45
Controle tijdens het rijden
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsintervalindicator weergegeven
en ver volgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Motorolieniveaumeter
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te w e i n i
g olie
Als de aanduiding "OIL"knippert incombinatie met het verklikkerlampje ser vice,
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, is het motorolieniveau
te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olieworden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
m
otorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL --"
knipper t, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motort
ype van uw auto.
2 merktekens op de peilstok:
-A= maxi; het oliepeil magnooit boven het niveau A
uitkomen (kans op schade aan de motor), - B= mini; als het oliepeil niet
boven het niveau B uitkomt,
moet het voor de motor van
uw auto voorgeschreven
type motorolie worden
bijgevuld via de vuldop.