Radio103
geluid wel, maar dat van zacht ge‐
luid niet wordt gereduceerd. Daar‐
door kan het volume van het Info‐
tainment zo worden afgesteld dat
zacht geluid goed hoorbaar is zon‐
der dat hard geluid te hard klinkt.
■ Frequentieband : na het selecteren
van deze optie kan de gebruiker be‐
palen welke DAB-frequentieberei‐
ken door het Infotainmentsysteem
dienen te worden ontvangen.
116Navigatie
Na de invoer van het bestemmings‐
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐
zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt
de route berekend vanaf de huidige
locatie tot de geselecteerde bestem‐
ming.
De routebegeleiding vindt plaats door navigatiecommando’s en door een
richtingspijl, evenals door een meer‐
kleurig kaartscherm.
TMC-
verkeersinformatiesysteem en
dynamische routebegeleiding Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders
alle actuele verkeersinformatie. Bij
een actieve dynamische routebege‐
leiding wordt deze informatie gebruikt
om de hele route te berekenen. Daar‐ bij wordt de route zo gepland dat ver‐keersknelpunten volgens de vooraf
ingestelde criteria worden omzeild.
Is er een actueel knelpunt aanwezig
tijdens een actieve routebegeleiding,
dan vraagt het systeem - afhankelijk
van de vooraf gemaakte instellingen -
of de route veranderd moet worden.De TMC-verkeersinformatie wordt op het routebegeleidingsscherm met
symbolen weergegeven of verschijnt
in het TMC-berichten -menu als gede‐
tailleerde tekst.
Een voorwaarde voor het gebruik van
TMC-verkeersinformatie is de ont‐
vangst van TMC-zenders in de rele‐
vante regio.
De dynamische routebegeleiding
werkt alleen bij ontvangst van ver‐
keersinformatie, afkomstig van het
TMC-verkeersinformatiesysteem.
De dynamische routebegeleidings‐
functie kan worden uitgeschakeld in
het Navigatie-opties -menu, zie hoofd‐
stuk "Begeleiding" 3 141.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn op‐
geslagen op een SD Card bij het in‐
fotainmentsysteem.
Nadere beschrijving van het omgaan
met en vervangen van de kaart op de SD Card, zie hoofsstuk "Kaarten"
3 150.Gebruik
Bedieningselementen
De belangrijkste navigatiespecifieke
bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
NAV -knop: activeer de navigatie;
toon de huidige positie (bij actieve
routebegeleiding); toon berekende
route (bij actieve routebegeleiding);
wisselen tussen weergave volledige
kaart, pijlweergave (bij actieve route‐
begeleiding) en weergave in gedeeld
scherm, zie "Informatie op het dis‐
play" onderstaand.
DEST / NAV -toets: menu met opties
voor bestemmingsinvoer openen.
Achtwegschakelaar : weergaveven‐
ster in navigatiekaartweergave bewe‐ gen; om de bestemming te selecte‐
ren, drukt u de knop in de gewenste
richting om het dradenkruis op een
bestemming op de kaart te plaatsen.
RPT / NAV -toets: laatste routebege‐
leidingsbericht herhalen.
Het navigatiesysteem activeren
Druk op de NAV-toets.
Navigatie145
Als Rijstrookassistent wordt geacti‐
veerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:
Met de Pop-ups -optie kunt u selecte‐
ren of de routebegeleidingsinformatie van de navigatie moet worden weer‐
gegeven in popup-vensters bij andere bedieningsmodi ( bijv. radio). De infor‐
matie wordt verborgen na een inge‐
stelde tijd of door het indrukken van
de BACK -knop.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en terugkeer naar het
Navigatie-opties -menu.
Kaartopties
Selecteer Kaartopties en daarna
Kaartoriëntatie voor het weergeven
van het volgende submenu:
Kiezen uit kaartoriëntatie noorden bo‐
ven of in rijrichting bij de kaartweer‐
gave.
Selecteer Kaartopties en daarna
Spec. bestemmingen tonen op kaart voor het openen van een submenu
met verschillende opties voor het al
dan niet weergeven van speciale be‐
stemmingen op de kaart.
Als Bepaald door gebruiker is gese‐
lecteerd, kan het type speciale be‐
stemmingen worden gedefinieerd die
moeten worden weergegeven, bijv.
restaurants, hotels, openbare gele‐
genheden, etc.
Telefoon163voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
De spraakherkenning gebruiken Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
O -toets: opent het telefoonhoofd‐
menu.
Knoppen op het stuurwiel:
q , w : gesprek aannemen, spraak‐
herkenning activeren.
n , x : gesprek beëindigen/weige‐
ren, spraakherkenning uitschakelen.
Het telefoonportaal kan daarnaast ook met spraakherkenning worden
bediend 3 156.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur. Informatie zoals een te‐
lefoonboek, gesprekslijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.Om een Bluetooth-verbinding met het
telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐ foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. Zie hiertoe de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
172Telefoon
■Gesprek scheiden : de verbinding
met een deelnemer in een telefoon‐
conferentie verbreken.
■ Gesprekken combineren : bij meer‐
dere actieve gesprekken twee ge‐
sprekken samenvoegen.
■ Gesprekken wisselen : bij meerdere
gesprekken tussen gesprekken
wisselen.
■ Geluid onderdrukken : het geluid
van een gesprek onderdrukken.
Let op
Wanneer het contact uitgeschakeld
wordt tijdens een telefoongesprek
blijft de verbinding in stand totdat het
telefoongesprek wordt beëindigd.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ tenantenne om het grootst moge‐
lijke bereik te verkrijgen,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt, ■ installatie van de telefoon op een daartoe geschikte plek, houd reke‐
ning met de relevante opmerking in
de Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen met een zendvermogen van meerdan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogenvan de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
174TrefwoordenlijstAAdresboek .................................. 126
Adresinvoer ................................ 126
Afspelen van een cd starten .......105
Algemene aanwijzingen ............
.......... 82, 104, 108, 109, 115, 162
Algemene informatie ..........112, 156
Antidiefstalfunctie ........................83
Autostore-lijsten ............................ 95
B
BACK-toets ................................... 89
Basisbediening ............................. 89
Bediening.................................... 169
Begeleiding ................................ 141
Bluetooth .................................... 162
Bluetooth-verbinding ..................163
C CD-speler activeren.................................. 105
Belangrijke informatie .............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
D DAB ............................................ 101
DAB configureren .......................101
De AUX-ingang gebruiken ..........108De digitale fotolijst gebruiken .....112
De radio gebruiken .......................94
De radio inschakelen ....................94
De USB-poort gebruiken ............109
Digital Audio Broadcasting .........101
Door de gebruiker bepaalde NP's 126
Dynamische routebegeleiding ....149
E Enhanced Other Networks ...........99
EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ...............96
Frequentiebereik selecteren .........94
G
Gebruik ...87, 94, 105, 108, 112, 116
Geluidsinstellingen .......................91
H
Handsfree-modus .......................163
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 87
Het navigatiesysteem activeren. 116
Het navigatievolume instellen .....116
175
I
Infotainmentsysteem automatische aanpassing van
het volume................................. 93 maximaal opstartvolume ...........93
tooninstellingen ......................... 91
volume voor verkeersberichten. 93 volume: instellingen ..................93
Infotainmentsysteem gebruiken ...87
Invoer van de bestemming ........126
K Kaarten ...................................... 150
Kaart SD Card vervangen ............................... 150
werken met.............................. 150
M Menubediening ............................. 89
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................172
Multifunctionele knop ....................89
Mute.............................................. 87 MijnNP's ..................................... 126
N Navigatie activeren.................................. 116
Adresboek ............................... 126
bedieningselementen ..............116bestemmingsinvoer .................126
dynamische begeleiding. 141, 149
gebruik .................................... 116
gebruik van de spellingsfunctie 126
geïmporteerde NP's
verwijderen .............................. 116
herhalen laatste navigatie-
instructie .................................. 141
in werking ................................ 115
kaart SD Card ......................... 150
MijnNP's .................................. 126
navigatie starten ......................141
navigatiedisplay ......................116
navigatieopties ........................ 141
navigatievolume ......................116
routebegeleiding .....................141
routeblokkering ....................... 141
routelijst ................................... 141
snelwegrijstrook begeleiding ...141
Speciale bestemmingen ..........126
speciale bestemmingen
(NP's) importeren/exporteren ..116
symbolenoverzicht ..................152
Thuisadres .............................. 126
TMC-meldingen....................... 141
waarschuwing laag
brandstofpeil ........................... 126
wissen thuisadres.................... 116
Navigatiedisplay ......................... 116Navigatiesysteem gebruiken ......116
Navigatievolume .........................116
Noodoproep ................................ 168
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 110
Overzicht bedieningselementen ...84
P Persoonlijke NP's .......................116
R
Radio Radio Data System (RDS) ........99
activeren.................................... 94
autostorelijsten .......................... 95
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 101
favorietenlijst ............................. 96
frequentiebereik selecteren .......94
frequentiebereikmenu's .............96
gebruik ...................................... 94
Zender zoeken .......................... 94
zenderlijsten .............................. 96
Radio activeren............................. 94
Radio Data System (RDS) ........... 99
RDS .............................................. 99
RDS configureren .........................99
Inleiding..................................... 178
Radio ......................................... 191
Audiospelers .............................. 205
Telefoon ..................................... 221
Trefwoordenlijst ......................... 238Audiosysteem