Verlichting85
De mistlampen vóór werken alleenwanneer het contact en de koplam‐
pen zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht
Binnenste ring naar >r draaien.
Het mistachterlicht brandt in combi‐ natie met de mistlampen vóór en
werkt alleen wanneer het contact en
de koplampen zijn ingeschakeld.
Achteruitrijlichten
De achteruitrijlichten gaan branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampafdekkin‐
gen kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens ver‐ dwijnt na korte tijd vanzelf, om dit te
versnellen de verlichting inschakelen.Binnenverlichting
Afhankelijk van het specifieke model
kan de binnenverlichting met een
schakelaar of een kantelbare lens
worden bediend. Er zijn 3 standen,
te weten:
■ Aan
■ Instapverlichting
■ Uit
Met de schakelaar of lens in de mid‐
delste stand doet de lamp dienst als
instapverlichting en brandt de lamp bij het openen van de voordeuren.
Wanneer de voordeuren worden ge‐
sloten, dooft de instapverlichting na
ca. 20 seconden . De verlichting dooft
direct als het contact wordt ingescha‐
keld.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting kan zo‐
danig worden ingesteld dat deze gaat branden bij het openen van de zij- of
achterdeuren, of juist continu is inge‐
schakeld.
173
Bekleding.................................... 149
Beladingsinformatie .....................61
Beslagen lampglazen ..................85
Beveiliging van de auto ................27
Bevestigingsrails en-haken ..........60
Binnenspiegels ............................. 31
Binnenverlichting .................85, 132
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................135
Boordinformatie ........................... 78
Brandstof .................................... 113
Brandstofmeter ............................ 69
Brandstoftoevoerafsluiting bij overtoeren ................................ 98
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 115
Brandstof voor benzinemotoren 113
Brandstof voor dieselmotoren ...113
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .......................66
Buitenverlichting ....................76, 82
C Car Pass ...................................... 19
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 14, 64
Code ............................................. 78
Conformiteitsverklaring ...............170
Contactslotstanden ......................97
Controlelampen ......................68, 71
Controle over de auto ..................96Controles.................................... 120
Cruise control ...................... 76, 108
D Dagrijlicht ...................................... 82
Dakdrager .................................... 61
Dashboard .................................... 10
Derde remlicht ........................... 131
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstoffilter ...................127
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 127
Dimlicht of grootlicht ...............82, 83
Driepuntsgordel ........................... 42
Driver Information Center .............77
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen .............67
Elektrische verstelling ..................30
Elektrisch systeem...................... 133
Elektronische rijprogramma's ....103
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .................75, 107
Event Data Recorders (EDR) .....170
F
Frontaal airbagsysteem ...............47G
Geautomatiseerde versnellingsbak ......................100
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 78
Gereedschap ............................. 135
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................61
Gloeilamp vervangen ................128
Gordels ......................................... 41
Gordelverklikker ........................... 73
Gordijnairbagsysteem .................. 48 Grootlicht ............................... 76, 83
H Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde modus ..........102
Handgeschakelde versnellingsbak ......................100
Handmatige dimfunctie ................31
Handmatig verstellen ...................29
Handrem .................................... 105
Handschoenenkastje ...................58
Handzender .................................. 19
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming............................ 90