Page 178 of 239

178InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............178
Antidiefstalfunctie ......................179
Overzicht bedieningselementen 180
Bediening ................................... 183
Personaliseren ........................... 187Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem verzorgt In‐ fotainment in uw auto, met gebruik
van de nieuwste technologie.
De radio kan gemakkelijk worden ge‐ bruikt, door per elke zes pagina's
maximaal 36 FM-, AM- en DAB-(Digi‐
tal Audio Broadcasting) radiozenders
op te slaan onder de voorkeuzeknop‐ pen 1 ~ 6 . DAB is alleen beschikbaar
voor Type A- en Type D-modellen.
De geïntegreerde cd-speler kan au‐
dio-CD's en MP3-bestanden afspelen
en de USB-speler kan aangesloten
USB-opslagmedia of iPod-producten afspelen. De USB-speler is alleen be‐ schikbaar voor Type A- en Type B-modellen.
Dankzij de verbindingsfunctie voor
Bluetooth-telefoons kunt u draadloos
en handenvrij telefoneren of kan een
muziekspeler in de telefoon worden
afgespeeld. De Bluetooth-telefoon‐
verbindingsfunctie is alleen beschik‐
baar voor Type A- en Type B-model‐
len.Sluit een draagbare muziekspeler
aan op de AUX-ingang voor externe
spelers en geniet van de rijke klank‐
weergave van het Infotainmentsys‐
teem. De AUX-functie is alleen be‐
schikbaar voor Type A- en Type B-
modellen.
De digitale soundprocessor biedt een
aantal standaard equalizerinstellin‐
gen waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast via de zorgvuldig ontwor‐
pen instelfunctie, het slimme display
en de multifunctionele menudraai‐
knop.
■ In de paragraaf "Overzicht" worden
de werking en alle instelfuncties van het Infotainmentsysteem in een
beknopt overzicht getoond.
■ In de paragraaf "Gebruik" wordt de basisbediening van het Infotain‐
mentsysteem uitgelegd.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
Page 179 of 239

Inleiding179
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Schermweergave
Opstartscherm
(1) Klok
(2) Disk geladen
(3) RDS-service
(4) Luchttemperatuur interieur (be‐
stuurder/passagier)
(5) Bluetooth verbonden
(6) Bluetooth-muziek
(7) Temperatuur buitenlucht
(8) Datum
Radioscherm
(9) Categorie
(10) Zendernaam
(11) Pagina Favorieten
(12) Zenderlijst
(13) Golfbereik
Scherm CD/MP3
(1) Afspeeltijd
(2) Map/track
(3) Titel van song
(4) Artiest
(5) Type disk
Scherm Instellingen
(6) Titel Instellingen
(7) Selectiebalk
(8) Lijstindicatorbalk
(9) Menu
De schermweergave kan afwijken
van de weergave in de handleiding,
omdat de meeste weergaven kunnen
afwijken naargelang de instelling van
het apparaat en de voertuigspecifica‐
tie.
Antidiefstalfunctie
In het infotainmentsysteem is een
elektronische beveiliging geïnte‐
greerd die diefstal voorkomt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 183 of 239

Inleiding183
2.q-toets
◆ Druk deze knop in om een op‐ roep te beantwoorden of omnaar de modus voor terugbellen te gaan.
◆ Houd deze knop ingedrukt om naar het oproepenlogboek te
gaan of om tijdens een telefoon‐
gesprek heen en weer te gaan
tussen de handenvrijmodus en
de modus voor privé bellen.
3. d SRC c -toets
◆ Druk deze knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐
zen.
◆ Draai aan de knop om de opge‐
slagen radiozender te wijzigen
of om andere muziek te kiezen
om af te spelen.
4. Knoppen +
◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen.
◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen.Type 2-audiobediening aan stuurwiel:
optie
1. x-toets
Druk deze knop in om de stilscha‐
kelfunctie aan en uit te zetten.
2. Niet beschikbaar.
3. d SRC c -toets
◆ Druk deze knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐
zen.
◆ Draai aan de knop om de opge‐
slagen radiozender te wijzigen
of om andere muziek te kiezen
om af te spelen.
4. + -toets
◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen.
◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen.
Bediening Toetsen en bedieningsorganen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend via de functietoetsen, de multi‐ functionele knop en het menu dat op
het scherm is weergegeven.
Page 184 of 239

184Inleiding
De in het systeem gebruikte knoppenen bedieningsorganen zijn de vol‐
gende:
■ De toetsen en druk-/draaiknop van het infotainmentsysteem
■ De knoppen van de afstandsbedie‐
ning op het stuurwiel
Systeem aan en uit
Druk op de knop m om het systeem
aan te zetten.
Na het inschakelen van de voeding wordt de eerder gebruikte functie uit‐
gevoerd nadat de tijd, de datum, de
temperatuur en de functie gereed
zijn.
Druk op de knop m om het systeem
uit te zetten.
Automatisch uitzetten Als u het Infotainmentsysteem met de knop m inschakelt terwijl de contact‐
schakelaar (contactsleutel van de
auto) in de stand uit staat, wordt het
Infotainmentsysteem 10 minuten na
de laatste activiteit van de gebruiker
automatisch uitgeschakeld.Volumeregeling
Draai aan de knop VOL om het vo‐
lume te regelen.
■ Gebruik de afstandsbediening op het stuurwiel en druk op de knop‐
pen + en - om het volume aan te
passen.
■ Het huidige geluidsniveau wordt aangegeven.
■ Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt vanzelf het ge‐ luidsniveau ingesteld dat eerder al
Page 185 of 239

Inleiding185
was geselecteerd (wanneer dit la‐
ger is dan het maximale beginvo‐
lume).
■ Bij het inschakelen van de voeding kan de waarde voor het maximale
beginvolume afzonderlijk worden
ingesteld (wanneer het eerdere vo‐
lumeniveau lager dan het maximale beginvolume is).
Automatische volumeregeling Wanneer de instelling voor rijsnel‐
heidsafhankelijk geluidsvolume actief
is, wordt het geluidsvolume automa‐
tisch aangepast op basis van de rij‐
snelheid van de auto ter compensatie
voor het geluid van motor en banden. (Zie Instellingen → Radio-instellingen
→ Autom. volumeregeling ).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen Wanneer binnenin de radio de tem‐
peratuur zeer hoog wordt, begrenst
het infotainmentsysteem het instel‐ bare maximale volume.
Zo nodig wordt het volume automa‐ tisch verlaagd.Geluidsinstellingen
Vanuit Tooninstellingen kan de klank‐
weergave naar wens worden inge‐
steld, afhankelijk van de functies van
de FM-, AM- of DAB-radio en van elke audiospeler.
Druk TONE om de betreffende func‐
tiemodus te gebruiken.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingsmodus door aan de multifunctio‐
nele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingswaarde door aan de multifuncti‐
onele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Menu Geluidsinstellingen ■ Bas : stel het lage tonen-niveau in
tussen -12 tot +12.
■ Midrange : stel het middenbereikni‐
veau in tussen -12 tot +12.
■ Treble : stel het hoge tonen-niveau
in tussen -12 tot +12.
■ EQ (equalizer): klankstijl selecteren
of uitschakelen ( UIT ↔ Pop ↔
Rock ↔ Klassiek ↔ Gesproken ↔
Country ).
Page 194 of 239
194Radio
De DAB-service verbinden
(DAB-DAB aan/DAB-FM uit)
(DAB-DAB uit/DAB-FM aan)
(DAB-DAB aan/DAB-FM aan)
Wanneer u Automatische links DAB-
FM als geactiveerd instelt, als het
DAB-servicesignaal zwak is, ont‐ vangt het Infotainmentsysteem de ge‐
koppelde servicecomponent automa‐ tisch (zie Instellingen → Radio-
instellingen → DAB-instellingen →
Automatische links DAB-FM ).
Handmatig op een radiozender
afstemmen
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste zendfrequentie
handmatig te vinden.
Page 200 of 239

200Radio
■ RDS-zenders worden aangeduidmet de programmanaam met de
zendfrequentie.
RDS-zendinformatie bekijken
Druk terwijl een RDS-zender wordt
ontvangen op de knop INFO om de
ontvangen RDS-zendinformatie te bekijken.
RDS configureren
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu weer te geven.
Ga naar Radio-instellingen door aan
de multifunctionele knop te draaien en druk op de multifunctionele knop.
Selecteer RDS-opties door aan de
multifunctionele knop te draaien en
druk op de multifunctionele knop.
RDS in-/uitschakelen
Stel de RDS-optie Aan of Uit in.
Het activeren van RDS biedt de vol‐
gende voordelen:
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequentie.
■ Het Infotainmentsysteem stemt al‐ tijd af op de zendfrequentie van de
ingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
Draai vanuit RDS-opties aan de mul‐
tifunctionele knop om naar RDS Uit te
gaan en druk op de multifunctionele knop om de RDS-functie in te scha‐
kelen.
Page 202 of 239

202Radio
Draai vanuit Instellingen → Radio-
instellingen → RDS-opties aan de
multifunctionele knop om Radio-tekst
Uit te selecteren en druk op de multi‐
functionele knop om de Radio-tekst-
functie in te schakelen.
Volume van verkeersberichten (TA)
Het minimale volume voor verkeers‐
berichten (TA) kan worden ingesteld.
Het minimale volume voor de ver‐
keersberichten kan in gelijke mate
met het normale audiovolume worden verhoogd of verlaagd.Ga vanuit RDS-opties naar TA-
volume door aan de multifunctionele
knop te draaien en druk op de multi‐
functionele knop.
Pas het niveau van TA-volume aan
door aan de multifunctionele knop te draaien en druk op de multifunctio‐
nele knop.
Verkeersinformatie
TP = verkeersinformatie
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie uit‐zenden.
Schakel de stand-by verkeersberich‐
tenfunctie van het Infotainmentsys‐
teem in of uit:
Druk op de knop TP om de verkeers‐
berichtenfunctie in of uit te schakelen.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt [ ] weergege‐
ven in het radiohoofdmenu.