Page 233 of 431
231Rijden
De functie kan de volgende meldingen weergeven: De functie wordt automatisch uitgeschakeld:
- bij het inschakelen van de
achteruitversnelling,
- bij het afzetten van het contact,
- als geen meting nodig is,
- vijf minuten na het selecteren van de
functie,
- als gedurende langer dan een minuut met
meer dan 70 km/h wordt gereden.
Als de zijdelingse afstand tussen uw auto en de
parkeerplek te groot is, bestaat de kans dat het
systeem geen meting uitvoert.
De functie blijft na elke meting beschikbaar,
zodat u meerdere parkeerplaatsen achter
elkaar kunt laten opmeten.
Let er bij slecht weer en in de winter op dat de
sensoren niet ver vuild, bevroren of met sneeuw
bedekt zijn.
De parkeerplaatsassistent schakelt de
parkeerhulp aan de voorzijde tijdens het meten
uit, zolang de auto vooruit rijdt.
Inparkeren mogelijk
Inparkeren moeilijk
Inparkeren afgeraden
Laat het systeem bij een storing
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 234 of 431

Parkeerhulp
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven en
is zelf verantwoordelijk.
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Parkeerhulp achter
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via de
luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan
welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Grafi sche weergave
De grafische weergave is een aanvulling op
het geluidssignaal. Op het multifunctionele
display worden blokjes weergegeven die het
pictogram van de auto steeds dichter naderen.
Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het display.
Page 235 of 431

233Rijden
Parkeerhulp vóór
Storing
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen van
de achteruitversnelling dit
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
branden en/of wordt er een bericht op het
display weergegeven, in combinatie met een
geluidssignaal (korte pieptoon).
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De parkeerhulp vóór is een aanvulling op
de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd
zodra er bij een wagensnelheid van maximaal
10 km/h vóór de auto een obstakel wordt
gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan drie seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er
geen obstakel meer wordt gedetecteerd of
wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan
10 km/h.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door CITROËN
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Uitschakelen/activeren van de
parkeerhulp vóór en achter
De functie kan worden uitgeschakeld door deze
knop in te drukken. Het controlelampje in de
knop gaat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de
functie weer geactiveerd. Het controlelampje
dooft.
Aan de hand van het geluid dat via
de luidspreker (voor of achter) wordt
weergegeven, is te herkennen of het
obstakel zich voor of achter de auto
bevindt.
Page 258 of 431
Het reser vewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering is er een
volwaardig, een plaatstalen of een aluminium
reservewiel aanwezig, in sommige landen een
"thuiskomer".
Zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap" op de vorige bladzijde voor meer
informatie over hoe u het reser vewiel kunt
bereiken.
Toegang tot het reservewiel
Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor. Laat het
repareren van de lekke band uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Verwijderen van het volwaardige
reservewiel
)
Draai de gele centrale bout los.
)
Til het reser vewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
)
Ver wijder het wiel uit de bagageruimte.
Als uw auto is voorzien van een
elektrisch bediende handrem, kan
uitsluitend een noodreser vewiel
in de ruimte onder de vloer van de
bagageruimte worden opgeborgen.
Page 269 of 431
267Praktische informatie
Lamp van de zijverlichting
ver vangen
Raadpleeg voor het ver vangen van dit type
lamp met LED’s het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
LED's / parkeerlicht
ver vangen
Neem voor het ver vangen van dit type lamp
met LED’s contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Lampen van mistlampen
ver vangen
)
Steek een platte schroevendraaier in het
gaatje van de bumperstrip.
)
Wip de strip voorzichtig los; de
parkeersensor blijft in de strip zitten.
)
Ver wijder de beide schroeven van de
mistlamp en neem deze uit de behuizing.
)
Neem de stekker van de fitting los.
)
Draai de fitting een kwart omwenteling en
ver wijder het geheel.
)
Trek de lamp uit de fitting en ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Voor het ver vangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24