Page 33 of 69

Cd-speler33
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen ge‐
trokken. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Radio met cd / mp3-speler:
Schakel het Infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin getrokken is.
Tijdens het laden van de cd verschijnt
Cd lezen op het display. Na het lezen
van de informatie op de cd start de cd-
weergave automatisch.
Als er al een cd in het Infotainment‐
systeem zit, drukt u op de toets
MEDIA op het Infotainmentsysteem
of de knop SRC/OK op het stuurwiel:
de cd-weergave gaat verder op het‐
zelfde punt waar deze was gestopt.Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt
verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets k of l één of meer‐
dere malen kort in.
Een album of een track selecteren -
mp3 cd
Druk op de toets R of S om albums/
mappen enz. te selecteren.
Druk op de toets k of l om een
nummer van de albums/mappen enz. te selecteren.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets k of l ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van
de huidige audiotrack.
Mute / pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de toets MUTE te drukken. Op
het display verschijnt Pauze.Druk opnieuw op de toets MUTE om
te deactiveren.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt de volgende informatie op het display
als de betreffende menufunctie is ge‐ selecteerd:
■ CD Track 5 (track 05): toont het
nummer van de track op de cd
■ 0:42 : toont de tijd die is verstreken
sinds het starten van de track
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag)
De mp3 ( ID3-TAG)-informatie ( bijv. ti‐
tel van nummer, naam van artiest,
naam van album enz.) op de cd kan
op het display worden getoond. Bij
het ontbreken van ID3-TAG-informa‐
tie verschijnt alleen de bestandsnaam
op het display.
Page 34 of 69
34Cd-speler
Ga als volgt te werk om de ID3-TAG-
informatie met de toetsen op het In‐
fotainmentsysteem te tonen:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat Mp3
display op het display verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van één van de 5 volgende
opties:
■ Mappen
■ Bestandsnaam
■ Titel
■ Schrijver
■ Album
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen ge‐
trokken.
Page 35 of 69

AUX-ingang35AUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............35
Gebruik ........................................ 35Algemene aanwijzingen
Radio met cd / mp3-speler
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijv. een draag‐ bare cd-speler met een 3,5 mm-stek‐
ker aan te sluiten op de AUX-ingang.
Gebruik
Druk op het Infotainmentsysteem meerdere malen op de toets MEDIA
om de AUX-modus te activeren en
schakel het externe audioapparaat in.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐ sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐ ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Een audiobron die is aangesloten op
de AUX-ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf. Met de bedieningsorganen op
het Infotainmentsysteem kunt u niet
naar een andere track, map of af‐
speellijst gaan.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het display weer‐
gegeven.
Page 36 of 69
36AUX-ingang
Na aansluiting via de stekkeringang
detecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het opnamevolume kan er een vertraging
zijn voordat u de geluidsbron hoort.
Page 37 of 69

USB-poort37USB-poortAlgemene aanwijzingen...............37
Opgeslagen audiobestanden afspelen ....................................... 39Algemene aanwijzingen
Radio met cd / mp3-speler
Er is een USB-poort beschikbaar voor
het aansluiten van externe audio‐ bronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
En MP3 -speler, USB-apparaat of een
iPod kan op de USB-poort worden
aangesloten.
Met een aangesloten extern audioap‐
paraat kunt u digitale audio uit een
bepaalde categorie afspelen, bijv. op
artiest of muziekgenre.
Als het USB-apparaat veel bestanden
bevat, kan het aanmaken van de li‐
brary enkele minuten in beslag ne‐
men.
USB-apparaten werken als volgt: ■ Displaymenu's
■ Stuurbedieningsknoppen 3 8
■ Gesproken opdrachten 3 42
Druk na het aansluiten van een USB-
audioapparaat op de toets MEDIA om
de audiobron op Mediaspeler te zet‐ ten.
Op het display verschijnen specifieke
berichten dat het systeem wordt ge‐
bruikt via een extern audioapparaat
dat via USB aangesloten is.
Opmerkingen
De aangesloten mp3-spelers en
USB-opslagstations moeten voldoen
aan de USB Mass Storage Class spe‐ cification (USB MSC).
Page 38 of 69

38USB-poort
Alleen mp3-spelers en USB-opslag‐apparaten met een clusteromvang
die kleiner of gelijk is aan 64 kb in het
FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Harddiskdrives (HDD) worden niet
ondersteund.Externe audioapparaten en USB-op‐ slagapparaten
De USB-poort ondersteunt de vol‐
gende audio-indelingen:
■ WMA: ondersteunt normen WMA versie 1 en WMA versie 2.
■ MP3: MPEG-1 Layer 3 - sampling‐ frequenties 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz.
MPEG-2 Layer 3 - samplingfre‐
quenties 16 kHz, 22,05 kHz en
24 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
16 kbps, 32 kbps, 64 kbps, 96 kbps ,
128 kbps en 192 kbps.
MP2.5 extensie (samplingfrequen‐
ties 8 kHz, 11,025 kHz en 12 kHz)
wordt ook ondersteund.■ WAV: digitale audio-indeling zon‐ der compressie.
■ AAC / MP4 / M4A: samplingfre‐
quenties tussen 22,05 kHz en 48 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
8 kbps tot 529 kbps.
MP3, WMA, MP4, M4A- en AAC-in‐
delingen bevatten multimedia-infor‐
matie, WAV-bestanden niet. Bij her‐ kende indelingen kan het zo zijn dat
er geen multimedia-informatie is in‐ gevoerd in een bestand waarbij dat
wel mogelijk is. In dat geval kunt u al‐ leen per map door audiobestanden
bladeren.
USB-apparaten met een wacht‐
woordfunctie worden niet aanbevo‐
len. Als uw USB-apparaat deze func‐
tie heeft, controleer dan altijd of deze gedeactiveerd is.
De mediaspeler ondersteunt alleen
de gespecificeerde indelingen en on‐
dersteunt niet met DRM (Digital
Rights Management) beveiligde au‐
diobestanden. Eventuele niet-onder‐
steunde audiobestanden op het USB-
apparaat worden genegeerd.De mediaspeler is compatibel met de
meeste USB 1.0, 1.1 -of 2.0-gege‐
vensopslagapparaten.
De mediaspeler ondersteunt afspeel‐ lijstextensies, .m3u en wpl. De me‐
diaspeler ondersteunt niet geneste of
verbonden afspeellijsten. Zowel rela‐
tieve als absolute paden naar num‐
mers in de afspeellijsten worden on‐
dersteund.
Door een iPod gegenereerde afspee‐
lijsten worden niet ondersteund.
iPod optimaliseren Voor het optimaliseren van de aan‐
sluiting van uw iPod met het Infotain‐
mentsysteem voert u de volgende
eenvoudige handelingen op uw iPod
uit:
Page 39 of 69

USB-poort39
■ Configureer de iPod voor gebruikals een externe schijf. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de
iPod
■ Als de configuratie is gemaakt op een Apple -computer, configureert u
deze op een Windows-pc
■ Sla de muziektracks op als audio‐ bestanden die compatibel met het
Infotainmentsysteem zijn
Deze handelingen beïnvloeden de
geluidskwaliteit of bruikbaarheid van
de iPod-tracks niet nadelig.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
De mediaspeler registreert het aan‐
sluiten van een USB-audioapparaat op de USB-poort. Na het inschakelen van het contact wordt er een library
aangemaakt en automatisch weerge‐
geven.
De mediaspeler heeft slechts één li‐
brary. Bij het aansluiten van een
nieuw USB-apparaat wordt er in
plaats van de bestaande library een
nieuwe aangemaakt.Na het aansluiten kunt u het externe audioapparaat alleen met de stuurbe‐ dieningsknoppen, de toetsen van het
Infotainmentsysteem en gesproken
opdrachten bedienen.
Bedieningsorganen Infotainment 3 8.
Stuurbedieningsknoppen 3 8.
Stemherkenningssysteem 3 42.
Bediening van displayscherm Met de stuurbedieningsknoppen doormenuopties op het display bladerenen geselecteerde opties bevestigen:
■ Druk op R of S om door de me‐
nuopties op het display te bladeren.
■ Druk op SRC/OK om geselec‐
teerde opties te bevestigen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Weergave starten Ga als volgt te werk om de audiobron
in mediaspeler te veranderen:
■ MEDIA -toets op het infotainment‐
systeem indrukken.- of -
■ Druk meerdere malen op de knop SRC/OK van de stuurbedienings‐
knoppen.
Na het activeren van de mediaspeler
start de weergave automatisch als
Auto play ingeschakeld is.
Let op
Wij raden u aan om de automatische afspeelfunctie in te schakelen, zodat audiotracks bij het inschakelen van
het contact automatisch worden af‐
gespeeld.
Als Auto play uitgeschakeld is, kunt u
de weergave met de stemherken‐
ningsfunctie starten:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " Spelen".
Stemherkenningssysteem 3 42.
Page 40 of 69

40USB-poort
Volgende / vorige track
selecteren
Volgende / vorige track selecteren tij‐ dens weergave van een track op de
mediaspeler:
■ Druk op het stuurwiel op de knop R of S.
- of -
■ Druk op het Infotainmentsysteem op de toets _ of 6.
Volume aanpassen
Pas het volume van de mediaspeler
als volgt aan:
Druk op de stuurbedieningsknoppen
op < of ].
Pauze / einde pauze Laat de mediaspeler als volgt pauze‐
ren:
■ Druk op het stuurwiel op de knop à / ESC
- of -
■ Druk op het Infotainmentsysteem op de toets MUTE.Beëindig de pauze van de mediaspe‐
ler als volgt:
■ Druk opnieuw op de knop à / ESC
- of -
■ Knop MUTE opnieuw indrukken.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet wijzigen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Ga als volgt te werk om tracks tijdelijk in een willekeurige volgorde af te spe‐ len:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer Willekeurig en druk op
SRC/OK .Selecteer een categorie (bijv.
artiesten, albums, genres)
Ga als volgt te werk om alle tracks in
een specifieke categorie te selecte‐
ren en af te spelen:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer met R of S één van de
onderstaande categorieën:
ARTIESTEN
ALBUMS
GENRES
PLAYLIST
MAPPEN
4. Druk op SRC/OK om de geselec‐
teerde optie te bevestigen.
5. Blader met R of S door de be‐
schikbare opties in de gekozen
categorie en selecteer ALLES.
- of -
Blader met R of S door de be‐
schikbare opties in de gekozen