Inhoudsopgave
Instrumentenpaneel 24
Controlelampjes 25
Display instrumentenpaneel 31
Boordcomputer 43
Kilometerteller 43
Dagteller 43
Onderhoudsindicator 44
Instellen van de parameters van de auto 48
Scherm Audio/CD-systeem 54
Scherm van het Audio/CD-systeem met
touchscreen 56
Scherm van het Audio-/
telematicasysteem met touchscreen 58
Dimmer dashboardverlichting 61
Controle tijdens het rijdenEerste kennismaking
Sleutel met afstandsbediening 62
Systeem "Keyless entry and star t" 66
Portieren 72
Bagageruimte 73
Alarm 75
Ruitbediening 78
Panoramadak 80
Toegang tot de auto
Voor stoelen 81
Achterbank 85
Spiegels 87
Stuurwielverstelling 89
Ventilatie 9 0
Verwarming/handbediende airconditioning 92
Automatische airconditioning 94
Achterruitverwarming 99
Indeling interieur 100
Inrichting van de bagageruimte 106
Comfort
Starten - afzetten van de motor
met de sleutel 108
Starten - afzetten van de moteur met het
Keyless entry and star t-systeem 109
Parkeerrem 112
Handgeschakelde versnellingsbak 113
Opschakelindicator 114
"CVT" versnellingsbak 115
Hill Holder 120
Functie Stop & Start (Auto Stop & Go) 121
Vier wielaandrijving 124
Snelheidsregelaar 126
Parkeerhulp 129
Achteruitrijcamera 132
Rijden
Lichtschakelaars 133
Verlichting overdag 136
Automatische verlichting 136
Follow me home-verlichting 137
Instapverlichting 138
Koplampen verstellen 139
Ruitenwisserschakelaar 140
Automatisch wissen 142
Plafonniers 144
Verlichting bagageruimte 146
Verlichting panoramadak 146
Zicht Eco-rijden
8
Eerste kennismaking
Interieur
Elektronisch gestuurde
vierwielaandrijving *
Afhankelijk van de omstandigheden kunt u met
dit systeem een type aandrijving kiezen.
CVT-transmissie
Deze transmissie combineert de voordelen van
een automatische transmissie met die van een
handgeschakelde versnellingsbak.
Automatische airconditioning
Dankzij de automatische airconditioning
worden het comfort en de luchtcirculatie in het
interieur gewaarborgd.
Audio- en communicatiesystemen
Deze systemen bestaan in verschillende
uitvoeringen en maken gebruik van de
modernste technologie: radio, CD-/USB-speler,
Bluetooth, navigatie met kleurenscherm, AUX-
aansluitingen enz.
124 115
Audio-
/
CD-systeem met touchscreen
*
Volgens uitvoering.
Audio-
/Telematicasysteem
met touchscreen
Audio-
/
CD-systeem
313
293
255
94
.
11
Eerste kennismaking
Middenconsole
A.
Handmatig of automatisch dimmende
binnenspiegel.
B.
Plafonnier / kaartleeslampjes.
C.
Microfoon van het Audio-/CD-systeem,
het Audio-/CD-systeem met touchscreen
en het Audio-/telematicasysteem met
touchscreen.
D.
Bediening van het zonnescherm van het
panoramadak.
E.
Licht-/regensensor.
1.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
2.
Scherm van het Audio/CD-systeem of
het Audio/CD-systeem met touchscreen,
of kleurenscherm van het Audio-/
telematicasysteem met touchscreen.
3.
Schakelaar.
START/STOP-knop (met "Keyless entry
and start"-systeem).
4.
Audio/CD-systeem, Audio/CD-systeem met
touchscreen of Audio-/telematicasysteem
met touchscreen.
5.
Schakelaars op centraal bedieningspaneel.
6.
Te m p e r a t u u r s e n s o r.
7.
Bedieningspaneel verwarming/
handbediende of automatische
airconditioning.
8.
Versnellingshendel handgeschakelde
versnellingsbak of selectiehendel CVT.
9.
Aansteker/12V-aansluiting.
10.
Ver wijderbare asbak.
11.
Schakelaar vierwielaandrijving.
12 .
Bekerhouders.
13.
Armsteun vóór.
16
Eerste kennismaking
Vent ilat ie
Automatische airconditioning:
gebruik bij voorkeur de volautomatische stand door deze te selecteren met de toets "AUTO "
.
Aanbevolen instellingen
Gewenste werking
Handbediende airconditioning
Luchtverdeling
Luchtopbrengst
Luchtrecirculatie
/
toevoer van
buitenlucht
Te m p e r a t u u r
Handbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMEN
ONTDOOIEN
22
Eerste kennismaking
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
De opschakelindicator geeft aan dat u kunt overschakelen: schakel
over zodra op het instrumentenpaneel wordt aangegeven dat u een
hogere versnelling kunt inschakelen.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie wordt de opschakelindicator uitsluitend in de
handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
CO
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voor zieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (blinderingspaneel van het panoramadak,
zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
90
Comfort
Vent ilat ie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
- rechtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het ver warmingscircuit,
- toevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A
van de middenconsole.
1.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
Afsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters.
4.
Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
Uitstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
7.
Te m p e r a t u u r s e n s o r.
8.
Licht-/regensensor.
Luchtverdeling