Page 109 of 255

Instrumenten en bedieningsorganen107Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw
wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Info-display te veranderen.
Sommige persoonlijke instellingen kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen. Opgeslagen in‐
stellingen 3 22.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Persoonlijke instellingen in hetGraphic-Info-Display
CD 300/CD 400/CD400plus
CONFIG -toets indrukken. Nu ver‐
schijnt het menu Instellingen.
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele toets:
■ Instellingen sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 154.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties aandrijflijn :
Gasaanname en schakelkarakte‐ ristieken worden sneller.
Page 110 of 255

108Instrumenten en bedieningsorganen
■Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
■ Andere kleur verlichting
hoofdinstr. : Instrumentenverlich‐
ting verandert van kleur.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 84.
Radio-instellingen
Zie beschrijving van Infotainmentsys‐ teem in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem.
Telefooninstellingen
Zie beschrijving van Infotainmentsys‐ teem in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem.Auto-instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert het niveau van het luchtdebiet
van de klimaatregeling in het interi‐
eur in automatische modus.
Klimaatregelingsmodus : Regelt de
toestand van de koelcompressor wanneer de auto wordt gestart.
Laatste instelling (aanbevolen) of
bij starten van auto altijd AAN of al‐
tijd UIT.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de achterruitverwarming au‐
tomatisch.
■ Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Wijzigt het
volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke in‐ stellingen.
■ Parkeerhulp / Botsdetectie
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de parkeerhulp.
Dodehoekwaarschuwing : Wijzigt
de instellingen van het blindehoek‐
systeem.
Page 114 of 255

112Instrumenten en bedieningsorganen
Draai aan de multifunctionele knop
om in de lijst omhoog of omlaag te
scrollen. Druk op de multifunctionele
knop (Navi 950 / Navi 650: druk op de buitenste ring) om een menuoptie te
selecteren.
■ Profiel sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstelling
■ Navigatie-instellingen
■ Displayinstellingen
■ Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Profiel sportmodus ■ Sportprestaties motor :
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.
■ Achtergrondverlichting
sportmodus :
Instrumentenverlichting verandert
van kleur.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ■ Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie camera achter :
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 171.
■ Display Uit :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Kaartinstellingen :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
Voertuig instellingen ■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert het niveau van het luchtdebiet