Page 9 of 69

Inleiding9
1 ON/OFF................................ 14
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 20
Kort indrukken:
Inschakelen ........................... 14
Lang indrukken:
Uitschakelen ......................... 14
Radio - kort indrukken: Ge‐
luidsonderdrukking/ge‐
luidsonderdrukking
opheffen ................................ 24
Cd-speler - kort indrukken:
Pauze/einde pauze ...............32
2 BAND - kort indrukken:
Ander golfbereik ....................24
Lang indrukken:
Autostore-zenders ................. 26
3 SRC : andere audiobron
(radio, cd-speler) ...................24
4 AUDIO : menu Audio-
instellingen ............................ 19
5 MENU : menu
Geavanceerde functies .........276
_ / 6: waarden in
menuopties aanpassen .........14
Radio - kort indrukken:
Automatisch zender
zoeken .................................. 25
Lang indrukken:
Handmatig zender zoeken ....25
Cd-speler - kort indrukken:
Naar vorige/volgende track ...32
Lang indrukken: Snel
achteruit / vooruit spoelen .....32
7 Zendertoetsen 1...6 ..............24
Kort indrukken:
Opgeslagen radiozender
oproepen ............................... 25
Lang indrukken:
Radiozender opslaan ............26
8 Cd uitwerpen ......................... 32
Page 10 of 69
10Inleiding
Bedieningsorganen Infotainmentsysteem - radio met cd / mp3-speler
Page 11 of 69

Inleiding11
1m ON/OFF : in- /
uitschakelen .......................... 14
2 FM : audiobron in FM-radio
veranderen ............................ 24
Ander FM-golfbereik
selecteren (FM1, FM2,
FMA Autostore) .....................24
3 AM : audiobron in AM-radio
veranderen ............................ 24
Ander AM-golfbereik
selecteren (AM1, AM2) .........24
4 MEDIA : andere audiobron
(cd-speler, mediaspeler,
AUX) ..................................... 32
5 MUTE .................................... 20
Radio - geluidsonder‐
drukking/geluidsonder‐
drukking opheffen .................20
Cd-speler , mediaspeler -
pauze/einde pauze ...............20
6 AUDIO : menu Audio-
instellingen ............................ 19
7 MENU : menu
Geavanceerde functies .........278R / S .................................... 14
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 20
Indrukken: Door
menuopties op display
bladeren ................................ 14
Radio - indrukken:
Handmatig radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - indrukken:
Naar de vorige/volgende
map gaan (mp3 cd's) ............32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende
map, artiest, genre enz.
gaan ...................................... 39
9 _ / 6: waarden in
menuopties aanpassen .........14
Radio - indrukken:
Automatisch radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - kort indrukken:
Naar vorige/volgende track ...32Lang indrukken: Snel
achteruit / vooruit spoelen .....32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende track ...39
10 Zendertoetsen 1...6 ..............24
Kort indrukken:
Opgeslagen radiozender
oproepen ............................... 25
Lang indrukken:
Radiozender opslaan ............26
11 Cd uitwerpen ......................... 32
Page 12 of 69
12Inleiding
Stuurbedieningsknoppen
Page 13 of 69

Inleiding13
1Â / MENU ............................. 56
Kort indrukken: Naar
menu's gaan ......................... 14
Kort indrukken:
Menuopties bevestigen .........56
Telefoon - kort indrukken:
Gesprek aannemen ..............56
Kort indrukken:
Wisselgesprek voeren ........... 56
Lang indrukken: Gesprek
afwijzen, gesprek
beëindigen ............................ 56
Berichtenlezer - getoond
tekstbericht selecteren ..........56
2 Ã / ESC ................................ 56
Menu afsluiten of terug
naar vorige menu zonder
opslaan ................................. 56
Mediaspeler - pauze/einde
pauze .................................... 51Telefoon -
microfoongeluid tijdens
telefoongesprek
onderdrukken/weer
inschakelen ........................... 51
Beltoongeluid voor
ontvangen gesprekken
onderdrukken ........................ 51
Berichtenlezer - lezen van
een tekstbericht
onderbreken .......................... 56
Stemherkenning -
gesproken bericht
onderbreken .......................... 42
Stemherkenning
deactiveren ........................... 42
3 s........................................... 42
Kort indrukken:
Stemherkenning activeren ....42Kort indrukken:
Gesproken melding
onderbreken en nieuwe
gesproken opdracht geven ...42
Lang indrukken: Laatst
gesproken bericht herhalen ..42
4 < / ] ..................................... 20
Volume aanpassen ...............20
5 R / S .................................... 56
Door menuopties op
display bladeren ....................56
Mediaspeler - tracks
selecteren ............................. 39
Berichtenlezer - door
tekstberichten bladeren ........56
6 SRC/OK ................................ 56
Menuopties bevestigen .........56
Andere audiobron (radio,
cd-speler, mediaspeler) ........56
Page 14 of 69

14Inleiding
Telefoon -
telefoongesprek tussen
handsfreesysteem en
mobiele telefoon
doorverbinden ....................... 56
Berichtenlezer - getoond
tekstbericht selecteren ..........56Gebruik
Regelingen voor radio met cd-
speler:
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio- en cd-spelerfuncties en diverse aanpasbare radio- en au‐
dio-instellingen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem met de ON/OFF draaiknop in. De eer‐
der gebruikte audiobron klinkt.
Na het verwijderen van de sleutel uit
het contactslot blijft het Infotainment‐
systeem werken.
Houd draaiknop ON/OFF ingedrukt
om uit te schakelen. Zo niet, dan
schakelt het systeem na ong.
20 minuten uit, om ontladen van de
accu te voorkomen.
Volume Draai aan de ON/OFF draaiknop om
het volume in te stellen.De actuele instelling verschijnt op het
display.
Maximaal opstartvolume
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt standaard het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit lager was dan het vaste
inschakelvolume.
Automatische volumeaanpassing
Bij het aanpassen van het volume tij‐
dens een verkeersbericht blijft de
nieuwe instelling alleen tijdens het
bericht en gaat het automatisch terug
naar de eerdere volume-instelling.
Mute / pauze
Druk op de ON/OFF draaiknop voor
geluidsonderdrukking van de radio of pauze van de cd-speler. Op het dis‐
play verschijnt Mute of Pause.
Druk opnieuw op ON/OFF voor in‐
schakelen van het geluid/einde van de pauze.
Let op
Bij het automatisch aanpassen van
het volume annuleert u de functie
mute/pauze.
Page 15 of 69

Inleiding15
Menu's op het displayschermMet de functietoetsen op het Infotain‐ mentsysteem hebt u toegang tot en
navigeert u in de displaymenu's en kunt u waarden aanpassen:
■ Druk meerdere malen op AUDIO
voor toegang tot de menuopties
Audio-instellingen 3 19.
■ Druk meerdere malen op MENU
voor toegang tot de menuopties
Geavanceerde functies 3 27.
■ Druk op of _ of 6 om waarden in
menuopties aan te passen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Bedieningsstanden Radio
De radio werkt via de functietoetsen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
radio te veranderen.
■ Druk meerdere keren op BAND om
een ander golfbereik te selecteren (FM1, FM2, FMT Autostore, AM).Houd BAND ingedrukt voor Auto‐
store van zenders.
■ Vraag een opgeslagen radiozender
op met de zendertoetsen 1...6.
Sla een radiozender op door 1...6
ingedrukt te houden.
■ Druk op _ of 6 om naar radiozen‐
ders te zoeken.
De radio gebruiken 3 24.
CD-speler
De cd-speler werkt via de functietoet‐ sen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
cd-speler te veranderen.
■ Druk op _ of 6 om naar de vorige/
volgende track te gaan. Ingedrukt houden voor snel achteruit / vooruit
spoelen.
■ Druk op f om een cd uit te werpen.
CD-speler gebruiken 3 32.
Regelingen voor radio met cd /
mp3-speler
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio-, cd-speler- (ook
compatibel met mp3 cd), USB-media‐speler- en AUX-functies en diverse
aanpasbare radio- en audio-instellin‐ gen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de
menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met de toets X ON/OFF in. De eerder
gebruikte audiobron klinkt.
Druk op X ON/OFF om uit te schake‐
len.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem actief is bij uitgeschakeld contact, schakelt
het na ong. 20 minuten uit, om ontla‐
den van de accu te voorkomen.
Volume
Draai aan de R/S draaiknop om het
volume in te stellen.
De actuele instelling verschijnt op het display.
Page 16 of 69

16Inleiding
Maximaal opstartvolume
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt standaard het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit lager was dan het vaste
inschakelvolume.
Automatische volumeaanpassing
Bij het aanpassen van het volume tij‐
dens een verkeersbericht blijft de
nieuwe instelling alleen tijdens het
bericht en gaat het automatisch terug naar de eerdere volume-instelling.
Mute / pauze
Druk op de toets MUTE voor geluids‐
onderdrukking van de radio of pauze
van de cd-speler of mediaspeler. Op
het display verschijnt Mute of Pause.
Druk opnieuw op MUTE voor inscha‐
kelen van het geluid/einde van de
pauze.
Let op
Bij het automatisch aanpassen van
het volume annuleert u de functie mute/pauze.Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk vo‐
lume wordt geactiveerd ( 3 20),
wordt het volume automatisch aan‐
gepast om weg- en windlawaai te
compenseren.
Menu's op het displayscherm
Met de functietoetsen op het Infotain‐ mentsysteem hebt u toegang tot en
navigeert u in de displaymenu's en
kunt u waarden aanpassen:
■ Druk op AUDIO voor toegang tot
het menu Audio-instellingen
3 19.
■ Druk op MENU voor toegang tot het
menu Geavanceerde functies
3 27.
■ Druk op R of S om door de me‐
nuopties op het display te bladeren.
■ Druk op of _ of 6 om waarden in
menuopties aan te passen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.Bedieningsstanden
Radio
De radio werkt via de functietoetsen:
■ Druk op FM om de audiobron in
FM-radio te veranderen.
Druk meerdere keren op FM om
een ander FM-golfbereik te selec‐
teren (FM1, FM2, FMA Autostore).
■ Druk op AM om de audiobron in
AM-radio te veranderen.
Druk meerdere keren op AM om
een ander AM-golfbereik te selec‐
teren (AM1, AM2).
■ Vraag een opgeslagen radiozender
op met de zendertoetsen 1...6.
Sla een radiozender op door 1...6
ingedrukt te houden.
■ Druk op of _ of 6 om automatisch
naar radiozenders te zoeken.
■ Druk op R of S om handmatig naar
radiozenders te zoeken.
De radio gebruiken 3 24.