Page 169 of 280

WAARSCHUWING Als de accu leeg is
en de contactsleutel is ingebracht,
dan blijft deze in het contactslot
geblokkeerd. Trek, om de sleutel
handmatig te verwijderen, de handrem
aan en steek de bijgeleverde
schroevendraaier in het gat onder het
dashboard A fig. 133 en oefen hierop
een lichte druk uit, totdat de
contactsleutel verwijderd is.
WEGRIJDEN MET DE
AUTO
Trap, om weg te rijden met de auto,
vanuit P het rempedaal in, en druk op
de knop op de keuzehendel om deze in
de gewenste stand (D, R of sequentieel)
te plaatsen.
Op het display verschijnt de
ingeschakelde versnelling.Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, beweegt de auto voor- of
achteruit zodra de manoeuvre is
ingeschakeld ("creeping" effect). In dit
geval hoeft het gaspedaal niet ingedrukt
te worden.
BELANGRIJK Als de ingeschakelde
versnelling (weergegeven op het
display) niet overeenstemt met de stand
van de keuzehendel, wordt dit gemeld
door het knipperen van de betreffende
letter op de sierlijst van versnellingsbak
(er wordt ook een geluidsignaal
afgegeven).
Deze toestand moet niet beschouwd
worden als een werkingsfout, maar
eenvoudigweg als een verzoek van het
systeem om de manoeuvre te herhalen.
BELANGRIJK Bij stationair draaiende
motor en in sequentiële modus wordt
het schakelverzoek voor de 2
e
versnelling niet door het systeem
aanvaard (ongeacht of het rempedaal al
dan niet wordt ingetrapt).
Als zich, bij ingeschakelde 1
e
versnelling of de achteruit (R), de
volgende omstandigheden voordoen:
❒hellingsgraad van de weg meer
dan 5%;
❒koppeling oververhit;❒motorkoppel gedurende bepaalde tijd
constant (bijvoorbeeld als de auto
tegen een trottoir aanrijdt of op een
helling naar boven/beneden
geparkeerd wordt);
kan de auto in beweging worden gezet
door het gaspedaal in te trappen.
BELANGRIJK Wees uiterst voorzichtig
bij niet aangetrokken handrem en
losgelaten rempedaal, stationair
draaiende motor en de keuzehendel in
de stand D, R of sequentieel, want
de auto kan ook voortbewegen zonder
dat het gaspedaal wordt bediend.
Deze toestand kan worden benut met
de auto op een vlakke ondergrond
tijdens scherpe parkeermanoeuvres
waarbij alleen het rempedaal wordt
gebruikt.
AUTOMATISCHE
RIJMODUS
De stand D kan vanuit sequentiële
bediening onder alle rijomstandigheden
geselecteerd worden.
In de automatische rijmodus kiest de
elektronische transmissieregeleenheid
de beste overbrengingsverhouding
op basis van snelheid, motorbelasting
(stand gaspedaal) en hellingsgraad
van de weg.
133
A0K0254
165
Page 173 of 280

Ook al wordt het beslist afgeraden, als
het om onvoorziene redenen nodig
mocht zijn om, terwijl men een helling
afrijdt, de auto met de versnellingsbak
in de vrijstand (N) te zetten, zal het
systeem bij een schakelverzoek
automatisch de beste versnelling op
basis van de voertuigsnelheid kiezen,
om het motorkoppel op de juiste
manier op de wielen over te brengen.
107)
BELANGRIJK
21) Trek, als de auto op een helling
staat, altijd de handrem aan
VOORDAT de keuzehendel op P
wordt gezet.
22) Schakel de achteruitversnelling
uitsluitend in als de auto stil staat,
de motor op stationair toerental
draait en het gaspedaal volledig
losgelaten is.
BELANGRIJK
106) Door onjuist gebruik van de
schakelpeddels (peddels naar het
dashboard geduwd, zie fig. 137)
kunnen ze breken.
107) Laat nooit kinderen zonder
toezicht in de auto achter.
Verwijder altijd de contactsleutel
als de auto wordt verlaten en
neem de sleutel mee.
BRANDSTOF
BESPARINGHier volgen enkele nuttige tips om
brandstof te besparen en de uitstoot
van schadelijke emissies zoveel
mogelijk te beperken.
ALGEMENE
OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Voer de controles en afstellingen uit die
in het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema“ zijn aangegeven
(zie hoofdstuk "Onderhoud en zorg").
Banden
Controleer minstens één keer per
maand de bandenspanning: als de
spanning te laag is, wordt de
weerstand groter en neemt het
brandstofverbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen
bagageruimte. Het gewicht van de auto
en de gewichtsverdeling beïnvloeden
in grote mate het brandstofverbruik en
de stabiliteit.
169
Page 186 of 280

BELANGRIJK
26) Neem zo snel mogelijk contact
op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het correcte
aanhaalkoppel van de wielbouten
te laten controleren.
"Fix&Go Automatic"
kitDeze bevindt zich in de bagageruimte
(de houder van de kit kan per versie
verschillen - zie fig. 149).
De kit bevat tevens een
schroevendraaier en een trekoog.
De kit bevat:❒een busje A fig. 150 met
afdichtmiddel, voorzien van: een
vulleiding B en een sticker C met
daarop het opschrift “max. 80 km/h”
die na reparatie op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
moet worden aangebracht (bijv. op
het dashboard);
❒een compressor D met drukmeter en
aansluitstukken;
❒een informatiefolder fig. 151 met de
aanwijzingen voor een correct
gebruik van de bandenreparatiekit.
Deze informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel
dat de band behandeld met deze kit
moet repareren;
❒een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;149
A0K0515
150
A0K0516
182
NOODGEVALLEN
❒adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.
Page 192 of 280
Lampen Type Vermogen Zie FiguurVoorste stadslichten/Dagrijlichten (DRL) LED – –
Stadslichten achter LED – –
Dimlichten H7 55W D
Grootlichten H1 55W E
Grootlicht/dimlichten (versies met Bi-Xenon
koplampen) (voor bepaalde versies/markten)F D1S -
Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
Richtingaanwijzers achter R10W 10W B
Richtingaanwijzers op flanken LED – –
Remlichten LED – –
Derde remlicht LED – –
Kentekenverlichting W5W 5W A
Mistlampen voor H3 55W E
Mistachterlichten H21W 21W B
Achteruitrijlichten P21W 21W B
Plafondverlichting voor C10W 10W C
Bagageruimteverlichting W5W 5W A
Dashboardkastverlichting C5W 5W C
188
NOODGEVALLEN
Page 197 of 280

❒open beschermkapje B fig. 171 en
vervang lamp C door hem los te
maken uit de zijcontacten. Controleer
of de nieuwe lamp goed vastzit
tussen de contacten;
❒sluit beschermkapje B weer, plaats
het plafondlampje A fig. 170 in zijn
zitting en controleer of het goed
bevestigd is.
BAGAGERUIMTE
VERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒open de bagageruimte en verwijder
het lampje A fig. 172 vanuit het punt
dat met de pijl is aangegeven;
❒open beschermkapje B fig. 173 en
vervang de lamp;
❒sluit beschermkapje B over het
lampenglas;❒monteer het lampje A fig. 172 door
het eerst aan een zijde correct te
monteren en vervolgens de andere
zijde ervan aan te drukken, zodat het
hoorbaar vastklikt.
DASHBOARDKASTVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒open het dashboardkastje en
verwijder het lampje A fig. 174;
❒open beschermkapje B en vervang
de lamp;
❒sluit beschermkapje B over het
lampenglas;
❒monteer het lampje A door het eerst
aan een zijde correct te monteren en
vervolgens de andere zijde ervan
aan te drukken, zodat het hoorbaar
vastklikt.
171
A0K0644
172
A0K0645
173
A0K0646
174
A0K0647
193
Page 199 of 280
TOEGANG TOT DE
ZEKERINGEN
De zekeringen van het voertuig zijn in
drie zekeringenkasten opgenomen;
deze regeleenheden bevinden zich in
de motorruimte, het dashboard en in de
bagageruimte.
Zekeringenkast in de motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu fig.
178: voor toegang tot de zekeringen,
de schroeven A fig. 177 losdraaien
en het deksel B verwijderen.
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer, na het vervangen van de
zekering, het deksel B weer op
de zekeringenkast.177
A0K0525
178
A0K0231
195
Page 200 of 280
Zekeringenkast in het
dashboard
Steek een hand in de behuizing A fig.
180 en breng de klep B omlaag voor
toegang tot de zekeringen fig. 179.179
A0K0527
180
A0K0244
196
NOODGEVALLEN
Page 203 of 280
ZEKERINGENKAST
INSTRUMENTENPANEEL
fig. 180STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRERechter grootlicht F91 7,5
Linker grootlichtF90 7,5
Rechter dimlicht (versies met halogeen koplampen) F12 7,5
Linker dimlicht (versies met halogeen koplampen) F13 7,5
Rechter dimlicht (versies met Bi-Xenon koplampen) F12 15
Linker dimlicht (versies met Bi-Xenon koplampen) F13 15
Rechter mistlichtF93 7,5
Linker mistlichtF92 7,5
Bagageruimteverlichting/Zonneklepverlichting//Dashboardkastverlichting/
Plafondlichten voor en achterF32 10
Diverse voorzieningen F31 5
Elektrische ruitbediening (linksachter) F33 20
Elektrische ruitbediening (rechtsachter) F34 20
+30F36 10
Diverse voorzieningen F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Body ComputerF42 5
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
199