eco-mode ......................................................255Eco-rijden (adviezen) ......................................10Electronic Stability Program (ESC) .......17, 21, 195Electronic Stability Program (ESP) ..............193Elektrisch bediende handrem .........2 0 , 114 , 11 9Elektrisch verstelbare stoelen ........................77Elektronische sleutel .....................46, 53 -56, 61Elektronische startblokkering ...........50, 63, 112Elektronisch gestuurde versnellingsbak.........10ESP/ASR .......................................................193Extra ingang ..........................................374, 376
F
G
Jack ...............................................................314JACK-aansluiting ..............84, 87, 314, 374, 376Jack-kabel .....................................................314Jukebox (beluisteren) ....................................315
Kaartleeslampjes ..........................................185Kentekenplaatverlichting ..............................244Keyless entrée and start ......55 -57, 63, 109, 112Kilometerteller .................................................Kilometerteller .................................................Kilometerteller30Kinderbeveiliging ..........................................220Kinderen .........................................211, 215 -217Kinderen (veiligheid) .....................................220Kinderzitjes ....................204 -206, 210, 211, 219Kinderzitjes (conventioneel) .........................210Kleurcode lak ................................................287Kleurendisplay .....................................294, 295Klimaatregeling .............................................104Klokje (instellen) ..................................42, 43, 45Koelvloeistoftemperatuur ................................Koelvloeistoftemperatuur ................................Koelvloeistoftemperatuur26Koelvloeistoftemperatuurmeter ......................Koelvloeistoftemperatuurmeter ......................Koelvloeistoftemperatuurmeter26Kofferdeksel sluiten ........................................58Koplampsproeiers .........................................182Koplampverstelling .......................................180Krik ........................................................227, 228
Halogeenlampen ...................................235, 237Handgeschakelde versnellingsbak ..........10, 12, 15, 121, 12 2, 129, 28 4Handrem .........................................15, 113, 284Handsfree set ...............................352, 353, 377Het opslaan van de snelheid ........................132Hill-Holder .....................................................Hill-Holder .....................................................Hill-Holder121Hoofdsteunen achter ................................Hoofdsteunen achter ................................Hoofdsteunen achter82, 83Hoofdsteunen verstellen .................................79Hoofdsteunen vóór..........................................79Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ...........75Hulpoproep ..................................188, 289, 290