82InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............82
Antidiefstalfunctie ......................... 83
Overzicht bedieningselementen ..84
Gebruik ........................................ 87
Basisbediening ............................ 89
Geluidsinstellingen ......................91
Volume-instellingen .....................93Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog 36 voorkeurzenders handmatig
worden ingesteld (ongeacht frequen‐
tiebereik).
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche routeplanning brengt u veilig
naar uw bestemming en kan, desge‐
wenst, files of andere knelpunten om‐
zeilen.Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐ ningselementen op het stuur of via
het spraakherkenningssysteem (in‐
dien beschikbaar).
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportaal.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Inleiding83
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan de kant en bedien het infotain‐
ment-systeem terwijl u stilstaat.
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De overeenkom‐
stige verkeersregels moeten zon‐
der uitzondering in acht worden
genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding te‐
gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder
letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐
rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding85
1 RADIO BAND-toets
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....94
2 CD/AUX -toets
Cd/mp3/wma-weergave
starten of van audiobron
veranderen .......................... 108
3 s -toets
Radio: achteruit zoeken ........94
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............105
4 DEST / NAV -toets
Bestemmingsinvoer
navigatie .............................. 116
5 m VOL -knop
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 87
Draaien: volume
aanpassen ............................ 876u -toets
Radio: vooruit zoeken ...........94
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................105
7 TONE -toets
Geluidsinstellingen ................91
8 Radiozendertoetsen 1...6
Lang indrukken: zender
opslaan ................................. 95
Kort indrukken: zender
selecteren ............................. 95
9 FAV 1-2-3 -toets
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ..............96
10 AS 1-2 -toets
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ..............95
11 TP -toets
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................9912d-toets
Cd uitwerpen ....................... 105
13 CONFIG -toets
Systeeminstellingen ..............93
14 INFO -toets
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 94
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 105
Digitale fotolijst: toont
momenteel geselecteerde
afbeelding/foto ....................112
Navigatie: informatie, bijv.
over de huidige locatie ........115
Inleiding87
2 SRC (bron)............................ 87
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 87
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 94
Bij een actieve CD-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-nummer te selecteren 105
Bij een actief
telefoonportaal: omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige optie in
oproepenlijst te selecteren ..169
Als het telefoonportaal
actief is en er gesprekken
in de wacht staan:
omhoog/omlaag draaien
om tussen gesprekken te
wisselen .............................. 169
3 Volume verhogen ..................87
4 Volume verlagen ...................875Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........169
of gesprekslijst sluiten .........169
of mute in-/uitschakelen ........87
of spraakherkenning
deactiveren (indien
beschikbaar) ....................... 156Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 84
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 84
■ het spraakherkenningssysteem (in‐
dien beschikbaar) 3 156
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen is de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
88Inleiding
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X VOL -knop terwijl
het contact is uitgeschakeld, schakelt het na 30 minuten automatisch weer
uit.
Volume instellen Draai aan de X VOL -knop. De ac‐
tuele instelling verschijnt op het dis‐ play.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 93
■ het volume voor verkeersberichten 3 93
■ het volume van de navigatieberich‐
ten 3 116Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 93
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op de O-toets (wanneer tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) om de audiobron‐
nen te dempen.
Om de demping opnieuw te annule‐
ren: draai aan de X VOL -knop of druk
opnieuw op de O-toets (indien tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 94.
Audiospelers
Druk op de CD/AUX-toets om het
CD-, USB-, iPod- of AUX-menu te openen (indien beschikbaar) of om te
wisselen tussen deze menu's.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 105
■ AUX-ingangsfuncties 3 108
■ USB-poortfuncties 3 109
Inleiding91
Een tekenreeks invoeren
Voor het invoeren van tekenreeksen,
zoals telefoonnummers of straatna‐
men:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te selecteren.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de BACK-
toets. Door de BACK-toets ingedrukt
te houden, wordt de complete invoer
verwijderd.
Druk op de multifunctionele knop om
het geselecteerde teken te bevesti‐ gen.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristiek instellen.
Druk op de TONE-toets om het ge‐
luidsmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Selecteer Bass, Midden of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Inleiding93Volume-instellingen
Maximaal inschakelvolume
Druk op de CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal inschakelvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling
Druk op de CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Snelheidsafhankelijke
volumeregeling .
De snelheidsafhankelijke volumere‐
geling kan worden uitgeschakeld
c.q. de mate van volumeaanpassing
kan worden geselecteerd in het ge‐
toonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
Volume van verkeersberichten (TA)
Het volume van verkeersberichten kan proportioneel ten opzichte van
het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op de CONFIG
-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en TA-volume .
Stel de gewenste waarde in.
94RadioRadioGebruik........................................ 94
Zender zoeken ............................. 94
Autostore-lijsten ........................... 95
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ..............96
Radio Data System (RDS) ...........99
Digital Audio Broadcasting ........101Gebruik
Bedieningstoetsen De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn de volgende:
■ RADIO : radio inschakelen
■ su : zender zoeken
■ AS 1-2 : autostorelijsten
■ FAV 1-2-3 : favorietenlijsten
■ 1...6 : voorkeuzetoetsen
■ TP : verkeersinformatie 3 99
Radio activeren
Druk op de RADIO-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren Druk een of meerdere malen op de
RADIO -toets om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.Zender zoeken
Automatisch zender zoekenDruk kort op de s - of de u-toets
om de vorige/volgende zender in het
zendergeheugen weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Druk op toets s of u en houd
deze ingedrukt. Laat de toets los zo‐ dra de gewenste frequentie op de ge‐ toonde frequentieweergave bijna is
bereikt.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Handmatig zenders afstemmen
FM-frequentiebereik
Druk op de multifunctionele knop om
het FM-menu te openen en selecteer Handafstemming FM .
Draai aan de multifunctionele knop en stel de optimale ontvangstfrequentie
in op het pop-up-frequentiedisplay.