Page 72 of 179

70Instrumenten en bedieningsorganen
Let op
Om er zeker van te zijn dat het juiste brandstofpeil wordt weergegeven,
moet het contact worden uitgescha‐
keld voordat wordt bijgetankt. Ver‐
mijd bijvullen met kleine hoeveelhe‐
den (bijv. minder dan 5 liter), om ze‐
ker te zijn van een nauwkeurige af‐
lezing.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Peilsensor motorolie De bewaking van het motoroliepeil is
alleen juist bij een koude motor en als
de auto op een vlakke ondergrond
geparkeerd staat.
Als het minimum motoroliepeil wordt bereikt, verschijnt gedurende
30 seconden na inschakeling van het
contact het bericht OIL op het be‐
stuurdersinformatiecentrum. Motor‐ olie controleren en bijvullen 3 121.Als het oliepil bij het inschakelen van
het contact juist is, verschijnt korte tijd
het bericht OLIEPEIL CORRECT op
het bestuurdersinformatiecentrum.
Als het motoroliepeil boven minimum
is, drukt u binnen 30 seconden na het inschakelen van het contact op de
boordcomputerknop aan het uiteinde
van de ruitenwisserhendel. Het be‐ richt OLIEPEIL verschijnt samen met
de blokjes op het bestuurdersinfor‐
matiecentrum, ter aanduiding van het oliepeil.
Naarmate het oliepeil daalt, worden
de blokjes op het oliepeildisplay ver‐
vangen door streepjes:▢▢▢▢▢▢=Maximumpeil▢▢▢- - -=Tussenpeil- - - - - -=Minimumpeil
Om de aanduiding voor het motoro‐
liepeil te verlaten opnieuw op de knop boordcomputer drukken.
Boordcomputer 3 79.
Service-display
Na het inschakelen van het contact,
kan de resterende afstand tot aan de
volgende onderhoudsbeurt korte tijd
in het driver information center ver‐
schijnen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden kan een onderhouds‐
beurt met aanzienlijk variërende tus‐
senpozen worden gemeld.
Als de resterende afstand of tijd tot de volgende onderhoudsbeurt minder
dan 3000 km of twee maanden is,
verschijnt ONDERHOUD OVER in
het driver information center.
Als de afstand op 0 km komt of de on‐
derhoudsdatum daar is, gaan contro‐
lelampje A en F op de instrumen‐
tengroep resp. het bestuurdersinfor‐
matiecentrum branden en verschijnt
het bijbehorende bericht VERVANG
ZSM DE MOTOROLIE op het be‐
stuurdersinformatiecentrum.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Page 81 of 179

Instrumenten en bedieningsorganen79
Bij het parkeren van de auto en/of het openen van het
bestuurdersportier: ■ Als de sleutel nog in het contact zit.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting.
■ Als de auto een geautomatiseerde versnellingsbak heeft, de neutrale
stand niet is geselecteerd of het
rempedaal niet wordt bediend.
Motoroliepeil
Als het minimum motoroliepeil wordt
bereikt, verschijnt gedurende
30 seconden na inschakeling van het
contact het bericht OIL op het be‐
stuurdersinformatiecentrum. Oliepeil
controleren 3 121.
Het bericht voor het oliepeil wordt al‐
leen gereset als het contact langer
dan 2 minuten uitgeschakeld is ge‐
weest.
Voor een nauwkeuriger weergave
van het oliepeil moet u de toets aan
het uiteinde van de ruitenwisserhen‐
del binnen 30 seconden na inschake‐ ling van het contact indrukken. Peil‐
sensor motorolie 3 70.Tripcomputer
De boordcomputer geeft informatie over rijgegevens die voortdurend ge‐
registreerd en elektronisch verwerkt
worden.
Afhankelijk van het specifieke model
zijn de volgende functies te selecte‐
ren door de knop op het uiteinde van
de wisserhendel meerdere malen in
te drukken.
■ Brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
Page 124 of 179
122Verzorging van de auto
Bij F9Q-motoren is de peilstok beves‐
tigd aan de olievuldop die linksom
opengedraaid moet worden.
Bij M9R-motoren de dop linksom
draaien, de peilstok verwijderen,
schoonvegen en er weer zo ver mo‐
gelijk insteken.
Wanneer het motoroliepeil tot aan het merkteken "add oil" A is gedaald, dan
motorolie bijvullen.Voorzichtig
Het motoroliepeil nooit tot onder
het minimumpeil laten dalen!
Het wordt geadviseerd hetzelfde type
olie te gebruikt als bij de laatste olie‐
verversing.
Het motoroliepeil mag niet hoger
staan dan het bovenste merkteken B
op de peilstok.Voorzichtig
Een teveel aan motorolie moet
worden afgetapt of afgezogen.
Om morsen tegen te gaan tijdens het
verversen van motorolie bij F9Q-mo‐
toren de trechter gebruiken die voor
in de motorruimte zit.
Om de trechter los te maken de kunst‐ stof pal op de trechter optillen en de
trechter naar boven toe verwijderen.
Page 136 of 179
134Verzorging van de auto
Voor het vervangen van zekeringen
bevat de zekeringendoos een zeke‐ ringtrekker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Zit aan de linkerkant van het instru‐
mentenpaneel, onder de bekerhou‐
der.
Asbak uit de linker bekerhouder ver‐
wijderen en de afdekking van de ze‐
keringenkast opentrekken. Geen
voorwerpen achter de afdekking op‐
bergen.
Bepaalde functies worden mogelijk door meerdere zekeringen beveiligd.
SymboolFunctieZAirconditioningdVerwarmbare buitenspie‐
gelsUVerwarmde voorstoelen,Elektrisch bediende ruitenLGrootlicht linksNGrootlicht rechtsKVoorruitwissersZRadio, infotainmentsys‐
teem)AanstekerBoilerVerwarming achter in
passagiersruimtejClaxonaDimlicht linksWDimlicht rechtseInstrumentenpaneelZVerwarmingdInterieurverlichting