1
39
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Oorzaak
Oplossing - Actie
Opmerkingen
Storing in de CVT-versnellingsbak. Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur in het systeem van
de vier wielaandrijving is te hoog. Zet de auto stil en raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De auto schakelt automatisch over
op voor wielaandrijving (2WD).
Het brandstofniveau is te laag. Vul de brandstoftank zo snel
mogelijk.
Het minimumniveau van het
additiefreservoir van het roetfilter is
bereikt. Laat het zo snel mogelijk bijvullen
door het CITROËN-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats. Alleen bij de 1,6 l HDi-motor.
+ Beginnende verzadiging van het
roetfilter. Als de verkeerssituatie het toelaat,
regenereer dan het filter door
gedurende ongeveer 20 minuten
met een snelheid van minimaal
40 km/h te rijden (bij de 1,6 l HDi-
motor is de minimale snelheid
60 km/h). Als de melding nog steeds wordt
weergegeven, raadpleeg dan
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er is een storing in het roetfilter. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil. Raadpleeg onmiddellijk het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
40
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Oorzaak
Oplossing - Actie
Opmerkingen
Motorolieniveau niet juist (lager dan
het minimum niveau of hoger dan
het maximum niveau). Zet de auto op een zo veilig
mogelijke plaats stil.
Controleer het niveau met de
peilstok en vul olie bij als het niveau
te laag is.
Start de motor niet als het niveau
hoger is dan het maximum niveau
en raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Ga nooit rijden als het
motorolieniveau niet juist is.
*
*
Water aanwezig in brandstoffilter. Kans op beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren. Raadpleeg onmiddellijk het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De buitentemperatuur is lager dan
of gelijk aan 3°C (37°F). Kans op glad wegdek.
Let goed op en rijd voorzichtig.
Het koppelingspedaal is niet
ingetrapt tijdens het starten van de
motor. Trap het koppelingspedaal in om de
motor te starten. Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak.
Tijdens het starten staat de
selectiehendel niet in de stand P
en
ook niet in de stand N
. Zet de selectiehendel in de stand P
om de motor te starten. Bij auto's met een CVT-
versnellingsbak.
Het rempedaal is niet ingetrapt
tijdens het starten van de motor. Trap het rempedaal in om de motor
te starten.
*
Volgens land van bestemming.
1
41
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Systeem
Opmerkingen
Waarschuwingsmeldingen (contact in stand "ON")
Tweewielaandrijving
2WD
Knippert even als de stand "2WD" (tweewielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD
Knippert even als de stand "4WD" (vier wielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD
LOCK
Knippert even als de stand "LOCK" (vier wielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ASC)
Knippert als de dynamische stabiliteitscontrole (ASC) in werking is.
42
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Systeem
Oorzaak
Opmerkingen
Oplossing - Acties
Preventieve waarschuwingsmeldingen
Onderhoudsindicator
Geeft de bestuurder een
waarschuwing als het
onderhoudsinterval is
verstreken. Verschijnt gedurende enkele
seconden na aanzetten van
het contact. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aanbevolen
rustpauze
Waarschuwt de bestuurder
dat het tijd is voor een
rustpauze. Verschijnt wanneer de
vooraf ingestelde rijtijd is
verstreken.
Er klinkt 3 keer een
geluiddssignaal dat
ver volgens om de 5 minuten
wordt herhaald, tot de auto
stopt. Wij raden u aan ongeveer
elke twee uur een rustpauze
te nemen.
1
43
Controle tijdens het rijden
Boordcomputer
Elke keer als bij aangezet contact op de toets
INFO
wordt gedrukt, worden achtereenvolgens
de volgende schermen weergegeven:
- de kilometerteller en dagteller A,
- de kilometerteller en dagteller B,
- de onderhoudsindicator,
- de koelvloeistoftemperatuur,
- de actieradius,
- het gemiddelde verbruik,
- de gemiddelde snelheid,
- het actuele verbruik,
- het instellingenmenu,
- eventuele waarschuwingsmeldingen.
Weergave van de informatie
Kilometerteller
Systeem om de totaal afgelegde afstand door
de auto tijdens de levensduur te meten.
De totale kilometerstand
wordt weergegeven in
het onderste deel van het
display.
Dagteller
(traject A of B)
Nulstelling
Houd de knop INFO
, ter wijl het contact aan
is en het traject A
of B
wordt weergegeven,
gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt.
Alleen het weergegeven traject wordt gereset.
Van twee verschillende
trajecten kan de afstand
sinds de laatste nulstelling
worden bijgehouden.
Druk op de knop INFO
om
het gewenste traject te
kiezen.
1
47
Controle tijdens het rijden
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100km of km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de
laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde
snelheid sinds de
laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of mpg)
Dit is het berekende
brandstofverbruik tijdens de
laatste seconden.
Deze waarde kan variëren door een
verandering in de rijstijl of van het
landschap.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats wanneer
er tijdens het rijden langdurig horizontale
streepjes op het display worden
weergegeven in plaats van cijfers.
Nulstelling
Druk minimaal twee seconden op de knop
INFO
zodra gewenste informatie op het display
verschijnt om alle gegevens te resetten.
Bij inschakeling van het contact, wordt bij de
nulstelling overgeschakeld van de handmatige
naar de automatische stand.
Automatisch
Als het contact langer dan 4 uur in de stand
OFF staat, wordt alle informatie automatisch
gereset.