Page 13 of 368

.
11
Eerste kennismaking
Middenconsole
A.
Handmatig of automatisch dimmende
binnenspiegel.
B.
Plafonnier / kaartleeslampjes.
C.
Microfoon van het Audio-/CD-systeem,
het Audio-/CD-systeem met touchscreen
en het Audio-/telematicasysteem met
touchscreen.
D.
Bediening van het zonnescherm van het
panoramadak.
E.
Licht-/regensensor.
1.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
2.
Scherm van het Audio/CD-systeem of
het Audio/CD-systeem met touchscreen,
of kleurenscherm van het Audio-/
telematicasysteem met touchscreen.
3.
Schakelaar.
START/STOP-knop (met "Keyless entry
and start"-systeem).
4.
Audio/CD-systeem, Audio/CD-systeem met
touchscreen of Audio-/telematicasysteem
met touchscreen.
5.
Schakelaars op centraal bedieningspaneel.
6.
Te m p e r a t u u r s e n s o r.
7.
Bedieningspaneel verwarming/
handbediende of automatische
airconditioning.
8.
Versnellingshendel handgeschakelde
versnellingsbak of selectiehendel CVT.
9.
Aansteker/12V-aansluiting.
10.
Ver wijderbare asbak.
11.
Schakelaar vierwielaandrijving.
12 .
Bekerhouders.
13.
Armsteun vóór.
Page 16 of 368
14
Eerste kennismaking
Comfortabel zitten
Buitenspiegels
A.
Selecteren van de te verstellen
buitenspiegel.
B.
Verstellen van de spiegel in vier richtingen.
C.
Inklappen/uitklappen.
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.
Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2.
Verstellen van de binnenspiegel.
Automatische binnenspiegel
A.
Lichtsterktesensor van de automatische
"dag-/nachtstand".
B.
Verstellen van de binnenspiegel.
1.
Vastmaken van de gesp.
2.
In hoogte verstellen.
Veiligheidsgordels vóór
87- 88
89
152
Page 91 of 368

89
3
Comfort
Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder onder vindt van de zon en van koplampverlichting van achteropkomend verkeer ...
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Om veiligheidsredenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein
mogelijk is.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Dag- / nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
)
Duw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Stuurwielverstelling
)
Zorg dat de auto stilstaat
en duw
de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
)
Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
)
Trek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Page 92 of 368

90
Comfort
Vent ilat ie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
- rechtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het ver warmingscircuit,
- toevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A
van de middenconsole.
1.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
Afsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters.
4.
Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
Uitstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
7.
Te m p e r a t u u r s e n s o r.
8.
Licht-/regensensor.
Luchtverdeling
Page 93 of 368