322
04 RADIO
Verkeersinformatie (TP)
Met de functie " Traffic Program
" (TP) is het mogelijk automatisch
over te schakelen naar een FM-zender die verkeersinformatie
uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron wordt dan tijdelijk
onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen is, schakelt de radio terug
naar de oorspronkelijke radiozender of audiobron.
Druk op de toets TP
.
Op het display verschijnt "TP". Als
de zender gebruik maakt van RDS,
verschijnt dit eveneens op het scherm.
Zodra de radio verkeersinformatie ontvangt, verschijnt "TRAF INF"
op het scherm, gevolgd door de naam en frequentie van de zender.
Het volumeniveau van de verkeersinformatie kan afwijken van het
oorspronkelijke volume.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen is, wordt het oorspronkelijke
volume hersteld.
Wanneer "TP" wordt weergegeven op het scherm, schakelt de radio
alleen over naar verkeersinformatie op zenders met RDS.
Waarschuwingsberichten "ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht wordt uitgezonden, wordt de
huidige weergave van een radiozender of andere audiobron tijdelijk
onderbroken.
Op het scherm verschijnt de tekst "ALERT" en het volume wordt
aangepast.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt deze tekst en het
oorspronkelijke volume wordt hersteld.
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mogelijkheid om
programmavoorkeuren vast te leggen aan de hand van één van de
volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDUCATE, DRAMA, CULTURE,
SCIENCE, VARIED, POP M, ROCK M, EASY M, LIGHT M,
CLASSICS, OTHER M, WEATHER, FINANCE, CHILDREN,
SOCIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL, LEISURE, JAZZ,
COUNTRY, NATION M, OLDIES, FOLK M, DOCUMENT
.
325
05 MULTIMEDIASPELERS
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA, CD-Text, CD-R/RW) of een
MP3-CD worden afgespeeld.
Uitwerpen van een CD
CD-speler
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets MEDIA
als de CD
zich al in de CD-speler bevindt.
Op het scherm verschijnt "MEDIA",
gevolgd door het nummer van de
huidige muziekstuk en de speelduur.
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
CD's met een diameter van 8 cm dienen in het midden van de CD-
sleuf te worden geplaatst.
Het afspelen begint automatisch zodra een CD met de bedrukte
zijde naar boven in de CD-speler wordt geplaatst.
Druk op deze toets om de CD uit
te werpen. Het systeem schakelt
automatisch over naar de radio.
Wanneer de CD niet binnen 15 seconden na het uitwerpen wordt
uitgenomen, wordt deze weer ingevoerd in de CD-speler.
326
05 MULTIMEDIASPELERS
In willekeurige volgorde afspelen van de nummers van
een CD
Druk op de toets RDM
om alle
nummers op de CD in willekeurige
volgorde af te spelen. Op het scherm
verschijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om de
functie uit te schakelen.
Audio-CD
Houd de toets "
" of "
" ingedrukt
om versneld voor- of achteruit te
zoeken.
Het afspelen begint zodra u de toets
loslaat.
Snelzoeken
Druk op de toets "
" of "
" om
het vorige of volgende nummer te
selecteren.
Selectie van een nummer
Druk op de toets RPT
om het huidige
nummer continu te herhalen. Op het
scherm verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om de
functie uit te schakelen.
Nummer doorlopend afspelen
Begin van elk nummer afspelen
Druk op de toets PTY/SCAN
om de
eerste tien seconden van elk nummer
op de disc af te spelen. Op het scherm
verschijnt "SCAN" en het nummer
van het desbetreffende muziekstuk
knippert.
Druk nogmaals op de toets om de
functie uit te schakelen.
De geluidskwaliteit van CD-R/RW's is afhankelijk van de gebruikte
brander, software en brandsnelheid.
329
05
Druk minimaal twee seconden op de
toets DISP
om de ID3-TAG informatie
weer te geven. "TAG" verschijnt op het
scherm.
Druk herhaaldelijk op de toets DISP
om de volgende ID3-TAG informatie
weer te geven in deze volgorde:
ALBUM NAME/ TRACK NAME/
ARTIST NAME/NORMAL DISPLAY
MODE.
Druk minimaal twee seconden op de
toets DISP
om de weergave van ID3-
TAGs uit te schakelen.
Wanneer de tekst meer dan
12 karakters bevat, kunt u op de toets
PAGE
drukken om het vervolg weer
te geven.
Wanneer geen MP3 of ID3-TAG
informatie beschikbaar is, verschijnt
"NOTITLE" op het scherm.
De geluidskwaliteit van CD-R's en CD-RW's is afhankelijk van de
gebruikte brander, software en brandsnelheid.
De benodigde tijd voordat het afspelen begint, hangt af van de
structuur en de hoeveelheid mappen en MP3-bestanden op de disc.
MULTIMEDIASPELERS
AUX-ingang gebruiken
De AUX-ingang JACK of RCA dient
om een extern apparaat (mp3-
speler…) aan te sluiten.
Sluit eenzelfde extern apparaat niet tegelijkertijd aan via de USB-
aansluiting en de JACK-aansluiting.
Sluit het externe apparaat (mp3-speler...) aan op de JACK-
aansluiting of op de audioaansluitingen (wit en rood, type RCA)
met behulp van een geschikte kabel (niet meegeleverd).
Houd de toets MEDIA
langer dan
twee seconden ingedrukt.
Op het scherm wordt "AUX"
weergegeven: het externe apparaat
is aangesloten.
Druk nogmaals op MEDIA
om de
AUX
-functie uit te schakelen of om
over te gaan op een andere functie.
JACK-/RCA-kabel niet meegeleverd
330
06 USB-APPARAAT
Gebruik van de USB-aansluiting
Zet de auto stil met het contact in
de stand LOCK
en sluit het externe
apparaat aan met een geschikte kabel.
Op de USB-aansluiting kan een extern apparaat worden
aangesloten (MP3-speler, Apple
®-spelers,...). De audiobestanden
worden overgezet naar de speler van uw autoradio zodat de
bestanden via de luidsprekers in de auto beluisterd kunnen worden.
Sluit vervolgens de kabel aan op de
USB-aansluiting in de auto.
Geschikte apparatuur:
- iPod touch ® : F/W versie 1.1.1 of hoger.
- iPod classic ® : F/W versie 1.0 of hoger.
- iPod 5 e generatie ®
: F/W versie 1.2.2 of hoger.
- iPod nano 5 e generatie ®
: F/W versie 1.2 of hoger.
- iPod nano 2 e generatie ®
: F/W versie 1.1.2 of hoger.
- Opslagcapaciteit USB : 256 Mb of meer.
Bestandsformaten : MP3, WMA, AAC, WAV.
Maximum aantal niveaus (inclusief oorspronkelijk niveau) : 8.
Aantal mappen : 700.
Aantal bestanden : 65 535.
Sluit het externe apparaat niet rechtstreeks aan op de USB-
aansluiting, gebruik hiervoor de kabel.
Zet het contact in de stand LOCK
om de kabel los te koppelen.
Navigatie in de bestanden is mogelijk via het externe apparaat /
iPod
® .
Zorg ervoor dat de kabel niet klem komt te zitten als de armsteun
wordt gesloten.